Thomas Dekker
- Martin Swinkels
- Forum-lid
- Berichten: 431
- Lid geworden op: 10 aug 2013 21:58
- Locatie: Hilversum
- Contact
-
anticarbon
- Forum-lid
- Berichten: 12
- Lid geworden op: 19 aug 2013 12:38
Dit wordt sowieso het laatste jaar voor T.D. Zijn contract wordt echt niet meer verlengt.
Van waar die zekerheid anticarbon? Heb je met Vaughters gebabbeld?
Ik heb het idee dat TD prima teamwork verricht en als hij inderdaad de genoemde stappen maakt, komt er wel weer een winstje hier of daar. Maar niet de wereldprestaties die ooit in het verschiet lagen. Maar prima fietsen kan hij.
Ik heb het idee dat TD prima teamwork verricht en als hij inderdaad de genoemde stappen maakt, komt er wel weer een winstje hier of daar. Maar niet de wereldprestaties die ooit in het verschiet lagen. Maar prima fietsen kan hij.
-
mnslingerland
- Forum-lid
- Berichten: 101
- Lid geworden op: 16 okt 2011 06:42
- Locatie: Calgary, AB, Canada

Hier lacht hij nog: start Final stage tour of Alberta: Okotoks-Calgary. Ik stond op 1.5 meter afstand van hem en heb nog 2 woorden met hem gewisseld. Zou erg mooi zijn wanneer hij prijzen gaat pakken!
-
zohardmogelijk
- Forum-lid
- Berichten: 51
- Lid geworden op: 17 okt 2013 20:43
De wens is de vader van de gedachte, zo ook met TD. Het wordt helemaal niets meer. Zijn contract gaag m.i. echt niet verlengd worden.
In zijn rabotijd was hij misschien de komende man, die het nederlandse wielrennen moest redden. Maar ondertussen is hij een knecht voor de kopmannen bij Garmin en ik verwacht dus ook niet dat hij in de rest van zijn carriere nog heel veel prijzen gaat pakken. Vaughters heeft volgens mij wel een zwak voor hem en als hij dan zijn werk als knecht goed doet, zie ik niet in waarom zijn contract niet verlengd zou worden.
Fietsen is gezond, dus eet meer fiets
- monsieurpinot
- Forum-lid HC
- Berichten: 4423
- Lid geworden op: 21 jun 2007 15:01
- Locatie: Amsterdam
ik denk nog wel eens terug aan een interview van Wilfried de Jong met Thomas Dekker. Destijds was ik furieus, bleef Dekker erg arogant vinden, die maar niet durfde toe te geven wat ie allemaal gesnoept had. Kijk er met de kennis van nu wel iets anders naar. Gun 'm eigenlijk z'n plekje wel in het peloton.
deel 1:
http://www.youtube.com/watch?v=zoFA-BcjN-o
deel 2:
http://www.youtube.com/watch?v=U8m1g0tI3ko
deel 1:
http://www.youtube.com/watch?v=zoFA-BcjN-o
deel 2:
http://www.youtube.com/watch?v=U8m1g0tI3ko
http://www.nu.nl/film/3614085/wielrenne ... trong.html
Wielrenner Thomas Dekker in film over Lance Armstrong
Wielrenner Thomas Dekker in film over Lance Armstrong
-
giroditaliafan
- Forum-lid
- Berichten: 113
- Lid geworden op: 18 aug 2010 23:43
Gister het interview van Jeroen Pauw met TD gezien!! Was mooie televisie!! Gun TD, alleen al o.b.v. dit laatste interview, absoluut z`n plekje in het rennersveld van nu!! Denk (vrees??) dat hij niet meer die grote overwinningen zal pakken die men dacht dat hij ze zou pakken, maar ik laat me graag verrassen!!
gr.
giroditaliafan
gr.
giroditaliafan
- Martin Swinkels
- Forum-lid
- Berichten: 431
- Lid geworden op: 10 aug 2013 21:58
- Locatie: Hilversum
- Contact
Ik heb net terug zitten kijken. Mooie T.V.!!
T.D. is volwassen geworden.
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1387980
T.D. is volwassen geworden.
