Heb je knieklachten? Misschien zelfs knieartrose? Ga fietsen! Bewegen is namelijk belangrijk – en fietsen lijkt bij uitstek een geschikte sport. Maar of dat echt zo is? Daarover is nog maar weinig bekend. Een groot, Nederlands onderzoek moet daar verandering in brengen. Jij kunt daar overigens bij helpen!

(tekst: Berry Overvelde)

Fietsen is goed voor heel veel zaken. Je houdt je conditie ermee op peil, net als je gewicht. Je traint
heel wat spieren, van je kuiten en je bovenbenen tot je hart. Je komt nog eens buiten, en ontdekt daar de mooiste plekken. Je trapt je hoofd leeg – wég met die stress. En vooral, al hoeven we jou dat als Fiets-lezer eigenlijk niet te vertellen: fietsen is leuk! Maar er lijkt nog een groot voordeel te zijn, specifiek voor mensen met knieartrose. Wie met deze aandoening kampt, krijgt te vaak horen dat hij of zij vooral moet blijven bewegen.

Op papier lijkt fietsen dan de perfecte sport: het gewricht krijgt niet zoveel klappen te verwerken als tijdens, we noemen eens wat, hardlopen of tennissen. Maar of wielrennen echt gunstig is voor deze patiënten? Gunstiger dan rennen of een balletje slaan? En zo ja: hoeveel winst mag je verwachten? Daarover is bar weinig bekend. Gelukkig wordt er op dit moment grootschalig onderzoek naar gedaan, binnen het zogeheten LoaD-project. De onderzoekers zoeken hiervoor trouwens nog deelnemers, zie onderaan dit artikel, of klik hier.) Hoe steekt de studie in elkaar? En wat gaat het, hopelijk, aan het eind van de rit opleveren?

WAT IS KNIEARTROSE?

Eerst een stapje terug, want wat is knieartrose? Bij deze aandoening wordt het kraakbeen in het kniegewricht steeds dunner en zachter. Ook komen er scheurtjes in. Gezond kraakbeen werkt als stootkussen, maar bij artrose vangt dat stootkussen klappen minder goed op. Het slijmvlies om het kniegewricht kan gaan ontsteken, en dat kan flink pijn doen. Ook kan je knie stijf zijn en opzwellen, kunnen er vochtophopingen ontstaan (oedeem) en kan aan de randen van het gewricht extra botweefsel groeien (osteofyten). Volgens de meest recente cijfers van huisartsen (2023) is bij maar liefst 1,6 miljoen Nederlanders een vorm van artrose vastgesteld.

Daarbij komt knieartrose het vaakst voor (ongeveer 805.000 keer), de rest van de patiënten heeft klachten in bijvoorbeeld de handen of de heup. Elk jaar komen er zo’n 50.000 nieuwe patiënten bij. Wat de aandoening veroorzaakt is doorgaans gissen, vertelt bewegingswetenschapper Marienke van Middelkoop van het Erasmus MC, projectleider van LoaD. “We kennen wel een aantal algemene risicofactoren, zoals overgewicht of eerder knieletsel. En er is een genetische component.” Ook leeftijd speelt mee: hoe ouder, hoe groter de kans op klachten. Maar precies zeggen wat de artroseklachten bij één individu veroorzaakt, is (nog) niet mogelijk.

METEN IS WETEN

Heb je eenmaal klachten door artrose, dan kunnen die komen en gaan. De ene keer heb je er meer last van dan de andere keer. Maar helemaal over gaat het nooit: het is niet te genezen. “Uiteindelijk kan een operatie nodig zijn, waarbij de patiënt een knieprothese krijgt – en zelfs dan kunnen er klachten blijven”, zegt Van Middelkoop. “Het doel is natuurlijk om dat zo lang mogelijk uit te stellen.” Bewegen is daarbij belangrijk, krijgen patiënten vaak te horen. Dat houdt namelijk de spierkracht op peil, en daarmee het gewricht stabiel. Maar welke vorm van beweging het beste is voor welke patiënt? En hoe intensief? Op dit moment is het vaak zo dat mensen ‘in het veld’, huisartsen en therapeuten, adviseren om bepaalde sporten te vermijden. Denk aan het eerdergenoemde hardlopen en tennissen, waarbij de knie het lichaam moet dragen en klappen opvangt.

“Ga maar fietsen of zwemmen”, krijgen patiënten daarom vaak te horen. De belasting bij die sporten zou minder kwaad kunnen. Maar, tekent Joris van der Voort aan: er zijn ook genoeg wielrenners met klachten. Van der Voort is fysiotherapeut en onderzoeker, en is als promovendus betrokken bij de LoaD-studie. Hij vervolgt: “In de praktijk zie je wielrenners met artrose bij wie de klachten verergeren, bij een andere groep zie je verbetering, en weer anderen blijven stabiel. Waar zit hem dat in? Daar hopen we met alle gegevens die we gaan verzamelen, achter te komen.” Meten is weten, kortom.

HET ONDERZOEK

Wat gaan de onderzoekers dan allemaal meten? Een heleboel, blijkt uit de uitleg van Sanne Huisken, net als Van der Voort promovendus binnen dit onderzoekstraject. Allereerst nemen de wetenschappers niet alleen wielrenners onder de loep, maar ook mensen die hardlopen, wandelen en tennissen. In totaal zal de studie zo’n 300 deelnemers tellen, 75 per sport. Het begint met een bezoek aan het Erasmus MC. Daar wordt lichamelijk onderzoek gedaan, met onder meer een MRI-scan van de knie en bloedonderzoek (“Daarin kunnen we ontstekingswaarden meten”).

