We zijn voorstander van schijfremmen op racefietsen. Waarom? Dat zetten we hier nog eens op een rijtje. Welke schijven zijn het best en voor wie? En hoe haal je het meest uit je disc brakes?

Waarom zijn we disc-ipelen?

Er zijn veel praktische redenen om fan te zijn.

Consistente remkracht

Al eens geremd op een carbon remrand in de regen? Wij ook niet. Dat lukt namelijk niet. Met een stalen rotor in het midden van het wiel heb je geen last van remkrachtbeperkend vocht op je remoppervlak zoals bij velgremmen het geval is. Ook slijten je velgen niet door het remmen, waardoor je lichtere carbon velgen kunt kiezen.

Direct gevoel

Ervan uitgaand dat de installatie van de hydraulische schijfremmen vakkundig is gedaan, levert een schijfrem je een veel directer remgevoel op. Nee, we bedoelen niet dat je ineens met piepende banden remt zodra je maar met je vinger je remgreep raakt; je kunt dics prima doseren. Maar olie door een kabel geleidt beter dan zo’n oude binnenkabel, waardoor de communicatie tussen je vingers en de rem beter is. Trek maar eens een slecht onderhouden binnenkabel aan met je remgreep. Ook de kabelloop haalt niets meer af van je remprestatie. Dat betekent dat de ondergrens van je remkracht uitsluitend nog wordt bepaald door de je banden.

Zelf stellend

Hydraulische remmen gebruiken vloeistof reservoirs die automatisch de druk aanpassen, zodat slijtage van de blokken geen invloed hebben op de remactie met de grepen. Je hoeft je remmen dus nooit in te stellen. En de blokken zijn sneller en makkelijker vervangen dan je denkt.

Meer ruimte voor de velg

Er is een boel aan de gang als het gaat om bandbreedte. Het idee dat een 19mm band het best is, is allang begraven. We gaan nu zelfs naar 32mm+ op een wegfiets, voor meer comfort bij evenveel rolweerstand. Die ruimte is er als je een schijfrem hebt. Met een velgrem past je band niet tussen de remblokken door als je je wiel insteekt. Mocht je een spaak breken onderweg, heb je ook geen last van een velg die tegen de blokken aan hobbelt. Over velg gesproken: als je van wiel wisselt met velgremmen van carbon naar alu of andersom, moet je blokken wisselen. Dat hoeft niet bij schijfremmen.

Ploffende banden

Remmen is hitte opbouwen. Doe je dat met velgremmen, dan bestaat het risico dat je velg heet wordt, bijvoorbeeld in lange, steile afdalingen met veel haarspeldbochten. Bij een hete velg kan je buitenband ploffen of je kit smelten als je met tubes rijdt. Ook schijven kunnen heet worden, maar daar heb je veel minder cruciale problemen door.

Beter sturen

Met de introductie van disc op de racefiets heeft ook de steekas zijn intrede gedaan. Die steekas zorgt ervoor dat de fiets stijver wordt en strakker stuurt dan met de dunne snelspanner. Dat is voor veel profs, met name sprinters, een belangrijke overweging om voor schijfremmen te kiezen.

Disc-ussie

Alle tech en feiten die je nodig hebt om het beste uit je schijven te halen.

Inremmen

Je moet nieuwe schijfremmen inremmen. Door ze in te remmen zorg je ervoor dat een beetje residu van je remblok achterblijft op de remschijf. Dat verhoogt de wrijving als je remt. Ook moet je nieuwe remblokken inremmen (in droge omstandigheden) om te zorgen dat je remkracht hebt mocht het onverhoopt regenen. Dat inremmen doe je door te accelereren en dan te remmen tot het niveau dat je wielen bijna blokkeren. Dat doe je een paar keer, tot je voelt dat je remkracht niet meer toeneemt.

Hydraulisch of mechanisch?

Er zijn ook schijfremmen die werken met een binnen- en buitenkabel. Die mechanische schijfremmen hebben als voordeel dat je kunt werken met een conventionele remgreep. Verder is alles gelijk: je kunt dezelfde wielen en bandbreedtes gebruiken en ze hebben ook een remvoordeel bij slecht weer. Het nadeel is dat de binnenkabel kabelrek heeft en vies kan worden, waardoor de remkwaliteit minder is. Je moet meer onderhoud plegen. Ze voelen vaak ook anders aan bij verschillende remgrepen.