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1387980
-
gaisdergerman
- Forum-lid
- Berichten: 2986
- Lid geworden op: 11 jan 2008 12:05
+1Martin Swinkels schreef:Ik heb net terug zitten kijken. Mooie T.V.!!
T.D. is volwassen geworden.
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1387980
Frank Heinen in HP/De Tijd over het interview:
Thomas Dekker, the man you loved to hate, is volwassen geworden
Vannacht, toen ik op een voor Thomas Dekkers doen christelijke tijd thuiskwam uit het cafe, keek ik 5 jaar later. Te gast was Thomas Dekker. Of eigenlijk: Jeroen Pauw.
Voor een keer had Jeroen Pauw de veilige studio met dat beschaafd lachende publiek van ‘m achter zich gelaten en was naar Lommel gereden.
Net buiten Lommel staat een kast van een huis, het soort huis waar mannen in wonen die groot zijn geworden in de rolluiken, of bruiningszalfjes.
Net om de hoek staat een zwarte Porsche.
Het is belangrijk dat je auto bij je huis past – Dekkers auto past bij z’n villa als een stationwagon bij een hoekhuis in Leidsche Rijn met een trampoline in de tuin.
Rond dat huis van Thomas Dekker lijkt het altijd te misten. In de onvolprezen documentaire ‘Niemand kent mij’ van Geert-Jan Lassche belt op een dag een binnenhuisarchitect aan – een gladjanus met een tekenblok.
De heer des huizes – een jongen van midden twintig met een Arafatsjaal – doet open. Misschien is het een bekrompen gedachte van mij en ik begrijp dat een jongen van midden twintig met een bankrekening die uit z’n voegen barst een kast van een huis koopt, en een Porsche kan ik ook nog begrip voor opbrengen, maar een binnenhuisarchitect… Nee. Het was alsof die man met z’n tekenblok alles symboliseerde wat er scheef stond in het leven van Thomas Dekker.
Ik heb veel interviews met Dekker gezien – je raakt maar moeilijk op hem uitgekeken. Dat begint al met zijn gezicht, dat ook zonder woorden vertelt hoe Dekker zich voelt. Een projectiescherm is het, waarop gevoelens, onvolkomenheden, leugens en waarheden worden vertoond als vakantiedia’s. Zie hem zitten bij Mart Smeets, kort na het positief bevinden van de B-staal van z’n dynepo-monster en zie de tegenzin waarmee hij excuses en een half gelogen bekentenis uit z’n streepmond frommelt. Denk aan het gesprek aan de kantinetafel bij Wilfried de Jong, met z’n beste vriend Dirk Schoen.
Glazig kijkt Thomas in dat gesprek voor zich uit, een onuitstaanbaar kereltje met perfect haar. Zijn ouders zitten in het publiek, hun ernstige blikken verraden bezorgdheid om een zoon die ongeïnteresseerd in de verte staart als hij zelf niet aan het woord is en wiens monotoon vertelde halve waarheden de atmosfeer in de studio topzwaar maken.
Die Thomas Dekker, de omhooggevallen kletsmajoor die in z’n eigen onaantastbaarheid was gaan geloven, was a man you loved to hate.
Die Thomas Dekker is niet meer.
De Arafat-sjaal is vervangen door een soort reusachtig rozeachtig exemplaar, de opmerkingen zijn nog steeds even brutaal en het huis in Lommel staat hem nog steeds niet. De Porsche wel, trouwens.
Verder lijkt Thomas Dekker veranderd. Het is er niet makkelijker op geworden je aan hem te storen, hoewel z’n haar nog steeds gekmakend goed zit.
Het duurde even voor ik wist wat het was.
Het duurde ook even voordat Pauw de uitzonderlijke uitwedstrijd in z’n voordeel besliste.
En toen, terwijl er een compilatietje van dopingtreurnis werd vertoond, begreep ik het plots: Thomas Dekker heeft geen medelijden meer met zichzelf.
‘Wie het spel speelt, kan verliezen.’
Helder en kalm benadrukte hij dat er misschien heel veel mensen destijds samen met hem het slechte pad bewandelden, maar dat er minstens zoveel collega’s weigerden zich te drogeren en het ‘spel te spelen’ – collega’s die nu misschien geen huis in Lommel hebben, geen rozeachtige sjaal, collega’s die geen bezoek van Jeroen Pauw krijgen, omdat Jeroen Pauw geen weet heeft van hun bestaan.
