Steeds meer Chinese merken maken high-end racefietsen, zo ook Seka met hun nieuwe Spear RDC. Deze lichtgewicht zou moeten concurreren met racers van grote merken. Gaat de Seka Spear daadwerkelijk als een speer? Aan Léon van Bon de schone taak om dat uit te vinden.

Seka is een jong bedrijf, het is opgericht in 2017. In Europa worden de Chinezen inmiddels vertegenwoordigd door importeur Florian Bikes – oftewel Tibor del Grosso’s vader. Vanuit Groningen bouwt hij aan een dealernetwerk, maar hij levert ook direct aan de consument. En aan mij: bij mij thuis wordt de Seka Spear RDC afgeleverd. Die afkorting staat voor Racing Day Combatant. De Spear is sowieso al de lichtgewichtfiets van Seka, en deze RDC is nog eens 100 gram lichter dan zijn ‘gewone’ broer. Maar deze fiets is niet alléén licht.

Veel te kiezen

Het frame ziet er behalve licht ook snel uit. Daarbij springt de zogeheten Wind Eye het meest in het oog, zie de foto rechtsboven. Dit zijn twee gaten in de achtervork, op het punt waar deze aan de zadelpenbuis vastzit. Het zou zowel de aerodynamica als het comfort ten goede komen. Voor de rest oogt de fiets gewoon goed. Ik vind bijvoorbeeld mooi hoe de voorvork is afgewerkt op de plek waar de as ingestoken wordt.

Ook het lakwerk is fraai, zilver dat overloopt naar zwart. De Spear is er ook in andere kleuren, ook die zijn fris en redelijk opvallend. De kabels lopen binnendoor, iets wat je mag verwachten bij een high end frame. Al met al houd ik ervan, hoe deze fiets eruitziet. De geometrie, maar ook de vorm van de buizen. Niet te veel rariteiten, tegelijk is er duidelijk wel over nagedacht.

Seka verkoopt in principe frames die je verder zelf kunt opbouwen, maar je kunt natuurlijk ook bij de importeur en zijn dealers een complete fiets samenstellen en vervolgens door hen laten opbouwen. Dit geeft je de kans om je fiets nog persoonlijker te maken. De Seka-framesets worden geleverd in een stijlvolle doos en inclusief zadelpen – daarbij heb je keuze uit 0 of 15 millimeter setback, fietscomputerhouder, bidonhouders en de stuurcombo van Rapier. Die combo is er in negentien variaties, weegt gemiddeld 310 gram en is leverbaar met stuurpenlengtes van 80 tot 130 millimeter. Qua breedte (hart-hart op de shifters) kun je kiezen uit 360, 375, 395 of 415 millimeter De flare staat vast: die is 25 millimeter.

Het Spear-frame bestaat uit in totaal 350 verschillende matjes carbon, in zes verschillende, hoogstaande varianten. Er zijn zeven maten – XS, S, M, MR, L, LR en XL – waarbij de R-versies extra racegeoriënteerd zijn. Ik test een M, die mij perfect lijkt te passen.

Echte lichtgewicht

De afmontage is zeker in orde, al vrees ik vooraf dat mijn billetjes het dunne Berk Lupina-zadel niet heel comfortabel gaan vinden. Maar ik wil niet te snel oordelen, en het ziet er hoe dan ook mooi uit. Shimano’s Dura-Ace is een groepset waarmee ik alleen maar positieve ervaringen heb. De remschijven (140 millimeter achter, 160 voor) zijn van Galfer. Ze zien er licht uit en anders dan de standaard. De wielen, de Scope Artech 4, zien er vet uit. Ze hebben schubben op de velg om de aerodynamica te verbeteren.

De platte spaken van carbon ogen niet alleen cool, maar zijn natuurlijk ook aero. Daarnaast gebruikt het Nederlandse Scope een nieuwe techniek om de lagers beter te laten lopen. Het is mooi om te zien dat een Nederlands bedrijf qua techniek zijn eigen pad kiest. (Trouwens, de geruchten gaan dat Tadej Pogačar deze wielen getest heeft voor zijn ploeg…) De banden zijn de Continental Grand Prix 5000, 28 millimeter breed.

De gehele fiets, met pedalen en al, weegt 6,7 kilogram. Zo licht kom ik ze niet vaak tegen. En dan te bedenken dat er vrij hoge velgen onder zitten en de paintjob ook lichter had gekund. Het frame in deze kleur weegt namelijk 790 gram; in de lichtste kleur (shadow black) weegt hij nog eens 60 gram minder.

De muur op

Na een slechte winter is het eind februari even een weekje lenteachtig weer. Meer heb ik niet nodig: ik trek eropuit met de Seka. Zoals altijd is het eerste gevoel belangrijk – en dat gevoel is bij deze fiets goed. Het doet gelijk vertrouwd aan, alsof ik de Spear al jaren heb. Op het vlakke rijdt de fiets rustig en stabiel, hij is zeker niet nerveus. Tegelijk is het wel echt een racer: zodra ik een sprintje trek, reageert hij gelijk en schiet ik vooruit. Elke pedaalslag is raak, ook al voelt de Seka Spear RDC aan de voorkant niet extreem stijf aan. (Iets dat overigens heel gewoon is bij fietsen in deze gewichtscategorie.)

