Het functioneren van een band wordt in zeer grote mate bepaald door de bandenspanning en door de breedte. Welke eigenschappen je varieert door met de luchtdruk en de breedte te spelen, leggen we voor je uit.

De functie van banden is het leveren van grip en contact met de bodem. Het contact houden met de bodem gebeurt door te vervormen. Daardoor kan de band tegelijk obstakels wegnemen en schokken filteren. Hoe breder de band is, des te meer volume de band heeft en des te makkelijker deze kan vervormen. Vering op kleine schaal dus. De stugheid heeft ook invloed op de verende kwaliteiten. Goedkopere banden hebben vaak stuggere zijkanten. Dit beschermt tegen doorslaan of beschadigen en er zou minder druk in kunnen, maar het gaat ook soepel inveren tegen.

Of een brede of een smalle band beter is, hangt af van je gewicht, op wat voor ondergrond je rijdt en hoe je rijdt. Smalle banden zijn lichter. Bredere banden hebben minder rolweerstand. Bij een bredere band verdeel je de druk over een groter oppervlak en blijf je meer op de ondergrond ‘drijven’. Ben je lichter, dan blijf je sowieso al beter ‘drijven’ dan een zwaarder persoon. Lichtere rijders kunnen dus met een smallere band eenzelfde rijgevoel krijgen als zware rijders met een bredere band. Voordeel van bovenop het oppervlak te rijden, is dat je beter kunt blijven sturen en dat de rolweerstand lager is. Nadeel kan zijn dat je minder goed een rechte lijn houdt. Voordeel van een smalle band is weer dat je diep wegzakt in zachte ondergrond en zo eventueel grip vindt op de hardere onderlaag. Ook ga je goed rechtuit. Sturen op zachte ondergrond met een smalle band gaat echter heel slecht.

De juiste bandenspanning is niet zomaar te geven. Iedere band rolt lichter als je deze harder oppompt. Nadeel is dat de verende eigenschappen dan minder worden. In het terrein verlies je daardoor eerder contact met de grond en dus controle en tractie. Pomp een band dus alleen op tot de maximale waarde die op de zijkant staat, als je op de verharde weg blijft. Wil je een harde band in het terrein, trek dan ongeveer 1 bar af van de maximale waarde. Dit is ook gewichtsafhankelijk. Iemand van 100 kg zal nog steeds dicht tegen de maximale druk aan moeten zitten. Een biker van 55 kg kan nog meer dan 1 bar minder in de band pompen. Probeer ook eens met de luchtdruk te spelen, je zult merken dat het grote verschillen in rijden oplevert. Met de meeste brede banden van tegenwoordig, van circa 2.1 inch, is 2 bar voor een 80 kg wegende rijder goed.

Met tubeless banden – dat is het systeem zonder binnenband – vang je een aantal vliegen in één klap. Tubeless rolt van zichzelf al lichter en biedt een goede bescherming tegen doorslaan en lekrijden. Je kunt dan ook met een lagere bandenspanning rijden en zo meer comfort en grip creëren. In bandbreedte is er echter minder keuze. Zo zijn er geen smallere tubeless banden en ook breder dan 2.25 inch is niet te krijgen.