”Daar sta je dan op een podium met allemaal wereldploegen en realiseer je je ook dat het niet altijd vanzelf is gegaan.”
Luijkx keerde zondagavond laat terug in Schijf waar hij een dag later de rit van zaterdag maar eens terugkeek.
”Toen Thomas vier kilometer onder de top was, moest ik het vliegtuig in. De purser is me komen vertellen dat hij de rit echt gewonnen had.”
Het was de etappe met aankomst op de legendarische Stelvio. De 25-jarige Belg pakte er de belangrijkste zege uit het bestaan van de Nederlandse ploeg.
Fausto Coppi
Luijkx: ”De mooiste, de meest aansprekende. En in Italië was het natuurlijk een item dat wij op onze Bianchifietsen met een sticker verwezen naar de prestatie van hun held Fausto Coppi, die zestig jaar geleden op hetzelfde merk de Giro en Tour won.”
Diezelfde Coppi pakte bovendien in 1953 de ritzege op de Stelvio, de eerste keer dat de berg in de Giro was opgenomen.
Luijkx zat zondag in de ploegleiderdersauto bij Jean-Paul van Poppel om te zien of De Gendt in de afsluitende tijdrit nog naar een podiumplaats kon klimmen in het klassement.
”Ik heb hem vooraf gezegd dat we al meer dan tevreden waren, dat de vierde plaats ook goed was. Hij moest Scarponi van het podium rijden voor wie het de dood of de gladiolen was. En die had bovendien de dag ervoor geen trap te veel gedaan.”
De Gendt slaagde met glans, de knipoog vanaf het podium was voor de trotse ploegbaas. ”Maar ik wil benadrukken dat het natuurlijk niet alleen Thomas is.”
Luxe positie
“Drieënhalf jaar geleden was er niets en zijn we talentvolle renners gaan halen, aangevuld met wat ouderen omdat we anders nergens binnenkwamen. Nu hebben we, zeker in het rondewerk met klimmers en tijdrijders, een luxe positie. Ook de staf verdient een groot compliment.”
Milaan werd ’s avonds niet onveilig gemaakt. Er was geen tijd voor een feestje. ”Zo gaat dat, misschien vreemd maar zeker de renners willen graag zo snel mogelijk naar huis. Al begreep ik wel dat Thomas door alle plichtplegingen uiteindelijk zijn vlucht nog heeft gemist.”
© ANP