Hydraulische schijfremmen blijven altijd identiek functioneren en vergen weinig onderhoud. Ze stellen zelf bij. Nadeel is dat de druk kan wegvallen als je bijvoorbeeld je remgreep inknijpt terwijl er geen rotor tussen de blokken zit. Dan moet je het systeem opnieuw ontluchten en dat is lastiger, zeker als je bijvoorbeeld op vakantie bent.

Er zijn ook hybride systemen, die een conventionele remgreep combineren met een hydraulische remklauw. Dan zit er een adapter tussen. Hoe dichter die bij de remgreep zit, hoe minder conventionele kabel en dus hoe meer van de kabel vuil kan worden.

Vloeistoffen

Remmen van SRAM en Hope gebruiken dezelfde vloeistoffen als die van auto’s en motoren, synthetische DOT 4 of 5.1. Shimano en Campagnolo lopen op minerale vloeistof. Houd dat goed uit elkaar. De verkeerde vloeistof in je remsysteem zorgt ervoor dat je afsluiters kunnen beschadigen, waardoor je je remsysteem kunt afschrijven.

Remschijven

De remschijven op een racefiets zijn over het algemeen 140 of 160 millimeter, of een combinatie daarvan. Bij mountainbikes zijn ze soms groter, zeker bij downhill. De basisprincipes van overbrenging leren dat een 160 millimeter remschijf ruwweg 20 procent meer remkracht levert dan een 140 millimeter schijf. Ook kan die schijf beter overweg met de warmteopbouw. Met andere woorden: zware rijders of afdalers hebben grote schijven nodig. Rotors uit twee stukken, met een alu middenstuk, zijn iets duurder en lichter.

Remblokken

Er zijn twee soorten remblokken. In het Engels, de taal die je in de meeste handleidingen zult tegenkomen, heten ze organic resin of sintered. De organic resin zijn wat zachter, en leveren minder hitte op tijdens lange afdalingen. Sintered remblokken bevatten metaal (vaak koper) en zijn daardoor harder en bijteriger, zeker als het nat is. Die zijn prima in bijvoorbeeld een cyclocrosser. Ook slijten ze minder snel.

Bevestiging

Remklauwen worden op verschillende manieren aan het frame gemonteerd. Je hebt post mount, waarbij de bevestigingen op het frame zijn gelast of geplakt, of direct mount, waarbij eigenlijk een soort gaten met schroefdraad direct in de vork zijn gemaakt.

Disc-tionary

Het woordenboek van de schijfrem

Bleeden: Het verwijderen van luchtbellen uit je remleiding door er remvloeistof doorheen te laten vloeien.

Glazing: Term gerelateerd aan oververhitting, waarbij een remblok zó heet wordt dat er een dunne gaslaag ontstaat tussen de remblok en de remschijf, waardoor ze niet goed met elkaar in contact komen bij het remmen.

Bimetallic: Schijven met een stalen buitenkant (voor beter remmen en minder slijtage) over een alu kern (voor betere hitteafvoer).

Centerlock: Shimano’s bevestigingssysteem voor remschijven, waarbij de schijf op een getand schijfje wordt gemonteerd, in plaats van met zes bouten. Nu ook bij andere merken een optie.

Freeza: Technologie van Shimano die ervoor moet zorgen dat het remoppervlak beter hitte kan verwerken.

Icetec: Een systeem van opnieuw Shimano dat Freeza-schijven en -blokken combineert met een soort vinnen op de rotor om hitte te verwerken.

Disc don’ts

Geen olie op je remblokken: Zelfs natuurlijke olie op je vingers kan er bij aanraking voor zorgen dat je remblokken minder goed functioneren. De olie trekt in het blok. Vergeet het broodje aap-verhaal dat je met een aansteker of een andere vorm van verhitting je remblok kunt ‘inremmen’. Het risico is groot dat de blok van het schijfje komt, waardoor je verder van huis bent.

Niet constant remmen: Je moet je remtechniek aanpassen. Constant zenuwachtig remmen is nergens goed voor. Met remschijven heb je altijd remkracht. Bovendien bouw je met slepend remmen te veel hitte op. Rem hard als het moet, en laat de blokken afkoelen.

Nooit remmen met je fiets op zijn kop: Het oliereservoir staat op zijn kop, dus de kans dat er lucht in de leiding komt is groter.

Niet minder dan zes bouten: We hebben Rasmussen-lookalikes gezien die gewicht wilden besparen door maar drie bouten van de zes te gebruiken. Niet doen. Het risico is veel groter dan de gewichtsbesparing.

Niet afkoelen met water: Natuurlijk, het is grappig als je water op je hete remmen gooit, waardoor er stoom van je fiets komt. Maar het is minder grappig als ze daardoor kapot gaan en je ze moet (laten) repareren.

