De Commissie Anti-Doping Aanpak zegt in haar eindrapportage ‘Meedoen of Stoppen’ dat er sprake is van verandering in de dopingcultuur in het wielrennen.

Door Nando Boers

De commissie onder leiding van oud-minister van Justitie Winnie Sorgdrager presenteerde maandagmorgen in Den Haag haar bevindingen na een half jaar durend onderzoek naar de dopingcultuur in het Nederlandse wielrennen, waarin de commissie met tientallen personen sprak.

De commissie zegt een goed beeld te hebben verkregen. Ze stelt dat na de introductie van het wondermiddel epo halverwege de jaren negentig dopinggebruik in het Nederlandse herenwielrennen ‘structureel verankerd was’. Het overgrote deel van de renners gebruikte aan het eind van de jaren 90 en begin deze eeuw doping.

Daarnaast spreekt de commissie in haar rapport het vermoeden uit dat het dopinggebruik sinds 2009 is afgenomen. Ze gebruikt het woord ‘lijkt’.

Doorbroken

Tegelijkertijd betwijfelt ze of het ‘kat-en-muisspel’ tussen gebruikers en controleurs doorbroken is.

Uit het rapport: ‘Het is hoogstwaarschijnlijk een kwestie van tijd voordat er iets nieuws komt dat effectief is en (voorlopig) niet opspoorbaar.’

Gedragsverandering

Naast het verduidelijken van de mores en het onderzoeken naar beweegredenen van dopinggebruik in het profpeloton (‘bij Nederlandse ploegen werd aan dopingmanagement gedaan’) doet de commissie in haar rapport een aantal aanbevelingen.

Ze legt de nadruk op gedragsverandering bij jonge renners, op een verbetering van de organisatiestructuur van de ploegen en een verbetering van het antidopingbeleid. Ook stelt ze dat een ‘hardere aanpak van notoire gebruikers’ het meest effectief lijkt.

© NUsport/Nando Boers