Pieter Weening was zondag de meest prominente Nederlander in de Amstel Gold Race. De renner van Orica-GreenEdge vertolkte een hoofdrol in de finale, maar kon het niet bijbenen toen winnaar Roman Kreuziger voor zijn beslissende demarrage aanzette.

Door Anne Joldersma

“Tja, in de koers kun je nu niet eenmaal alles plannen”, bleef hij na afloop nuchter. Vooral het feit dat hij lang solo vooruit moest rijden, stak Weening.

“Ik had niet verwacht dat ik zoveel tijd zou krijgen toen ik wegreed. Ik dacht echt dat er wel een groepje mee zou komen. Als er meer mee waren, hadden we misschien een grote voorsprong kunnen nemen.”

Weening zag in de volle finale Kreuziger van achteren aansluiten bij zijn kopgroep met Blanco-renners Lars-Petter Nordhaug en David Tanner. Uiteindelijk verloor hij de kopman van Team Saxo Bank uit het zicht.

“Ik probeerde nog met hem mee te gaan, maar de benen wilden niet meer. Ook de andere jongens konden niet meer vol achtervolgen, dat zegt ook wel wat over hun gesteldheid.”

Vorm

De samenwerking was toen al enige tijd weg uit de groep-Weening. “Aanvankelijk ging het nog wel, zeker toen die Blanco-jongens gingen rijden. Maar daarna was er van samenwerken helaas geen sprake meer.”

Toch keek Weening tevreden terug op de koers. “Ik word hier toch zesde, dat wil ik wel een ereplaats noemen! Daarnaast is het goed te zien dat de vorm er is. Woensdag (de Waalse Pijl, red.) is niet helemaal mijn koers, dan probeer ik de andere jongens goed af te zetten. Zondag (Luik-Bastenaken-Luik) ligt me doorgaans beter dan de Amstel Gold Race. Daar kijk ik naar uit.”

© NUsport/Anne Joldersma