Wielerjargon
Van het weekend had ik het met iemand over wielrennen en toen ik de term "gelost" gebruikte (het ging helaas over mij ) vroeg zij....wat is dat gelost?
Moest toen denken aan alle termen die een "niet-wielrenner" niets zeggen, maar ons wel. Eigenlijk verwachtte ik dat ons forum hierover al een topic zou hebben, maar ik kan hem niet vinden. Dus......wie helpt met het maken van het ultieme wielerjargon overzicht.
Ik doe een klein aftrapje:
-Afloper= Langzaam leeglopende band.
-Bus= Groep renners die samenwerkt om binnen de tijdslimiet te finishen.
-Combine= Afspraak tussen 2 of meer renners uit verschillende ploegen.
-Demarrage= Versnelling om uit een groep te raken.
-Elastiek= Als je steeds net kunt aansluiten om bij de volgende bocht/helling weer gelost te worden.
-Flikken= Afspraken niet nakomen, vals spelen.
-Gelost= Tempo van de groep/concurrent niet kunnen volgen.
etc.etc.
Wie volgt? Uiteraard mogen er meerdere woorden met dezelfde startletter in staan. Als de lijst klaar is wil ik hem ook op de website van fiets zetten.
Moest toen denken aan alle termen die een "niet-wielrenner" niets zeggen, maar ons wel. Eigenlijk verwachtte ik dat ons forum hierover al een topic zou hebben, maar ik kan hem niet vinden. Dus......wie helpt met het maken van het ultieme wielerjargon overzicht.
Ik doe een klein aftrapje:
-Afloper= Langzaam leeglopende band.
-Bus= Groep renners die samenwerkt om binnen de tijdslimiet te finishen.
-Combine= Afspraak tussen 2 of meer renners uit verschillende ploegen.
-Demarrage= Versnelling om uit een groep te raken.
-Elastiek= Als je steeds net kunt aansluiten om bij de volgende bocht/helling weer gelost te worden.
-Flikken= Afspraken niet nakomen, vals spelen.
-Gelost= Tempo van de groep/concurrent niet kunnen volgen.
etc.etc.
Wie volgt? Uiteraard mogen er meerdere woorden met dezelfde startletter in staan. Als de lijst klaar is wil ik hem ook op de website van fiets zetten.
[quote="Freerider"]
-Afloper= Langzaam leeglopende band.
-Bus= Groep renners die samenwerkt om binnen de tijdslimiet te finishen.
-Combine= Afspraak tussen 2 of meer renners uit verschillende ploegen.
-Demarrage= Versnelling om uit een groep te raken.
-Elastiek= Als je steeds net kunt aansluiten om bij de volgende bocht/helling weer gelost te worden.
-Flikken= Afspraken niet nakomen, vals spelen.
-Gelost= Tempo van de groep/concurrent niet kunnen volgen.[/quote]
-Harken= Hard werken op de fiets en niet vooruit komen bij flinke vermoeidheid.
edit: quote aangepast
-Afloper= Langzaam leeglopende band.
-Bus= Groep renners die samenwerkt om binnen de tijdslimiet te finishen.
-Combine= Afspraak tussen 2 of meer renners uit verschillende ploegen.
-Demarrage= Versnelling om uit een groep te raken.
-Elastiek= Als je steeds net kunt aansluiten om bij de volgende bocht/helling weer gelost te worden.
-Flikken= Afspraken niet nakomen, vals spelen.
-Gelost= Tempo van de groep/concurrent niet kunnen volgen.[/quote]
-Harken= Hard werken op de fiets en niet vooruit komen bij flinke vermoeidheid.
edit: quote aangepast
-
- Forum-lid
- Berichten: 414
- Lid geworden op: 18 apr 2007 14:06
stoempen=louter op kracht fietsen
linkeballen=met minimale inspanning profiteren van het (kop)werk van medevluchters
chasse-patat=zinloze achtervolging inzetten
linkeballen=met minimale inspanning profiteren van het (kop)werk van medevluchters
chasse-patat=zinloze achtervolging inzetten
Le vélo est mon squelette extérieur - vrij naar Alfred Jarry (1873-1907)
in de boter trappen = soepel trappen maar niet meer vooruit komen
jus in de benen hebben = nog kracht en energie over hebben
Vierkant draaien = niet goed meer mee kunnen fietsen
jus in de benen hebben = nog kracht en energie over hebben
Vierkant draaien = niet goed meer mee kunnen fietsen
Mongolenwaaier= Als het peloton breekt en je, omdat je weer eens zat te suffen, in het verkeerde, kansloze gedeelte zit.
