Uiteindelijk lukte het de drie niet-klimmers wel om voor de tijdslimiet in Porto Sant’Elpidio over de streep te komen.
“Met samengeknepen billen”,
zei ploegleider Jan Boven op de site van het team. De drie kwamen namelijk, samen met onder meer Mark Cavendish en oud-drager van de roze trui Taylor Phinney, met een achterstand van 33.12 op winnaar Miguel Angel Rubiano minuten binnen, waar 33.51 geoorloofd was.
“Theo, Graeme en Dennis moesten de groep al na vijftig kilometer laten gaan en toen stond er nog een heel eind op de teller (nog 170 km). Dan weet je dat het bibberen wordt”, wist Boven.
Vroege vluchter
Van Winden hoorde evenwel bij de vroege vluchters. Boven: “Dennis waagde een poging, maar op het eerste klimmetje kon hij net niet aanpikken. Het gaat intussen wel beter met hem, maar voor zo’n onderneming moet je wel honderd procent zijn en daar is nog geen enkele sprake van.”
De Nederlander is deze Giro, net als Theo Bos, al gevallen en heeft daar nog steeds last van. De sprinter heeft echter meer last van zijn kwetsuren dan zijn ploeggenoot.
“We moeten het met Theo van dag tot dag blijven bekijken” stelde Boven. “Ik vind het knap, dat hij vandaag is door gekomen. Het was keihard knokken. Zeker in de finale toen ze net tegen die tijdslimiet aan zaten.”
“Ze hebben in dat groepje keihard gevochten. Het goede nieuws is, dat ze het hebben gehaald. Dat is in elk geval beter dan te laat komen, maar veel overschot is er natuurlijk niet meer. Dit moet niet te lang gaan duren.”
Goed nieuws
De oud-renner sloot af met goed nieuws: drie van zijn renners finishten in het peloton achter de vluchters, namelijk Tom Jelte Slagter, Juanma Garate en Grischa Niermann.
“Dit was gewoon een pittige bergetappe. Waarin ze ook nog van meet af aan keihard hebben gekoerst. Dan stemt het tevreden, dat we drie man vooraan hebben.”
© NUsport