Om optimaal van je gravelritten te genieten, is een goede fietspositie onmisbaar. Hans Raven, behalve Fiets-redacteur ook bikefitter en fervent gravelaar, legt uit hoe je die bereikt. Dit artikel komt uit de Gravel Special 2025, te bestellen in onze shop.
Je optimale fietspositie vinden: het is net als trainingsprogramma’s, mobiliteitsprogramma’s en het ontwikkelen van je fietsvaardigheden een proces. Daarin ontdek je gaandeweg wat voor jou het beste werkt. Begrijpen, testen, finetunen, optimaliseren. Groeien. Ben je nog relatief nieuw met gravelen, dan gaat dit nog meer op. In dit artikel behandel ik de mogelijke verschillen tussen een racefietspositie en die van je (toekomstige) gravelbike.
De graveltool
Zie je fiets als een instrument, een tool. Hij moet ervoor zorgen dat jij de best mogelijke bewegingen kunt uitvoeren tijdens je ritten. Dat zal op een gravelbike vaak op een heel andere ondergrond zijn dan op je racefiets, met lagere (top)snelheden en wellicht andere doelen. Ik ga ervan uit dat je op je racefiets al je optimale positie bereikt hebt, of weet wat je zou moeten aanpassen om die te bereiken. Er zijn net zoveel verschillende optimale posities als er verschillende fietsers zijn. Simplificeren door te stellen dat een gravelbike altijd een breder stuur heeft dan je racefiets, is daarom te makkelijk. Terwijl ik dit schrijf, weet ik niet eens hoe breed je stuur op dit moment is, dus kan ik ook niet zeggen of je breder moet gaan. En fietsfabrikanten bieden doorgaans het gemiddelde aan. Misschien is dat voor jou goed, maar wellicht heb je juist een breder of smaller exemplaar nodig. Aan jou, als individu, de uitdaging te achterhalen wat voor jouw situatie ideaal is.
Het keuzeproces
Jouw fietsdoelen, de duur van je (meeste) ritten, je vaardigheden op gravelondergrond en je fysieke capaciteiten zullen een rol moeten spelen bij de selectie van je fiets. Heb je al gravelervaring en een gravelbike, dan kun je uitgaan van je huidige bikefit en wat je daar eventueel aan zou willen veranderen (meer daarover vind je in het artikel over het kopen van een nieuwe fiets, dat je kunt vinden op Fiets.nl). Laten we simplificeren door twee types fietsers te benoemen. Allereerst de endurance-gravelaar, voor wie langere of rustigere ritten het hoofdmaal vormen. De focus ligt op een comfortabele positie, al wil ook hij of zij af en toe heus wel een potje ‘light-boswielrennen’ of een PR najagen. Onder deze groep vallen ook de fysiek wat minder fitte of minder mobiele, wellicht relatief wat zwaardere fietsers met een lager aantal watts per kilo lichaams- gewicht. De tweede groep bestaat uit de gravelracers, voor wie snelheid het hoofddoel is.
Meer stack, vaak meer reach
Gravelbikes moeten omwille van het terrein meer stabiliteit bieden. Dat wordt bereikt met een langere wielbasis, een luiere vorkhoek en een langere achtervork. De reach van het frame is vaak groter en de stack hoger dan op een wegfiets. Zo zit je meer tussen de wielen, of ‘in’ de fiets, dan op de fiets.

Vergelijk je de reach van de Canyon Aeroad met die van de moderne, sportieve Grail, dan is de Grail bij dezelfde framemaat 18 millimeter langer, de cockpit met 70 millimeter lengte 3 centimeter korter, wat effectief een 12 millimeter kortere zit op de Grail betekent. Daarmee valt deze in de categorie ‘zeer sportieve gravelbikes’. De voorkant staat 3 centimeter hoger (stack) dan bij de Aeroad. Wil je hier korter zitten, dan kun je nog enkel de 60-millimetercockpit kiezen, die helaas niet smaller dan 42 centimeter wordt aangeboden. Weet dus wat je koopt bij lange frames.
Zowel race- als allroundmodellen kennen meestal een hogere stack dan hun wegfietsgenoten. Daarmee zit je meer rechtop, onder andere voor meer overzicht en een andere verdeling van je gewicht – en daarmee evenwicht. Moderne gravel(race)-geometrieën zijn dus vaak langer (frame reach) dan die van endurancefietsen. Op websites als geometrygeeks.bike of 99spokes.com kun je makkelijk je eigen fiets en een gravelbike vergelijken.