Ik draai rechts een klimmetje op en dans naar boven. Hier merk ik zeker dat dit een lichte racer is. Het dansen gaat gemakkelijk, dit voelt als een topfiets. En dan heb ik ook nog eens goede benen, dus gas erop! Naar beneden vlieg ik door de bochten, ook dat gaat vlot. Links, rechts, aanzetten. Ik probeer de Seka tot zijn limiet, of beter gezegd: tot mijn limiet. De fiets doet wat ik zeg. De wielen versterken het high-endgevoel zeker. Ik trek nog even door op een klimmetje, vol moraal. En als ik eenmaal thuis het zadel vastpak, besef ik dat ik totaal geen last heb gehad van mijn zitvlak. Ondanks dat dunne zadeltje.

Veel foto’s op deze pagina’s komen trouwens van deelnemers aan mijn workshop wielerfotografie. Ik fietste daarvoor maar liefst twaalf keer de Muur van Geraardsbergen op en zeven keer de Bosberg. Alles voor de foto’s… Oké, ik ging niet telkens de héle klimmetjes op, maar het werd mij wel duidelijk hoe deze fiets zich gedraagt op kasseien. Op papier is hij er niet voor gemaakt, maar hij verteerde ze toch gemakkelijk. Met de 28 millimeter brede banden gaf de fiets mij voldoende comfort om als een speer naar boven te vliegen. Althans, een paar keer toch.

Omhoog vliegen

Ik rijd nog een ritje in Limburg. Het weer is nog steeds behoorlijk, dus ik móet naar buiten. Voor mij zijn de eerste warmere dagen op de fiets altijd een genot. Regelmatig rijd ik de oude finale van de Amstel Gold Race. Bassenge, Hallembaye, Sint-Pietersberg… Het is niet de mooiste route, maar het brengt mij altijd terug in de tijd. Bovendien kan ik hier heerlijk gas geven – en mezelf tegenkomen op de steile stukken. De route heeft van alles, en dat maakt hem ook geschikt als testparcours.

De wind staat tegen wanneer ik langs het kanaal vertrek. Geen probleem: dat betekent wind mee in de finale. Ik leg mijn handjes onderin, het stuur ligt lekker in de hand. Elleboogjes naar binnen en trappen. De eerste klimmetjes rijd ik rustig op, tot ik bij Bassenge ben. Vanaf hier rijd ik een stevig tempo. Omhoog, omlaag en op het vlakke. De Spear RDC doet zijn naam eer aan, ik vlíeg de bultjes op. Nou ja, relatief dan – voor mijn huidige niveau gaat het vlot. Op een snelle afdaling haal ik de 60 kilometer per uur, ook daarbij voelt de fiets goed aan. Redelijk stabiel en strak. Als ik me goed concentreer, merk ik wel dat de voorkant wat minder strak is – maar nooit dusdanig dat ik me eraan erger.

De Hallembaye is altijd een kuitenbijter. Eigenlijk vind ik die klim helemaal niets. Een brede weg die recht omhoog loopt, met regelmatig vrachtwagens. Maar als je lekker gaat, is zelfs deze klim leuk om te doen. Als ik uiteindelijk weer op het vlakke ben, trap ik goed door. Met wind in de rug trek ik hem vrij eenvoudig naar de 50 per uur. De fiets lijkt te genieten, net als ik. Als ik Maastricht binnenrijd, kan ik maar één conclusie trekken. Dit is een heerlijk fietsje.

Breed publiek

In mijn ogen is de Seka Spear RDC geschikt voor best een breed publiek. Je moet wel van een racegeometrie houden, maar hij voelt niet ‘extreem’ aan. Ik denk dat veel fanatieke fietsers zich prima thuis zullen voelen op deze racer. Ook zij die wel wat comfort zoeken. Het grootste nadeel, volgens mij, is dat je te maken hebt met een vrij nieuw Chinees bedrijf. Hoe stabiel is hun productie? En hoe gaan ze met garantie om? Dat zijn vragen die eigenlijk pas na een aantal jaren beantwoord kunnen worden, al zijn er op dit moment nog geen aanwijzingen dat dit bij Seka niet goed zit. Wel schijnt de productietijd soms wat te kunnen uitlopen. Aan de importeur om dit allemaal in goede banen te leiden.

Jammer…

Het Seka Spear RDC-frame dat ik getest heb, kost 3.199 euro. Dat is best een scherpe prijs voor een frame van deze kwaliteit, en ruim onder de prijzen van de grote fabrikanten. Het ‘gewone’ Spear-frame, dat een onsje meer weegt, is 500 euro goedkoper. Maar op een frame alleen kun je natuurlijk niet fietsen. De racer die ik getest heb, met al die mooie spulletjes erop en eraan, kost 10.499 euro. Er zijn dagen waarop je minder geld uitgeeft, maar ook dit is lager dan bij de meeste topmerken. Voor dit bedrag krijg je een fiets die écht goed is, maar wel van een minder bekend merk – al is dat voor sommigen juist een pluspunt.

Soms kan ik niet wachten op de volgende testfiets, soms wil ik eigenlijk nog wel even door blijven rijden op het huidige exemplaar. En dat laatste dat gevoel heb ik nu. Jammer dat deze Seka Spear RDC weer terug moet. Want… hij gaat echt als een speer.

Specificaties Seka Spear RDC

Prijs: € 10.499,-
Frame en voorvork: carbon / carbon
Gewicht: 6,7 kg (incl. pedalen)
Groep: Shimano Dura-Ace Di2, 2×12
Wielen: Scope Artech 4 (carbon)
Banden: Continental Grand Prix 5000, 28 mm
Zadel en -pen: Berk Lupina / Seka
Stuur en -pen: Seka Rapier Integrated Handlebar (carbon)
Maten: XS, S, M, MR, L, LR, XL

Lees meer over Seka op de website.