In de auto naar Mol, rugnummer halen, fiets in orde brengen, inrijden… de route is afgelegd. Mol is bereikt. Hier de laatste van de bijdragen over de voorbereiding van het WK Cyclocross voor Masters op 22 januari in Mol. Nummer 10: meedoen is belangrijker dan…

Hop, even klagen. Goed geloot, op de eerste rij, maar dat heeft weinig opgeleverd. Ik dacht dat ik snel weg was, maar de anderen kwamen als een speer voorbij en toen we bij het zand aankwamen was ik al naar achteren gedrumd. En dat vervelende zand haalde me totaal uit mijn ritme. Of beter gezegd: ik vond geen ritme. Ik had geen moment het gevoel dat ik met de koers bezig was. Het was niet veel, het zag er niet en ik maakte fout na fout en werd ingehaald door Duitsers, Engelsen en Polen, nu niet bekend staande als super crossers. Na ruim een half uur 37e, van de 61 starters en op zo’n zes minuten van de winnaar. Wel in dezelfde, thank god. Dit was niet de dag die ik moest hebben. De laatste foto toont ook enigszins hoe ik me voelde na de race…

Zo. Genoeg geklaagd. Spijt? Nee, totaal niet. Had een betere uitslag willen rijden, dat wel. Maar ik ben toch maar mooi 37e van de wereld geworden! Het was een prachtig evenement, met sporters uit tientallen landen. Rij je normaal tussen Ad en Jan, nu waren het Neil en Pjotr die je concurrenten waren. Met de daarbij behorende geluiden. Geen ‘kom op’ of ‘hup’ maar ‘come on’ en ‘hop, hop’. Met zelfs het gerammel van een paar koeienbellen, van die grote! Dat sfeertje was aangenaam. En het was ook mooi om de ‘nog’ oudere renners in de weer te zien. Fietsen en zelfs crossen kun je tot op hoge leeftijd blijven doen. En het was allemaal netjes geregeld. Voldoende parkeerplaatsen, douches, goede koffie en een goed uitgezet en beveiligde parcours.


En de route naar Mol? Die was eigenlijk mooier dan de eigenlijke dag. Ik heb met veel plezier drie maanden in het veld doorgebracht. Zo’n 2000 kilometer gereden, ontelbare wasbeurten van mijn wasmachine, een liter of twee afwasmiddel gebruikt en eigenlijk altijd zin gehad om op de fiets te kruipen. En ik ben niet ziek geworden, niks verrekt of gebroken. Het wekelijkse trainen met maatje Jan werkte prima op de ‘moraal’. Net als de plaatselijke crossjes in Rijen en west-brabant, de uitstapjes in België en het NK in St. Michielsgestel. De route was zeker de moeite waard. En ik ben er van overtuigd dat, heel simpel gesteld, wat ik heb gedaan eigenlijk iedereen kan doen. Je moet geen last van wintertenen hebben, willen crossen, een wasmachine kunnen bedienen en vooral graag fietsen. Zo. Nu weer de weg op. Er zijn nog zoveel mooie routes!

Tekst Menno Grootjans, foto´s Rik de Vree. Zie ook www.belgiancyclingselection.be