Tom Stamsnijder (Argos-Shimano) arriveerde wel in Roubaix, maar buiten de toegestane tijd. “Ik heb een paar kasseienstroken met een lekke band gereden.”

Door Nando Boers

Vorig jaar crashte Stamsnijder uit de koers. Zijn knieblessure was niet mis en luidde een jaar vol tegenslag in, want ook op het NK in juni viel hij hard op het gewricht.

“Misschien heb ik daarom deze koers wel uitgereden”, zegt Stamsnijder lopend met zijn gehavende fiets tussen de wielerfans door, op zoek naar de teambus van Argos-Shimano. “Wat moet je anders? Toch maar door, je moet toch een keer die afstand maken. En het was gelukkig mooi weer.”

Na 120 kilometer viel hij in de bevoorrading. Er waren nog ruim 130 kilometer te rijden. Hij kreeg even later een bidon van de ploegleiding en werd zoals gebruikelijk bij renners die niet meer in stelling gebracht kunnen worden aan zijn lot over gelaten. “Ik zat in een mooie groep”, zei hij.

Lekke band

Stamsnijder kreeg 25 kilometer voor het einde van de klassieker ook nog een lekke band en omdat hij in de achterste groep reed, waren er geen auto’s te bekennen met reservewielen.

Kilometers reed hij door op een lekke band. Hij kwam ruim zeventien minuten na de Deen Christopher Juul-Jensen (Saxo Bank) over de streep in het wielerstadion van Roubaix, 43 minuten na winnaar Fabian Cancellara.

“Het was een mooie afsluiting”, zei Stamsnijder. “En het was als gezegd mooi weer vandaag, dus ik heb er maar een training van gemaakt. Of ik een goed gevoel aan deze koers heb overgehouden? Het was maar honderd kilometer koers, daarna training. Dus op dit moment nog niet. Straks vast wel.”

© NUsport/Nando Boers