Over de overige 2075 urinetests had de Dopingautoriteit zelf de regie. Dat laboratoriumonderzoek leidde in 23 gevallen tot aangifte wegens het gebruik van verboden stoffen.
Vijf keer werd melding gemaakt van een andere overtreding van de dopingregels. Dat betrof weigering of gebrekkige medewerking (vier) en het tot drie keer toe verkeerd invullen van de ‘where-abouts’ in anderhalf jaar.
De 28 aangiften in totaal (23 mannen, vijf vrouwen) is een toename in vergelijking met 2010 (23), toen bovendien meer sporters een bezoek kregen van de dopingcontroleurs.
Cannabis
In de positieve plassen werden sporen van stimulerende middelen het vaakst aangetroffen, negen keer. In acht gevallen ging het om cannabis. Twee sporters werden betrapt op anabolica, één op epo.
Wielrennen was met vier zondaren de ’topscorer’. Vooral de spierversterkende producten waren in 2011 minder populair. Een jaar eerder werden daarop nog negen atleten betrapt.
© ANP