(misschien niet helemaal politiek correct, maar het is wel een veelgebruikte...)
Vierkant door een bocht rijden= Niet vloeiend door de bocht gaan, maar met kortje rukjes aan het stuur.
Geparkeerd staan= Door een onbezonnen, slecht ingeschatte actie blokkeren (op een klim of vlak voor de streep).
Op het kantje rijden= Vol door de wind achter een waaier aan moeten jakkeren omdat er voor jou geen plek meer is in genoemde waaier.
Waaier= Een groepje renners dat in een schuine lijn tegen de schuine wind inrijdt, zodat ze min of meer uit de wind zitten.
(misschien niet helemaal politiek correct, maar het is wel een veelgebruikte...)
Vierkant door een bocht rijden= Niet vloeiend door de bocht gaan, maar met kortje rukjes aan het stuur.
Geparkeerd staan= Door een onbezonnen, slecht ingeschatte actie blokkeren (op een klim of vlak voor de streep).
Op het kantje rijden= Vol door de wind achter een waaier aan moeten jakkeren omdat er voor jou geen plek meer is in genoemde waaier.
Waaier= Een groepje renners dat in een schuine lijn tegen de schuine wind inrijdt, zodat ze min of meer uit de wind zitten.
niemand op de foto = grote voorsprong bij finish
en grouppe = gezamelijk rijden
bussen = tempo rijden die iedereen kan volgen op de klim
recupereren = herstellen
sap in de knieeen hebben = goede benen
Forcing = hoog tempo op een klim
op het grote mes = omet buitenblad rijden
en grouppe = gezamelijk rijden
bussen = tempo rijden die iedereen kan volgen op de klim
recupereren = herstellen
sap in de knieeen hebben = goede benen
Forcing = hoog tempo op een klim
op het grote mes = omet buitenblad rijden
-
- Forum-lid
- Berichten: 200
- Lid geworden op: 11 apr 2007 16:17
accordeon=peloton schuift in- en uitelkaar
achterste voren op de fiets zitten=niet mooi op de fiets zitten, geen mooie stijl
cartouche verschieten=je energie verspelen
telefoneren=demarreren als iedereen het ziet
pakhaas=iemand die doping gebruikt
rijden als een pannenkoek=slecht rijden
een jasje uitdoen=afzien
achterste voren op de fiets zitten=niet mooi op de fiets zitten, geen mooie stijl
cartouche verschieten=je energie verspelen
telefoneren=demarreren als iedereen het ziet
pakhaas=iemand die doping gebruikt
rijden als een pannenkoek=slecht rijden
een jasje uitdoen=afzien
dubbele waaier = 2 aan 2 schuin achter elkaar
hongerklop = niet genoeg gegeten
hongerklop = niet genoeg gegeten
even de boel bij elkaar vegen:
* accordeon=peloton schuift in- en uitelkaar
* achterste voren op de fiets zitten=niet mooi op de fiets zitten, geen mooie stijl
* Afloper= Langzaam leeglopende band.
* Bus= Groep renners die samenwerkt om binnen de tijdslimiet te finishen.
* cartouche verschieten=je energie verspelen
* chasse-patat=zinloze achtervolging inzetten
* Combine= Afspraak tussen 2 of meer renners uit verschillende ploegen.
* Demarrage= Versnelling om uit een groep te raken.
* dubbelle waaier = 2 aan 2 schuin achter elkaar
* een jasje uitdoen=afzien
* Elastiek= Als je steeds net kunt aansluiten om bij de volgende bocht/helling weer gelost te worden.
* Flikken= Afspraken niet nakomen, vals spelen.
* Gelost= Tempo van de groep/concurrent niet kunnen volgen.
* Geparkeerd staan= Door een onbezonnen, slecht ingeschatte actie blokkeren (op een klim of vlak voor de streep).
* Harken= Hard werken op de fiets en niet vooruit komen bij flinke vermoeidheid.
* hongerklop = niet genoeg gegeten
* in de boter trappen = soepel trappen maar niet meer vooruit komen
* jus in de benen hebben = nog kracht en energie over hebben
* linkeballen=met minimale inspanning profiteren van het (kop)werk van medevluchters
* Mongolenwaaier= Als het peloton breekt en je, omdat je weer eens zat te suffen, in het verkeerde, kansloze gedeelte zit. (misschien niet helemaal politiek correct, maar het is wel een veelgebruikte...)
* Op het kantje rijden= Vol door de wind achter een waaier aan moeten jakkeren omdat er voor jou geen plek meer is in genoemde waaier.
