Geruchten over hulpmotoren in het profpeloton doen sinds 2010 de ronde toen Fabian Cancellara met overmacht de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix op zijn naam schreef. Er circuleerde een Italiaanse YouTube-video met ‘bewijs’ van het vermeende vals spel van de Zwitser.De redactie van Fiets testte daarop een hulpmotor en concludeerde dat je er inderdaad een stuk harder mee kan rijden, maar dat het te veel geluid produceert om onopgemerkt te blijven.Hoewel Cancellara het verhaal van mechanische doping als ‘onnozel’ terzijde schoof, bleef het terugkeren. In januari 2014 stelde Danilo di Luca bijvoorbeeld dat de nieuwere generatie hulpmotortjes het wel mogelijk maakt om heimelijk in wedstrijden te gebruiken. Volgens de Italiaan was de motor zelfs een bekend gegeven in het peloton. “Het levert zo’n 150 watt aan extra vermogen. Het is een klein apparaatje, dat te verstoppen is in de buizen van het frame”, stelde hij.Later dat jaar kreeg de discussie opnieuw een impuls. Ryder Hesjedal kwam in de Ronde van Spanje ten val en terwijl de Canadees op het asfalt kwakte maakte zijn fiets nog wat bokkesprongen op het wegdek en doordraaide. Ook toen was het L’Équipe die mechanische doping vermoedde.Sinds 2010 heeft de UCI meerdere keren op motoren gecontroleerd. Dit jaar nog onderzocht de wielerunie meerdere fietsen in Parijs-Nice en bij Milaan-San Remo. Nog nooit is er daadwerkelijk een motor aangetroffen in het profpeloton.Terugkerend gerucht: hulpmotor in profpeloton
Donderdag is er een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan het terugkerend verhaal dat er hulpmotortjes in het profpeloton gebruikt zouden worden. Na de achttiende etappe in de Giro d’Italia werden de fietsen van onder anderen klassementsleider Alberto Contador, etappewinnaar Philippe Gilbert en Ryder Hesjedal door de UCI gecontroleerd op een hulpmotor, zo bevestigt de UCI tegenover Cyclingnews. De internationale wielerunie kwam in actie na een artikel in L’Équipe. De Franse sportkrant zette zijn vraagtekens bij de sterke beklimming van Contador op de flanken van de Mortirolo op dinsdag. Vlak voor de beklimming wisselde de Spanjaard van wiel. Omdat de beelden van de wielwissel ontbraken en de lekker band ook niet over de koersradio werd vermeld sprak de krant van een ‘mysterie’.Mario Cipollini had al eerder een duit in het zakje gedaan door bij de nabeschouwing van de vijfde etappe van de Ronde van Italië te zeggen dat de regelmatige fietswissels van Alberto Contador alleen maar bij zouden dragen aan geruchten over mechanische doping. Geruchten
Geruchten over hulpmotoren in het profpeloton doen sinds 2010 de ronde toen Fabian Cancellara met overmacht de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix op zijn naam schreef. Er circuleerde een Italiaanse YouTube-video met ‘bewijs’ van het vermeende vals spel van de Zwitser.De redactie van Fiets testte daarop een hulpmotor en concludeerde dat je er inderdaad een stuk harder mee kan rijden, maar dat het te veel geluid produceert om onopgemerkt te blijven.Hoewel Cancellara het verhaal van mechanische doping als ‘onnozel’ terzijde schoof, bleef het terugkeren. In januari 2014 stelde Danilo di Luca bijvoorbeeld dat de nieuwere generatie hulpmotortjes het wel mogelijk maakt om heimelijk in wedstrijden te gebruiken. Volgens de Italiaan was de motor zelfs een bekend gegeven in het peloton. “Het levert zo’n 150 watt aan extra vermogen. Het is een klein apparaatje, dat te verstoppen is in de buizen van het frame”, stelde hij.Later dat jaar kreeg de discussie opnieuw een impuls. Ryder Hesjedal kwam in de Ronde van Spanje ten val en terwijl de Canadees op het asfalt kwakte maakte zijn fiets nog wat bokkesprongen op het wegdek en doordraaide. Ook toen was het L’Équipe die mechanische doping vermoedde.Sinds 2010 heeft de UCI meerdere keren op motoren gecontroleerd. Dit jaar nog onderzocht de wielerunie meerdere fietsen in Parijs-Nice en bij Milaan-San Remo. Nog nooit is er daadwerkelijk een motor aangetroffen in het profpeloton.
Geruchten over hulpmotoren in het profpeloton doen sinds 2010 de ronde toen Fabian Cancellara met overmacht de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix op zijn naam schreef. Er circuleerde een Italiaanse YouTube-video met ‘bewijs’ van het vermeende vals spel van de Zwitser.De redactie van Fiets testte daarop een hulpmotor en concludeerde dat je er inderdaad een stuk harder mee kan rijden, maar dat het te veel geluid produceert om onopgemerkt te blijven.Hoewel Cancellara het verhaal van mechanische doping als ‘onnozel’ terzijde schoof, bleef het terugkeren. In januari 2014 stelde Danilo di Luca bijvoorbeeld dat de nieuwere generatie hulpmotortjes het wel mogelijk maakt om heimelijk in wedstrijden te gebruiken. Volgens de Italiaan was de motor zelfs een bekend gegeven in het peloton. “Het levert zo’n 150 watt aan extra vermogen. Het is een klein apparaatje, dat te verstoppen is in de buizen van het frame”, stelde hij.Later dat jaar kreeg de discussie opnieuw een impuls. Ryder Hesjedal kwam in de Ronde van Spanje ten val en terwijl de Canadees op het asfalt kwakte maakte zijn fiets nog wat bokkesprongen op het wegdek en doordraaide. Ook toen was het L’Équipe die mechanische doping vermoedde.Sinds 2010 heeft de UCI meerdere keren op motoren gecontroleerd. Dit jaar nog onderzocht de wielerunie meerdere fietsen in Parijs-Nice en bij Milaan-San Remo. Nog nooit is er daadwerkelijk een motor aangetroffen in het profpeloton.