Als redacteur bij Fiets zie ik allerlei soorten gravelbikes, van superrace tot monstercross units en van 2×10 tot 1×13. Onlangs mocht ik kennismaken met de Niner MCR full suspension gravelbike. Een bijzonder ding, maar wel met potentie.

De MCR is een carbon gravelbike met 6 centimeter veerweg. Door de ingewikkelde kinematica en stevige Fox-vork buiten een comfortabel fiets, vooral ook een heel zware gravelfiets. Niet echt een sportieve racer, maar wel een heerlijke racer om lange afstanden mee te maken. Al tijdens het fietsen met de Niner vroeg ik me af of dit concept niet veel te ingewikkeld is voor het doel dat Niner nastreeft. De 6 centimeter veerweg is voornamelijk bedoeld om de rommelige ondergrond vlak te strijken, grip te geven en je het gevoel te geven dat je gewoon weer over het asfalt rijdt.

Eerlijk is eerlijk: die paar centimeter zijn voor dit doel ruim voldoende. Maar, echte kinematica met doorontwikkelde anti-squad, pedal kickback en dergelijke zijn eigenlijk een beetje onnodig. Net als een vork met uitgebreide compressiedemper en dikke 32mm vorkpoten waar ook wereldbeker mountainbikewedstrijden mee worden afgewerkt. Zijn er geen mogelijkheden om een comfortabele fiets te bouwen zoals de Niner, maar dan met een veel lichter gewicht? Een fiets die wel snel en responsief aanvoelt? Een vork die geen lockout nodig heeft en waardoor de focus weer op sturen ligt in plaats van het bedienen van knoppen.

Is vering op een gravelbike überhaupt wel een goed idee? We zien de laatste tijd een duidelijke tweedeling bij de introductie van gravelfietsen. Aan de ene kant krijgen we bikes die vooral op snelheid en aerodynamica zijn gericht. Het is algemeen bekend dat luchtweerstand onze grootste tegenstander is. Hoe hoger de snelheid, hoe groter de weerstand. Bij gravelbikes is dit altijd een minder grote factor. Vooral omdat de snelheid simpelweg lager ligt. Echt interessant wordt het pas bij snelheden van 30km/h en hoger. Lang niet een snelheid die iedereen continu rijdt. Daarom focussen we nu op de andere kant. Gravel is namelijk per definitie niet comfortabel. Ooit zei organisator van de Pathfinder events rondom Eindhoven Yorit Kluijtmans: ‘De beste gravelbike is een mountainbike’. Voor een groot deel ben ik het hier volledig mee eens. Een hardtail mountainbike biedt meer grip, het rolt eveneens rap en ze hebben bredere banden en daardoor meer comfort. Een mountainbike heeft echter geen gebogen stuur. Wisselen van houding is daardoor niet mogelijk en ook de tandwielverhouding is anders. Wat dat betreft is de Niner een behoorlijk goede mix tussen mountainbike en gravelfiets.

Wat kan er beter? De ideale gravelracer

De Niner is vooral gecompliceerd. De afgelopen jaren heb ik op diverse fietsen gereden met soortgelijke systemen die veel eenvoudiger zijn. Bekijken we de voorvering dan zijn er momenteel ongeveer vijf verschillende systemen. Zo hebben MRP, FOX en Suntour allemaal volledig geveerde vorken. 4 tot 6 centimeter veerweg, lockout bedienbaar op de vork en met gewichten tussen 1400 en 1800 gram. Als je bedenkt dat een lichte carbon vork minder dan 400 gram weegt dan is dat een dikke kilo extra in ruil voor comfort. Dat voel je, en goed ook. De wendbaarheid en het speelse gevoel van een gravelbike verdwijnt als sneeuw voor de zon. De luxe voorvorken vallen voor mij dan ook meteen af. De stap naar een mountainbike met lockout op het stuur is zo erg klein, en dan kun je er ook écht mee biken.

Een vork die iedereen weleens heeft gezien is de Lauf. Een vork die met bladveren voor 3 centimeter veerweg zorgt. De vork is niet te blokkeren en is ook niet instelbaar. De stijfheid van het systeem is ‘gemiddeld’. In de praktijk werkt het prettig op gravelstroken, maar ik mis de functie om de vork te blokkeren op de weg. Staand klimmen of een sprintje voelt nu wat zweverig. Een Lauf SL weegt zo’n 850 gram. Een kleine halve kilo meer dan gemiddeld.

Een andere alternatief is de Lefty Ocho Oliver, in mijn ogen verreweg de beste verende voorvork die beschikbaar is. De carbon vork heeft 30 millimeter veerweg en is bedienbaar op de vork met zowel lockout als rebound. Het beste aan de vork is dat de lockout eigenlijk niet nodig is. ‘Oliver’ betekent namelijk zoiets als ‘zelfdenkend’. De vork veert niet wanneer het nodig is en breekt los wanneer de oneffenheden van onderaf te groot worden. Dit werkt perfect. Wanneer je uit het zadel komt deint de vork minimaal, zonder storend bijeffect. De Ocho oliver is los verkrijgbaar voor €1599. Geen misselijke prijs. Het gewicht is ± 1350 gram. Een kilootje in de plus.

Als laatste bekijken we de Futureshock 2.0 van Specialized. Geen veerelement in de vork, wel tussen het frame en de stuurpen. Slechts 20 millimeter veerweg biedt het systeem. Aan en uitzetten kan met de knop op de stuurpen. In de praktijk gebruik je deze echter zelden. Net als de Lefty-vork van Cannondale werkt het systeem prima in ‘open’ stand.  De Futureshock is instelbaar door het wisselen van de springveren in de cartridge. Het systeem weegt ± 500 gram. De werking is erg prettig. Wel komt het systeem met het nadeel dat het enkel in een Specialized werkt. En vooral dat de stuurpenhoogte wat minder makkelijk is aan te passen.