* pakhaas=iemand die doping gebruikt
* rijden als een pannenkoek=slecht rijden
* stoempen=louter op kracht fietsen
* telefoneren=demarreren als iedereen het ziet
* Vierkant door een bocht rijden= Niet vloeiend door de bocht gaan, maar met kortje rukjes aan het stuur.
* Vierkant draaien = niet goed meer mee kunnen fietsen
* Waaier= Een groepje renners dat in een schuine lijn tegen de schuine wind inrijdt, zodat ze min of meer uit de wind zitten.
* accordeon=peloton schuift in- en uitelkaar
* achterste voren op de fiets zitten=niet mooi op de fiets zitten, geen mooie stijl
* Afloper= Langzaam leeglopende band.
* Bus= Groep renners die samenwerkt om binnen de tijdslimiet te finishen.
* cartouche verschieten=je energie verspelen
* chasse-patat=zinloze achtervolging inzetten
* Combine= Afspraak tussen 2 of meer renners uit verschillende ploegen.
* Demarrage= Versnelling om uit een groep te raken.
* dubbelle waaier = 2 aan 2 schuin achter elkaar
* een jasje uitdoen=afzien
* Elastiek= Als je steeds net kunt aansluiten om bij de volgende bocht/helling weer gelost te worden.
* Flikken= Afspraken niet nakomen, vals spelen.
* Gelost= Tempo van de groep/concurrent niet kunnen volgen.
* Geparkeerd staan= Door een onbezonnen, slecht ingeschatte actie blokkeren (op een klim of vlak voor de streep).
* Harken= Hard werken op de fiets en niet vooruit komen bij flinke vermoeidheid.
* hongerklop = niet genoeg gegeten
* in de boter trappen = soepel trappen maar niet meer vooruit komen
* jus in de benen hebben = nog kracht en energie over hebben
* linkeballen=met minimale inspanning profiteren van het (kop)werk van medevluchters
* Mongolenwaaier= Als het peloton breekt en je, omdat je weer eens zat te suffen, in het verkeerde, kansloze gedeelte zit. (misschien niet helemaal politiek correct, maar het is wel een veelgebruikte...)
* Op het kantje rijden= Vol door de wind achter een waaier aan moeten jakkeren omdat er voor jou geen plek meer is in genoemde waaier.
* pakhaas=iemand die doping gebruikt
* rijden als een pannenkoek=slecht rijden
* stoempen=louter op kracht fietsen
* telefoneren=demarreren als iedereen het ziet
* Vierkant door een bocht rijden= Niet vloeiend door de bocht gaan, maar met kortje rukjes aan het stuur.
* Vierkant draaien = niet goed meer mee kunnen fietsen
* Waaier= Een groepje renners dat in een schuine lijn tegen de schuine wind inrijdt, zodat ze min of meer uit de wind zitten.
Live fast; die young. mijn blog
* lijken oprapen: tijdens een klim een aantal langzamere lieden opvegen
* koffiemolentje: klein verzetje, ook wel 'muizenverzetje" genoemd
* groot mes: een grote versnelling, ook wel "grote plaat" genoemd
* strontvlieg: iemand die alleen maar in het wiel zit, zoals Cadel Evans
* friemelen: in een hectische sprint duwen en trekken op zoek naar een gaatje
* ronddraaien: in een hoog tempo de kop afwisselen
* koffiemolentje: klein verzetje, ook wel 'muizenverzetje" genoemd
* groot mes: een grote versnelling, ook wel "grote plaat" genoemd
* strontvlieg: iemand die alleen maar in het wiel zit, zoals Cadel Evans
* friemelen: in een hectische sprint duwen en trekken op zoek naar een gaatje
* ronddraaien: in een hoog tempo de kop afwisselen
* accordeon=peloton schuift in- en uitelkaar
* achterste voren op de fiets zitten=niet mooi op de fiets zitten, geen mooie stijl
* Afloper= Langzaam leeglopende band.
* Bus= Groep renners die samenwerkt om binnen de tijdslimiet te finishen.
* cartouche verschieten=je energie verspelen
* chasse-patat=zinloze achtervolging inzetten
* Combine= Afspraak tussen 2 of meer renners uit verschillende ploegen.
* Demarrage= Versnelling om uit een groep te raken.
* dubbelle waaier = 2 aan 2 schuin achter elkaar
* een jasje uitdoen=afzien
* Elastiek= Als je steeds net kunt aansluiten om bij de volgende bocht/helling weer gelost te worden.
* Flikken= Afspraken niet nakomen, vals spelen.
* Gelost= Tempo van de groep/concurrent niet kunnen volgen.
* Geparkeerd staan= Door een onbezonnen, slecht ingeschatte actie blokkeren (op een klim of vlak voor de streep).