Huisken: “Vervolgens gaan we de deelnemers twee jaar lang volgen. Aan het eind volgt weer zo’n onderzoek.” Tussendoor krijgt hij of zij maandelijks een vragenlijst opgestuurd, om de ontwikkeling van de knieklachten vast te leggen. Ook wordt het Garmin- of Strava-account (of dat van een soortgelijke app) van de deelnemer gelinkt aan het LoaD-systeem, uiteraard geanonimiseerd. Alle ritten in die twee jaar, het aantal kilometers, de snelheid: het kan achteraf allemaal geanalyseerd worden, naast de antwoorden uit de vragenlijsten worden gelegd, en naast de uitkomsten van de fysieke onderzoeken. “En niet iedere deelnemer zal een vermogensmeter hebben, of een hartslagmeter gebruiken, maar als genoeg mensen die gegevens wel registreren, kunnen we ook die analyseren”, vult Huisken aan.

VERBANDEN LEGGEN

Een deel van de proefpersonen zal ook meedoen aan een volgende fase van het onderzoek. Bewegingswetenschapper Wouter Schallig heeft daarover de leiding. Voorheen ontbrak de techniek om direct de bewegingen van de botten van het kniegewricht in kaart te brengen, vertelt hij. Tegenwoordig kan dat wel. De deelnemers worden daarom in het lab op de fiets gezet, terwijl er een uitgebreide bewegingsanalyse met röntgen wordt uitgevoerd. Schallig: “We maken vijftien röntgenfoto’s per seconde, tijdens het fietsen. Als je die achter elkaar afspeelt, heb je een filmpje van de bewegende knie, waaruit we ook de belasting op het gewricht kunnen halen.”

Dit kun je dan weer naast het aantal omwentelingen per minuut leggen, bijvoorbeeld. Wat gebeurt er in die artroseknie, op welk moment, bij welke belasting? Zo beschikken de wetenschappers aan het eind van de onderzoeksperiode over een schat aan data. En dan? Van der Voort blikt vooruit: “Stel, de klachten bij iemand veranderen in de loop van de twee jaar.” Diegene heeft vaker pijn, of juist minder. “Met alle gegevens die we straks hebben, hopen we te kunnen aanwijzen waardoor dat komt.” Zijn er verbanden te leggen tussen bijvoorbeeld de intensiteit waarmee deelnemers fietsen, en de ernst van de klachten? Wat als deelnemers ineens meer gaan fietsen, na een periode van minder activiteit? En maakt het wellicht uit of ze doorgaans met een licht verzet rondfietsen, of juist stoempen op de grote molen? Kortom: welke factoren buiten de knie zelf, zorgen ervoor dat klachten verminderen of verergeren? Soortgelijke antwoorden hopen de onderzoekers te vinden bij de hardlopers, wandelaars en tennissers, zodat we straks eindelijk weten welke gewrichtsbelasting optimaal is bij knieartrose.

HET GROTE DOEL

En wie weet levert het onderzoek concrete kennis op over bikefits, specifiek voor wielrennende knieartrosepatiënten. Of, voegt Schallig toe: “Misschien komen we erachter dat het bij wielrenners helpt
als we de schoenplaatjes anders afstellen, waardoor de voet net in een andere houding staat.” Tijdens het lopen kan het voor artroseklachten namelijk uitmaken of iemand zijn voet meer naar binnen of naar buiten plaatst. Misschien ook wel tijdens het fietsen. Ook kunnen (huis)artsen en behandelaars hun patiënten, hopelijk, van beter onderbouwde adviezen voorzien. Wellicht zeggen ze straks niet meer “Ga maar zwemmen of fietsen”, ervan uitgaande dat dit voor iedere patiënt het beste is.

“Het is nu eenmaal geen one size fits all”, aldus projectleider Van Middelkoop. Het grote doel is een zo persoonlijk mogelijke aanpak van knieartrose. Als alles meezit, in de vorm van een ehealthmodule of app, die de patiënt adviezen op maat geeft. “Dat je bijvoorbeeld een brace omdoet, die meet of de knie ontstoken is”, geeft Van Middelkoop als voorbeeld. “En dat je vervolgens in de app leest dat het beter is om vandaag rust te pakken. Of dat je wel kunt fietsen, maar rustig, of met een lichter verzet.” Maar idealiter gaat het natuurlijk goed met je knie, en zegt de app: leef je lekker uit op die fiets. Maar goed, dat is allemaal voor later. Eerst maar eens vaststellen of fietsen inderdaad – behalve voor je conditie, spieren en je hoofd – goed is voor mensen met knieartrose.

DOE MEE!

Ben jij een regelmatige fietser, heb je al zo’n drie maanden tot twee jaar knieklachten (een artrosediagnose is niet nodig), en ben je tussen de 45 en 65 jaar oud? De LoaDstudie kan nog deelnemers gebruiken. Dus meld je aan, zouden we zeggen. Daarmee help je niet alleen de wetenschap een knietje, pardon: handje, maar draag je ook bij aan de behandeling van knieartrose in de toekomst. En wie weet levert het ook nog nuttige inzichten op voor jezelf en je eigen klachten. Voor aanmelden (en meer info) kun je terecht op load-project.nl/deelnemers.