Raak je remmen niet aan: Ga niet je remmen aanraken als je net een afdaling hebt gedaan om te kijken hoe heet ze zijn. Ze zijn brandmerkend heet. Echt. Denk aan 300 graden Celsius of in die buurt. Auw.

Geen lichtgewicht schijven: Ze zijn er, van allerlei mixen van carbon en zo. Ultralicht. Maar als je geen prof bent die alles te winnen heeft met een lichte klimfiets, maar een toerist die best nog een kilootje zou kunnen afvallen: kies voor veilige schijven. Als je de helft van het gewicht van een schijf kunt besparen, praten we over zo’n 50 gram per paar. Onzin dus. Plus veel goedkoper.

Welke merken

Shimano

Shimano’s wegremmen hebben een flinke evolutie meegemaakt en nu zijn de remgrepen eigenlijk nauwelijks nog te onderscheiden van mechanische. Dat is fijn, want de eerste generaties waren veel lomper en oncomfortabeler. Dat geldt nu alleen nog voor de goedkopere versies, hoewel de nieuwe 105 een prima remgreep heeft. Over het algemeen is Shimano wat goedkoper dan bijvoorbeeld SRAM. Shimano gebruikt vele Icetec-kenmerken om de remmen geschikt te maken voor de bergen, maar de 140 millimeter schijven schieten tekort. Goedkopere schijven zijn zacht en kun je alleen gebruiken met resin remblokken. We hebben meer porblemen zoals geluid, bleeden en lucht meegemaakt met Shimano dan met andere merken, maar we rijden ook veel meer met Shimano, dus misschien is ons beeld wel vertekend.

SRAM

Die oude hydraulische remgreep van SRAM deed denken aan een ossenkopstuur en had praktische voordelen: zo kon je er lekker op steunen. Maar lelijk waren ze wel. Met de laatste generaties is de knobbel uit het beeld verdwenen. Na een recall zijn de remmen verbeterd en nu zijn ze echt hufterproof, met verrassend weinig onderhoudsdingen die we tegenkwamen. Sponzig remmen bij een nieuwe fiets is makkelijk te verhelpen door de lekpoort bij het reservoir en de Red HRD-remmen kun je enorm eenvoudig bleeden en stellen voor kleine handen. Soms willen ze piepen, zeker als je blokken van een ander merk monteert. Maar verder maken ze minder geluid en remmen ze beter bij kleine schijven dan Shimano. Maar ze zijn wel (veel) duurder dan de Japanse tegenhanger.

Campagnolo

Eindelijk heeft Campagnolo zijn eigen remschijven. Bij eerdere hydraulische fietsen van Campa werd samengewerkt met andere merken, maar liever ontkenden de Italianen het bestaan van de disc brakes. Maar ja, dat is geen handige strategie, hebben ze gemerkt. We hebben er weinig mee kunnen rijden, zeker niet langdurig, dus het is moeilijk er een goed gefundeerd oordeel over te geven. De eerste indruk is prima. De handeling is goed, net als de ergonomie van de grepen. Ook de blokken gaan mooi terug door de magnetische werking en daardoor is het geheel behoorlijk geluidloos, op af en toe een schreeuw na. Campa heeft weer uitstekend nagedacht over de uitwisselbaarheid van delen, zodat je makkelijk aan reservedelen kunt komen. In tegenstelling tot de andere merken, die spacers gebruiken om de klauwen op een ander formaat schijven te laten grijpen, kiest Campagnolo ervoor om voor ieder formaat schijf een andere klauw te maken. Dat levert op bij de montage, maar is lastig als je over wilt stappen op een ander formaat remschijf.

De andere merken:

Naast de Grote Drie zijn er nog een paar andere relevante spelers op de racefiets.

Giant: De Taiwanese fietsenreus heeft zijn eigen hybride systeem, dat een mooie upgrade is als je een nieuw discframe koopt.

Hope: Hope heeft een V-Twin conversiekit die je mechanische remgreep matcht met een hydraulische remklauw, met een piston onder je stuurpen. Werkt prima, maar is zwaarder en optisch minder aantrekkelijk.

Tektro: Heeft een goedkoop imago, maar hun hybride remsysteem Hy-rd en hun Spyre mechanische schijfrem is een van de beste op de markt.

FSA: De nieuwe K-Force-groep van FSA ziet er aantrekkelijk uit en werkt prima. Lang hebben we er niet mee gereden, dus we durven geen boude beweringen te doen. De vraag is echter of het een praktisch aantrekkelijk alternatief is.