Is je racefiets vanwege het comfort een endurancemodel met een paar centimeter spacers en een bepaalde lengte stuurpen, kies dan gemiddeld genomen een gravelfiets die nog wat hoger en korter kan voor meer overzicht en controle.
Racers
Dan de gravelracers. Wedstrijden in Nederland zijn meer een vorm van boswielrennen, racers zullen hierbij zo gestrekt en diep als mogelijk willen zitten. Duik je de heuvels in en krijg je steile afdalingen met weinig voorspelbare ondergrond, dan kan die positie tegen je gaan werken. Een kleinere maat frame om zo een diepe aeropositie te creëren, met een lange stuurpen en dus het zwaartepunt ver naar voren, zal ook in bochten met onvoorspelbare losse ondergrond in je nadeel gaan werken.
Zadelhoogte en positie
Om op een onrustigere en onvoorspelbare ondergrond stabiel contact met je pedalen en zadel te waarborgen, kun je je zadel 3 tot 5 millimeter lager zetten, maar wel met behoud van een soepele pedaalslag. Ervaar het totaalplaatje van souplesse, kwaliteit van bewegen door de pedaalslag heen en stabiliteit op onrustige ondergrond. Houd ook rekening met de invloed van afwijkende dikte van andere schoenen en pedalen. Door de bredere cranks staan de pedalen wat verder uit elkaar dan op je racefiets. Voor de meesten is dit geen probleem, vaak is het juist fijner. Maar is dit voor jou wel een issue? Shimano XTR en SQlab hebben smalle pedalen.
Rijd je wegkoersen of heel sportief, dan kan je zadel relatief ver naar voren staan om in die diepe zit je heuphoek wat minder af te sluiten. Ook de zadelhoek kan hierop afgesteld staan. Je zou op de gravelfiets je zadel juist iets naar achteren kunnen schuiven en de zadelhoek daarop wat finetunen. Zo neemt het gewicht op de voorkant van de fiets en de handen af, wat zowel het comfort als gedrag in bochten en afdalingen kan verbeteren. Wellicht is je rug je ook dankbaar.

Heb je je zadel relatief ver naar voren staan omwille van beperkte heupmobiliteit, dan kun je ook kortere cranks overwegen. Je knie komt dan minder hoog en je kunt je zadel dan wat naar achteren zetten, opnieuw om je gewichtsverdeling en balans (en daarmee comfort en stabiliteit) te verbeteren. Kortere cranks kunnen ook van pas komen bij paden met hogere kanten, waar je met je cranks de grond dreigt te raken. Zet je zadel, in combinatie met een (te) hoog stuur, niet zo ver naar achteren dat je de druk op de voorkant van de fiets verliest. Dat gaat ten koste van de grip in bochten met losse grond of voorwieldruk op steile heuveltjes. Idealiter vind je een positie en balans waarmee je jezelf kunt manoeuvreren tussen je zadel en het stuur, om zo je balans aan te kunnen passen aan wisselende terreincondities. Dit speelt bij gravelen een grotere rol dan bij wielrennen.

Stuurpositie en flexibiliteit
Net als integrale cockpits zijn ook steeds meer stuurpennen qua design en functie enkel voor één model fiets te gebruiken. Kabels die door het stuur en de losse stuurpen lopen, maken wisselen van stuur(pen) tot een arbeidsintensieve en dure klus – en daarmee het testen of een aanpassing voor jou het gewenste resultaat oplevert tot een educated guess. Blijf er beter van weg, tenzij je overtuigd bent van je gravelpositie. Check of de leverancier een stuurpen met je gewenste lengtebreedteverhouding aanbiedt als je wilt vervangen.
Wil je een stabiele stuurpositie bereiken, beeld je dan een cirkel in tussen schouders, ellebogen en stuur. De armen zijn in staat te buigen, er is ruimte in de rughoek om die buiging te kunnen maken. De handen pakken de naar binnen geplaatste shifters met een neutrale polshoek vast. Met een te breed stuur wordt dat rondje meer een rechthoek of zelfs een driehoek, net als wanneer de shifters te recht geplaatst staan. Velen zullen dan de ellebogen gaan strekken of naar voren draaien met afnemende bewegingsvrijheid, stabiliteit en comfort tot gevolg. Sturen die veel breder staan dan je schouders werken dit ook in de hand en zullen snel oncomfortabel tussen de schouderbladen gaan voelen. Blijf in een range van 2 centimeter breder of smaller dan je schouderbreedte. Afhankelijk van je stuurbreedte ga je hooguit 2 centimeter breder dan op je wegracer. 46 centimeter brede sturen zullen voor de meesten veel te veel van het goede zijn. Smaller dan 38 kan dan weer ten koste gaan van gewenste stabiliteit.

Veel flare onderin de beugels kan stabiliteit bieden in ruige omstandigheden, zonder dat het stuur bovenin te breed wordt. Maar het vermindert wel je comfort als je met je handen in de stuurbochten wilt rijden. Voor de meeste situaties in Nederland is beetje flare (tot 10 procent) ideaal en genoeg.
Ontdek wat bij jou past
Tot slot: gravel is fun en een blijvertje, maar voor velen is het nog wel relatief nieuw. Het terrein is anders – pas je fiets(positie) daar dan ook op aan. Het kan tijd kosten om te ontrafelen wat voor jou ideaal is. Ook zul je je wellicht ontwikkelen wat vaardigheden en interesses betreft. Er is zoveel te ontdekken. Zoek materiaal dat makkelijk en voordelig aan te passen is en durf te verkennen en ontdekken wat bij jóu past.
Online kun je de geometrie van je weg- en gravelfiets vergelijken. De stack, reach en zitbuishoek zijn de bepalende factoren voor je ‘fit’.