* Harken= Hard werken op de fiets en niet vooruit komen bij flinke vermoeidheid.
* hongerklop = niet genoeg gegeten
* in de boter trappen = soepel trappen maar niet meer vooruit komen
* jus in de benen hebben = nog kracht en energie over hebben
* linkeballen=met minimale inspanning profiteren van het (kop)werk van medevluchters
* Mongolenwaaier= Als het peloton breekt en je, omdat je weer eens zat te suffen, in het verkeerde, kansloze gedeelte zit. (misschien niet helemaal politiek correct, maar het is wel een veelgebruikte...)
* Op het kantje rijden= Vol door de wind achter een waaier aan moeten jakkeren omdat er voor jou geen plek meer is in genoemde waaier.
* pakhaas=iemand die doping gebruikt
* rijden als een pannenkoek=slecht rijden
* stoempen=louter op kracht fietsen
* telefoneren=demarreren als iedereen het ziet
* Vierkant door een bocht rijden= Niet vloeiend door de bocht gaan, maar met kortje rukjes aan het stuur.
* Vierkant draaien = niet goed meer mee kunnen fietsen
* Waaier= Een groepje renners dat in een schuine lijn tegen de schuine wind inrijdt, zodat ze min of meer uit de wind zitten.
* lijken oprapen: tijdens een klim een aantal langzamere lieden opvegen
* koffiemolentje: klein verzetje, ook wel 'muizenverzetje" genoemd
* groot mes: een grote versnelling, ook wel "grote plaat" genoemd
* strontvlieg: iemand die alleen maar in het wiel zit, zoals Cadel Evans
* friemelen: in een hectische sprint duwen en trekken op zoek naar een gaatje
* ronddraaien: in een hoog tempo de kop afwisselen
* zweetdief: iemand die alleen maar in het wiel van andere meerijd
* achterste voren op de fiets zitten=niet mooi op de fiets zitten, geen mooie stijl
* Afloper= Langzaam leeglopende band.
* Bus= Groep renners die samenwerkt om binnen de tijdslimiet te finishen.
* cartouche verschieten=je energie verspelen
* chasse-patat=zinloze achtervolging inzetten
* Combine= Afspraak tussen 2 of meer renners uit verschillende ploegen.
* Demarrage= Versnelling om uit een groep te raken.
* dubbelle waaier = 2 aan 2 schuin achter elkaar
* een jasje uitdoen=afzien
* Elastiek= Als je steeds net kunt aansluiten om bij de volgende bocht/helling weer gelost te worden.
* Flikken= Afspraken niet nakomen, vals spelen.
* Gelost= Tempo van de groep/concurrent niet kunnen volgen.
* Geparkeerd staan= Door een onbezonnen, slecht ingeschatte actie blokkeren (op een klim of vlak voor de streep).
* Harken= Hard werken op de fiets en niet vooruit komen bij flinke vermoeidheid.
* hongerklop = niet genoeg gegeten
* in de boter trappen = soepel trappen maar niet meer vooruit komen
* jus in de benen hebben = nog kracht en energie over hebben
* linkeballen=met minimale inspanning profiteren van het (kop)werk van medevluchters
* Mongolenwaaier= Als het peloton breekt en je, omdat je weer eens zat te suffen, in het verkeerde, kansloze gedeelte zit. (misschien niet helemaal politiek correct, maar het is wel een veelgebruikte...)
* Op het kantje rijden= Vol door de wind achter een waaier aan moeten jakkeren omdat er voor jou geen plek meer is in genoemde waaier.
* pakhaas=iemand die doping gebruikt
* rijden als een pannenkoek=slecht rijden
* stoempen=louter op kracht fietsen
* telefoneren=demarreren als iedereen het ziet
* Vierkant door een bocht rijden= Niet vloeiend door de bocht gaan, maar met kortje rukjes aan het stuur.
* Vierkant draaien = niet goed meer mee kunnen fietsen
* Waaier= Een groepje renners dat in een schuine lijn tegen de schuine wind inrijdt, zodat ze min of meer uit de wind zitten.
* lijken oprapen: tijdens een klim een aantal langzamere lieden opvegen
* koffiemolentje: klein verzetje, ook wel 'muizenverzetje" genoemd
* groot mes: een grote versnelling, ook wel "grote plaat" genoemd
* strontvlieg: iemand die alleen maar in het wiel zit, zoals Cadel Evans
* friemelen: in een hectische sprint duwen en trekken op zoek naar een gaatje
* ronddraaien: in een hoog tempo de kop afwisselen
* zweetdief: iemand die alleen maar in het wiel van andere meerijd
Live fast; die young. mijn blog