Rotor: Ook de Spaanse onderdelenfabrikant Rotor heeft een eigen groep, met niet alleen hydraulische schijfremmen maar ook hydraulische schakelcomponenten. Voor Rotor geldt precies hetzelfde als voor FSA.

Waarom velgremmen het nog prima doen

We worden al een paar jaar afgebrand omdat we voorstander zijn van schijfremmen. Het zij zo. We denken dat de schijfrem het beste allround remsysteem is gezien de voordelen die we hier hebben gememoreerd. Nadelen zijn er ook, waardoor soms een velgrem de voorkeur zou kunnen krijgen.

Zo zijn velgremmen, in weerwil van technische ontwikkeling, nog altijd lichter dan schijfremmen. Reken op 300-500 gram extra gewicht. Vandaar dat Tom Dumoulin voor velgremmen kiest (maar hij heeft afgesloten wegen als hij afdaalt…). Ook kun je ze beter verwerken achter je frame, waardoor ze minder lucht vangen.

Betaalbare racers met schijven wegen snel een kilo meer dan racers met velgremmen. De ‘schuld’ ligt niet bij de remmen zelf, wel bij de wielsets en banden. Brede banden en binnenbanden wegen snel circa 100 gram per stel meer. Goedkope ‘disc’ wielsets wegen ook zo’n 500 gram meer. Dat, met de schijven voegt veel gewicht toe.

Er wordt nog steeds gewerkt aan betere remmen. Met de direct mount dual caliper remhoeven heb je tegenwoordig een betere velgrem dan ooit. Daarnaast interesseert het een remhoef niet zoveel welke greep aan de kabel trekt, dus je kunt van alles en nog wat met elkaar combineren. Alleen Campa valt daar een beetje buiten, omdat je daar de remhoef ontspant bij de remgreep.

Daarnaast zijn ze simpeler. Het vergt minder technisch inzicht om een remhoef af te stellen, een kabel te vervangen of een remblok te veranderen. Ook niet onbelangrijk: de blokken zijn minder kwetsbaar voor olie of iets dergelijks. Wel slijten ze als een dolle in slecht weer, natuurlijk. En last but not least: ze zijn een stuk goedkoper.

Daarom zien we de velgremmen niet snel verdwijnen, zeker niet in de Tour, waar een paar gram lichter veel belangrijker is dan een beetje meer remkracht. Als je alleen rijdt in het vlakke Nederland, met een paar alu wielen in je fiets en die niet wisselt, dan heb je aan velgremmen meer dan voldoende. Maar ben je zwaar, rijd je in de bergen, wil je met een mooi carbon setje rijden zonder te wisselen voor de regen, wil je nauwelijks onderhoud de komende jaren en ga je toch overstappen naar een nieuwe fiets, dan is schijfremmen de beste keuze.

Lichte aero racers met schijven zijn zeer prijzig. Fabrikanten zetten in op ‘de nieuwe techniek’: schijven en dus nieuw frame, nieuwe vork, nieuwe wielen enz. En dan ook nog een nieuwe cockpit en zadelpen. Dit als argument gebruiken ze ook stilzwijgend voor een prijsverhoging. Een standaard carbon racer met Ultegra heb je al voor zo’n 1750,- euro. Maar je ziet ook disc aeroracers met Ultegra en Disc voor zo’n 4500 tot ruim 6000 euro….

Tips

1. Altijd je systeem bleeden met je reservoir als hoogste in het systeem. De eventuele luchtbellen gaan naar boven en dan zo naar buiten. Een paar kleine tikjes helpen de belletjes verder.

2. Door je remgrepen een tijdje met een elastiek naar je stuur te trekken (remmen simuleren) kun je het sponsige gevoel weghalen. Een soort zelf-bleeden.

3. Als je remblokken gaan slepen, kun je met een schroevendraaier de blokken een beetje heen en weer duwen (haal eerst het wiel eruit!). Zo smeer je de verzegeling en gaan de pistons weer vrij bewegen.

4. Haal je schijven van je wielen als je ze transporteert in een vliegtuig. Anders buigen ze misschien.

5. Haal je de wielen eruit voor transport of onderhoud, stop dan iets tussen de remblokken. Per ongeluk de remgreep indrukken haalt de oliedruk van de leiding en belemmert het functioneren.

6. In onze Onderhouds & Reparatiegids leggen we aan de hand van duidelijke foto’s uit hoe je een fiets met schijfremmen het best onderhoudt. Van het wisselen van remblokken tot het ontluchten van het systeem. Nu voor slechts 6,95 te bestellen, 260 pagina’s tips en trucs.