HOOFDDORP – Theo Bos heeft er geen spijt van dat hij na de Olympische Spelen van Peking in 2008 gestopt is met baanwielrennen en op de weg is gaan rijden.

“Ik heb deze zomer op de Spelen in Londen de tijden van de Britse baanploeg gezien, die waren ongelofelijk. Daar had ik zeker geen kans tegen gehad”, aldus Bos tegenover Cyclingnews.

De renner van het Blanco Pro Cycling Team behaalde op de Spelen van 2004 in Athene zilver op het onderdeel sprint achter de Australiër Ryan Bayley. Ook werd hij op de baan vijf keer wereldkampioen op drie verschillende onderdelen.

“Met de middelen die ik destijds als baanwielrenner in Nederland tot mijn beschikking had, was in de buurt van de Britten komen erg moeilijk geworden. Het Britse team is de enige professionele ploeg in de sport die verder vrij amateuristisch is. De rest van de landen kun je vergelijken met de Continental-teams bij het wielrennen op de weg.”

“Voor enige tijd was ik de beste van iedereen, maar de Britten hebben me daarna te pakken gekregen. Nu lopen ze echt voor op iedereen.”

De Britse baanploeg won op de Spelen in Londen de onderdelen ploegenachtervolging en teamsprint. Individueel waren Chris Hoy en Jason Kenny namens Groot-Brittannië succesvol op respectievelijk de onderdelen keirin en sprint.

Kleine ploeg

Bos werkte in Nederland met een kleine ploeg. “We hadden maar weinig geld tot onze beschikking. Het team bestond slechts uit een trainer, een manager, twee mecaniciens en een verzorger. De innovaties en verbeteringen moesten uit jezelf komen. Voor windtunnels, diëtisten of wetenschappers was simpelweg geen geld.”

“Dat is bij de Britten nu wel anders. Die gebruiken het beste materiaal om tijdwinst te boeken. Dat kun je ze niet kwalijk nemen, want dat hadden wij ook gedaan als we zo veel geld tot onze beschikking hadden”, stelt Bos.

© NUsport