Argos-Shimano beschikt in de Tour de France niet over één, maar over twee topsprinters. Volgens John Degenkolb hoeven twee man die voor de dagzege kunnen strijden elkaar niet in de weg te zitten. Samen met zijn landgenoot Marcel Kittel heeft hij namelijk een duidelijke rolverdeling gemaakt.
Door Anne Joldersma
“Het is eigenlijk vrij simpel”, legde de 24-jarige Duitser uit bij de presentatie van de Tourploeg in Rotterdam. “Wij zijn allebei sprinter, maar wij zijn niet hetzelfde soort wielrenner. Marcel is een sprinter die goed uit de voeten kan in de vlakke etappes, ik houd meer van de heuvelachtige etappes, finales zoals in de klassiekers.”
Degenkolb beaamt dat hij en Kittel, samen met de ploegleiding, naar het rittenboek hebben gekeken om te kijken op wie die dag de pijlen worden gericht. “Natuurlijk ligt het ook aan de dagelijkse vorm en hoe wij ons voelen. Maar ja, wij hebben naar de ritten gekeken en erover gesproken. Zo rijden we tijdens de eerste etappe voor Kittel. Dat is Marcel zijn dag. Hij heeft dan een goede kans op het geel.”
Volgens de ’tweede sprinter’ van de ploeg heeft hij er geen probleem mee om op zo’n moment onderdeel te zijn van de sprinttrein die Kittel naar de zege moet lanceren. “Ik zit in het midden van de trein en zal er alles aan doen om Marcel zo hard mogelijk te lanceren.”
“Als ik weet dat ik Mark Cavendish in zo’n sprint niet kan verslaan, waarom zou ik Marcel dan niet helpen? In een etappe die meer op mijn lijf is geschreven zal hij dat ook voor mij doen. Marcel en ik zijn geen concurrenten van elkaar.”Veelers
Tijdens de ronde zullen Degenkolb en Kittel het niet alleen tegen Cavendish, maar ook tegen André Greipel en Peter Sagan moeten opnemen. Om de twee Duitsers daarbij te helpen beschikt Argos over een derde sterke sprinter, Tom Veelers. Omdat Kittel vorig jaar al na enkele etappes definitief in de remmen kneep en Degenkolb aangewezen was voor de Vuelta, was de Nederlander destijds zelfs de kopman van Argos in de Tour.
“Vorig jaar waren er duidelijk andere omstandigheden”, reageert Degenkolb op de vraag of ook Veelers de kans krijgt voor eigen glorie te strijden. “Hij werd naar voren geschoven toen Marcel afstapte, maar ik denk niet dat hij dit jaar weer voor eigen kansen wil rijden. Zijn taak is duidelijk: Marcel zo goed mogelijk afzetten in de laatste meters.”
Veelers is de ‘lead-out’ van Kittel, de man die de sprinter in de slotmeters als laatste bijstaat. “Tom is daar de perfecte renner voor. Hij is ongelooflijk snel en sterk, maar mist eigenlijk net die absolute topsnelheid om zelf voor de winst te kunnen strijden. Dat zag je ook vorig jaar in de Tour. Hij werd vaak derde, vierde, vijfde. Hartstikke goed, maar dat is niet winnen.”
“Tom kan die hoge snelheid echter wel langer vasthouden en hij is ontzettend slim. Hij kan het tactische spel van de finale goed spelen en weet de jongens voor hem in de laatste kilometers goed aan te sturen. Een echt goede lead-out is denk ik ook zeldzamer dan een echt goede sprinter”, benadrukt Degenkolb, die zelf Koen de Kort als lead-out heeft, de zwaarte van de rol van Veelers.Renshaw
Volgens de Duitser zijn een sprinter en een lead-out ook wezenlijk verschillend van elkaar. “Soms denken goede lead-outs dat ze, als ze voor eigen kansen mogen rijden, met hetzelfde gemak kunnen winnen als de sprinter die normaal voor hen rijdt.” Daarbij gebruikt Degenkolb graag Mark Renshaw als voorbeeld, de man die als wegkapitein de nodige zeges van Cavendish inleidde, maar het zelf bij Rabobank/Team Blanco nooit heeft kunnen waar maken.
Gevraagd of Veelers een even goede lead-out voor Kittel kan zijn als Renshaw voor Cavendish was, kan Degenkolb zich bijna niet inhouden: “Zeker! Of beter!”
De Duitser staat zelf voor een pittige opgave in Frankrijk, wil hij zijn ploeg aan dagsucces helpen. De voor hem aangemerkte etappes zijn het favoriete speelterrein van de dit seizoen bijna onverslaanbare Sagan.
“Mijn favoriet voor de groene trui”, blikt Degenkolb alvast vooruit op de aankomst in Parijs. “Hij is mijn grootste concurrent, maar… Ik denk dat ik hem kan verslaan. Het is ook niet goed om te vroeg je topconditie te bereiken en ik denk dat hij dat wel heeft gedaan. Waar het op neerkomt is dit: Kittel moet Cavendish verslaan en ik moet Sagan verslaan. Simpel toch?”
© NUsport/Anne Joldersma