Introductie
Het zit al in de naam: Fat Possum. We hebben hier inderdaad te maken met een dikke mountainbike. Dik in de zin van veel veerweg en best wel wat gewicht. Maar ook té dik voor Nederland of Vlaanderen? In de Verenigde Staten brengt Gary Fisher de Fat Possum-serie als ‘all mountain bike’. Een klasse van alleskunners. Of zoals Gary Fisher het zegt, de berg op, de berg af en om de berg heen. Nu hebben we in Nederland en Vlaanderen geen bergen en is de vijftien centimeter veerweg aan de royale kant voor ons vlakke land. Maar is het ook te veel of kun je hier prima met de Gary Fisher overweg?

Frame

Ondanks de minder opvallende kleur springt het aluminium frame van de Fat Possum er uit. Het stevige uiterlijk wordt geaccentueerd door veel gietdelen en geven deze Gary Fisher een herkenbaar gezicht. Een constructie van achtervering met een enkel draaipunt heeft als nadeel dat het niet heel stijf is, of moeilijk stijf te maken is. Dat merk je in ieder geval wel bij de achterkant van de Fat Possum. Nadelig voor de levensduur van frame en demper is het niet in dit geval. Je merkt de beweging in het achterframe wel bij het rijden. In snelle bochten op hardere ondergrond stuurt de achterkant wat mee en het is een gevoel waar je aan moet wennen. Door de dikkere wanddikte van de aluminium buizen is het frame niet licht. Maar dat maakt de Fat Possum wel heel sterk. In dat licht valt ook het traditionele balhoofd op, waar geïntegreerd juist de mode is. Juist bij de traditionele balhoofden heb je een uitgebreide keuze in kwaliteit en de ‘ouderwetse’ constructie is onder de streep gewoon degelijker. Voor de ruigere rijders dus een pré.

Vering

De voorin gemonteerde Manitou Nixon Camp is een behoorlijk ‘dikke’ vork. De nadruk van dit model ligt op licht free-ride gebruik en de Nixon komt dan ook pas in zijn element als het naar beneden gaat. De vijftien centimeter veerweg zijn niet bruikbaar in het vlakke, ook al omdat de hoogte van de vork de geometrie erg vlak maakt. Verder deint deze eenvoudigere uitvoering van de Nixon irritant als je aan het trappen bent. Het is dus noch een klimvork, noch een vork voor het vlakke.
Naar beneden toe levert de Manitou topprestaties, alles wordt weggefilterd, zelfs de grootste oneffenheden. Maar daarvoor moet je dus al afdalingen in de Alpen op gaan zoeken. Achter deint de Gary Fisher nauwelijks, wat vooral door de Manitou SPV-demper komt. Deze zorgt dat trapbewegingen gedempt worden. Wel heeft de Fat Possum behoorlijk last van trekken van de ketting in het kleinste blad.
Daaruit blijkt dat Gary Fisher de fiets vooral heeft afgestemd op naar beneden rijden. Je hebt dan ook geen aandrijfinvloeden als de ketting op het grote blad ligt. Je hebt niet zo door dat je met vijftien centimeter veerweg rijdt. Door de grote veerweg kun je altijd en overal in het zadel blijven zitten, wat voor veel comfort zorgt. Pas bij een afdaling merk je dat de achtervering werkelijk eindeloos is. Zelfs op topsnelheid blijft de Gary Fisher rustig. Maar weer moet je naar het buitenland om dat voordeel eruit te halen.

Onderdelen

De Fat Possum LX beschikt over Shimano Deore LX-schakelonderdelen. Zelden heb je meer nodig dan die groep. Wil je beter schakelen, monteer dan een Deore XT-cassette, dat brengt meer winst dan een XTR-achterderailleur. De Hayes-schijfremmen voldoen prima, alleen is het vreemd dat er voor een 160 millimeter schijf gemonteerd zit. Juist bij downhill-gerichte mountainbikes is het mode én nuttig om minstens een 180 millimeter schijf te monteren. In Nederland is dat dan weer niet nodig.
De Bontrager-wielen zijn niet al te zwaar en degelijk. Alleen de lompe downhill-banden (Bontrager Big Earl 2.35) zijn voor all-round gebruik niet geschikt. Het hoge gewicht maakt dat je heel hard moet werken zolang het niet naar beneden gaat. Ze bieden wel fenomenaal grip, maar ze zijn dan ook gericht op echt free-ride werk. Het totaalgewicht van 14.3 kilo maakt de Fat Possum een net te zware fiets om lekker mee door de bossen te crossen.
Maar een ander soort voorvork – met tien centimeter veerweg en ruim een halve kilogram lichter – en banden (win je zo 500 gram mee) leveren eenvoudig een winst van een ruime kilogram op. En dan heb je opeens een heel normaal en bruikbaar gewicht. Voor 2569 euro krijg je wel een compleet geheel, de onderdelen zijn doordacht en een duurdere uitvoering aanschaffen levert nauwelijks prestatiewinst op.

