Het aantal deelnemers (1950), het aantal wedstrijddagen (zeven) en het aantal te verdienen gouden medailles (twaalf) zijn ongeëvenaard voor een WK dat met de ploegentijdrit voor merkenploegen zowel bij de mannen als de vrouwen een nieuw onderdeel kent. Ook de junioren (mannen en vrouwen) zijn terug in het programma.

Organisatievoorzitter Jacques Huberts benadrukte daarbij dinsdag in Valkenburg dat er daarnaast activiteiten zijn om de breedtesport, de gehandicaptensport en cultuur te promoten.

”Het is daarbij een eerste toets in het kader van het Olympisch Plan 2028. We kunnen laten zien dat we hier een groot evenement goed kunnen organiseren.’’

Impuls

Huberts gelooft in de economische impuls die het evenement voor de regio kan hebben. ”Denk aan de horeca in de regio, de taxibedrijven en bijvoorbeeld de bedrijven die hier nu aan het bouwen zijn.’’

Rond de finish, voorbij de top van de Cauberg in Berg en Terblijt, is een straat vol met faciliteiten verrezen. Er worden in de week zo’n 20.000 gasten verwacht die gebruik maken van de hospitality. Schattingen van het totaal aantal toeschouwers lopen richting 300.000.

Volgens Huberts zal zo’n acht miljoen euro terugvloeien in de staatskas. ”Wat er door de diverse overheden is ingestoken benadert dat bedrag niet.’’ De extra inkomsten voor het bedrijfsleven in de regio worden geschat op zo’n veertig miljoen euro.

Valkenburg

Het WK begint zondag met de ploegentijdritten vanuit Sittard richting Valkenburg, dat steeds finishplaats is. De individuele tijdritten van maandag (junioren, neo’s) beginnen in Landgraaf, op dinsdag (juniorvrouwen, vrouwen) in Eijsden en op woensdag (mannen) in Heerlen.

Vanaf vrijdag zijn de wegraces, op het wegcircuit rond Valkenburg waarbij de mannen zondag eerst een aanloop hebben vanuit Maastricht. Het rondje dat de mannen tien keer rijden is vrijwel identiek aan dat van 1998.

© ANP