Bouwen we onze ideale gravelracer dan zou ik voor de Lefty vork kiezen. Deze heeft de beste veereigenschappen, goede stijfheid en geen extra kabels of knoppen die tijdens het rijden moeten worden bediend. Toch verkies ik nu de Futureshock. Vooral omdat een ‘normale’ vork in de praktijk praktischer is dan de Lefty. Denk aan spatborden, een eventuele naafdynamo. Maar vooral de mogelijkheid om anycages te monteren op de vork en de mogelijkheid makkelijk wielen uit te wisselen geven de doorslag om in te boeten op de hoeveelheid veerweg. Daarvoor in de plaats krijgen we wel het lichtste systeem terug.

Achtervering

Het grootste voordeel van de Niner MCR is de 60 millimeter achtervering. Echter de grote hoeveelheid draaipunten, de te eenvoudige demper en het hoge gewicht maken het zeker niet probleemloos en ideaal. Dat moet simpeler kunnen. Zoals gezegd is bij zo weinig veerweg amper sprake van noodzakelijke kinematica. Een fiets die zo simpel werkt en eigenlijk precies doet wat we zouden willen is de Trek Supercaliber. Een racy mountainbike met eveneens 60 millimeter veerweg. Slechts één draaipunt en een demper die deels in de frameconstructie zit verwerkt. De grote luchtkamer zorgt ervoor dat het systeem ook behoorlijk grote impact aankan.

Stel: we bouwen een gravelbike rondom het veerconcept van de Supercaliber. Dit plaatsen we in een gravelframe en omdat we toch aan het dromen zijn mag de demper best wat kleiner zijn in volume. Een gravelbike hoeft per slot van rekening geen drops en jumps aan te kunnen. De vering dient er alleen voor om efficiënter te worden. Een lockout is wel essentieel. Deze kan bediend worden met de linkershifter of een kleine knop op het stuur.

Het concept van Trek met de Isostrut demper is één van de simpelste en lichtste systemen die er momenteel beschikbaar zijn. De demper geeft vooral erg veel tractie in de bochten. Verder filtert het de kleine oneffenheden uit. Precies waar we naar op zoek zijn.

Aan de knutsel. Onderstaand een samenstelling van ons ideale gravelframe. Futureshock aan de voorkant, Isostrut vering onder de bovenbuis.

Framegeometrie
Ook hier zien we door de jaren heen wat veranderen. Waar mountainbikes al jaren langer en luier worden lijkt dat nu ook in de gravelscene door te stormen. Sommige extreme voorbeelden zoals de Evil Chamois Hagar zoeken het randje op. Anderen blijven wat meer op de vlakte. De trend is wel dat de reach toeneemt waardoor de stuurpenlengte korter wordt. Dit zorgt voor minder druk op het voorwiel en betere stuureigenschappen met een gelijke zithouding dan voorheen. Het bracket van een gravelbike ligt vrij laag. Ook de zitbuis is vaak wat steiler dan een racefiets of cyclocrosser.

Ook in dit geval een laag bracket. Vooral om brede banden te kunnen plaatsen. Hoewel we al enigszins comfort verkrijgen door de vering doen banden ook nog steeds een hoop. Iedereen die mij kent weet dat ik een voorstander ben van 650B. Toch kiezen we hier voor de grotere en meer conventionele 700C wielmaat. 650B kies je normaal vooral vanwege de mogelijkheid om bredere banden te monteren. Meer comfort is dan het grootste voordeel. Nadelig is dat de sweet spot qua bandendruk veel preciezer komt. Te hard en je komt geen bocht door, te zacht en je zwabbert eveneens alle kanten op. We bouwen ons frame zo dat er banden tot 50 millimeter breed in passen. Net als bijvoorbeeld de nieuwe Canyon Grizl. Zo heb je én de comfortvoordelen, maar ook de snel rollende grotere wielmaat.

In de tubeless wielen monteren we liners. Anti-lek ‘slangen’ die ervoor zorgen dat we altijd door kunnen fietsen.

Hoewel aandrijvingen met 1x prima werken heb ik toch het liefst een fiets met voorderailleur in dit geval. We willen een gravelracer. Een fiets waarbij de vering ervoor moet zorgen dat je rapper bent. Het grotere voorblad en de cassette met kleinere tussenstapjes dragen daar zeker aan bij. Een GRX groepje biedt hierin uitkomst.

Accessoires

Een breder stuur met de nodige flare zorgt voor het vertrouwen bergaf. Een zadelpen met minimale verstelbaarheid doet de rest. Een dropper met 10 centimeter of meer is nogal over de top. Er zijn diverse lichte versies beschikbaar met 4 tot 6 centimer veerweg. Net genoeg om afdalen een stuk veiliger en leuker te maken. Een zeer licht exemplaar is de dropperpost van DT-Swiss. Mechanisch bedienbaar. Zo kunnen we de kabel tot in het stuur laten lopen waardoor we deze eenvoudig kunnen bedienen. Tot zover het hersenspinsel wat betreft de ideale gravelbike. De komende jaren zullen we meer en meer een tweedeling zien in gravel ‘race’ en ‘avontuur’. Een snelle fully is nu misschien nog een beetje te vooruitstrevend, maar ik schat de kans hoog in dat we binnen een jaar of 4 wedstrijden als Dirty Kanza gereden zien worden met volledig geveerde racemonsters.