Rijden

Je zit erg rechtop, de Gary Fisher heeft een echte freeride houding. Daardoor heb je heel veel controle, maar dat gaat ten koste van snelheid. Zelfs voor toeren is de zithouding te veel rechtop in ons vlakke land. Doortrappen is moeilijk op de Fat Possum. Je kunt de zitpositie aanpassen met een andere stuurpen, maar de voorkant blijft hoog door de vork. Met een langere stuurpen is de Fat Possum wel geschikt voor rustig toeren.
Zoals eerder geopperd verandert een lagere vork de Fat Possum behoorlijk wat geometrie en ook zithouding betreft. Dan wordt de Gary Fisher opeens wel een bruikbare mountainbike. Nog steeds niet voor de echte doorrijders, maar lekker een paar uur fietsen gaat dan prima met de Fat Possum. Met de Nixon stuurt de fiets al scherp, maar blijft door de vlakkere balhoofdhoek onder alle omstandigheden stabiel.
Door de zithouding die je optimale controle geeft is de Fat Possum zo wendbaar. Vooral de achterkant veert uitmuntend, kan onbehoorlijk hard naar beneden. Naar boven toe is het hard werken, door de zithouding, het gewicht, maar ook door de aandrijfinvloeden die storen in het kleine blad. Rijd je in het buitenland, dan is de Fat Possum een ander verhaal.
Voor de freeride-parken in Duitsland is de Fat Possum zonder meer geschikt. Maar ook in de bergen kun je veel lol hebben met deze Gary Fisher. Als je er meer rekening mee houdt dat je bergop rustig aan moet doen, dan begint naar beneden toe de lol echt.

Min

Kort door de bocht is deze Gary Fisher Fat Possum LX een ongeschikte fiets voor het gros van de Fiets-lezers. De nadruk ligt teveel op freeride, de fiets is te zwaar, de vork is te dik en de zithouding ongeschikt. Niet de berg op dus, wat Gary Fisher ook beweert. En net zo min om de berg heen, dus ook niet geschikt in Nederland en Vlaanderen. Genuanceerder zit het probleem in de zware banden, maar die zijn dus wel heel makkelijk te wisselen. Je wint daarmee meteen een hoop gewicht en de fiets zal een stuk sneller aanvoelen en zijn.
Het andere probleem is de voorvork. Die is niet alleen zwaar, maar ook nog eens hoog. Hierdoor verandert de geometrie behoorlijk en is de zitpositie te veel rechtop. In overleg met je dealer zou je de voorvork kunnen wisselen voor een uitvoering met tien of twaalf centimeter. Dat verbetert de geometrie van Fat Possum aanzienlijk en de hele fiets wordt sportiever. Met een iets langere stuurpen corrigeer je ook de zitpositie en de Fat Possum is opeens wel de fiets die Gary Fisher aangeeft die het zou moeten zijn.

Plus

Je kunt wel de berg af. In standaarduitvoering koop je een mountainbike die behoorlijk bij een ideale freerider in de buurt komt. In het buitenland zal je kunnen genieten van de afdwaalkwaliteiten van de Fat Possum. Omhoog zul je hard moeten werken, maar dat valt onder het motto ‘no pain, no gain’.
Het is niet zo dat je niet omhoog kan met de Fat Possum. Als je geen haast hebt, toert de Gary Fisher ook best aangenaam. Je hebt heel veel controle, de achtervering deint nauwelijks en veert optimaal. Echte winst in de lage landen ga je pas halen met een andere voorvork, lichtere banden en een langere stuurpen.
Dan koop je een zeer goede allrounder, nog steeds voor de toerder en niet voor de marathonrijder. Maar als je vaker in het buitenland rijdt en in Nederland niet zo’n haast hebt, dan is een aangepaste Fat Possum jouw fiets.

Tekst: Lars van der Wansem
Foto’s: Edwin Haan