Die wetenschap, dat vals spel altijd een eigen keuze is, dat ook een baardloos jongetje van 22 niet zelf z’n eigen glazen kan ingooien en daarna mag klagen dat het tocht; dat maakte het gesprek in 5 jaar later zo mooi.
De Tour gaat Thomas Dekker vermoedelijk niet meer winnen. Misschien is dat maar beter ook. Hij is van een indrukwekkende sportman getransformeerd in een bewonderenswaardig iemand.
‘Ik zou wel een jongetje willen blijven,’ giechelde hij.
Dat zouden we allemaal wel willen. Maar als je in vijf jaar dan toch volwassen moet worden, dan het toch liefste zo.
Liefst wel zonder binnenhuisarchitect.
Thomas Dekker, the man you loved to hate, is volwassen geworden
Vannacht, toen ik op een voor Thomas Dekkers doen christelijke tijd thuiskwam uit het cafe, keek ik 5 jaar later. Te gast was Thomas Dekker. Of eigenlijk: Jeroen Pauw.
Voor een keer had Jeroen Pauw de veilige studio met dat beschaafd lachende publiek van ‘m achter zich gelaten en was naar Lommel gereden.
Net buiten Lommel staat een kast van een huis, het soort huis waar mannen in wonen die groot zijn geworden in de rolluiken, of bruiningszalfjes.
Net om de hoek staat een zwarte Porsche.
Het is belangrijk dat je auto bij je huis past – Dekkers auto past bij z’n villa als een stationwagon bij een hoekhuis in Leidsche Rijn met een trampoline in de tuin.
Rond dat huis van Thomas Dekker lijkt het altijd te misten. In de onvolprezen documentaire ‘Niemand kent mij’ van Geert-Jan Lassche belt op een dag een binnenhuisarchitect aan – een gladjanus met een tekenblok.
De heer des huizes – een jongen van midden twintig met een Arafatsjaal – doet open. Misschien is het een bekrompen gedachte van mij en ik begrijp dat een jongen van midden twintig met een bankrekening die uit z’n voegen barst een kast van een huis koopt, en een Porsche kan ik ook nog begrip voor opbrengen, maar een binnenhuisarchitect… Nee. Het was alsof die man met z’n tekenblok alles symboliseerde wat er scheef stond in het leven van Thomas Dekker.
Ik heb veel interviews met Dekker gezien – je raakt maar moeilijk op hem uitgekeken. Dat begint al met zijn gezicht, dat ook zonder woorden vertelt hoe Dekker zich voelt. Een projectiescherm is het, waarop gevoelens, onvolkomenheden, leugens en waarheden worden vertoond als vakantiedia’s. Zie hem zitten bij Mart Smeets, kort na het positief bevinden van de B-staal van z’n dynepo-monster en zie de tegenzin waarmee hij excuses en een half gelogen bekentenis uit z’n streepmond frommelt. Denk aan het gesprek aan de kantinetafel bij Wilfried de Jong, met z’n beste vriend Dirk Schoen.
Glazig kijkt Thomas in dat gesprek voor zich uit, een onuitstaanbaar kereltje met perfect haar. Zijn ouders zitten in het publiek, hun ernstige blikken verraden bezorgdheid om een zoon die ongeïnteresseerd in de verte staart als hij zelf niet aan het woord is en wiens monotoon vertelde halve waarheden de atmosfeer in de studio topzwaar maken.
Die Thomas Dekker, de omhooggevallen kletsmajoor die in z’n eigen onaantastbaarheid was gaan geloven, was a man you loved to hate.
Die Thomas Dekker is niet meer.
De Arafat-sjaal is vervangen door een soort reusachtig rozeachtig exemplaar, de opmerkingen zijn nog steeds even brutaal en het huis in Lommel staat hem nog steeds niet. De Porsche wel, trouwens.
Verder lijkt Thomas Dekker veranderd. Het is er niet makkelijker op geworden je aan hem te storen, hoewel z’n haar nog steeds gekmakend goed zit.
Het duurde even voor ik wist wat het was.
Het duurde ook even voordat Pauw de uitzonderlijke uitwedstrijd in z’n voordeel besliste.
En toen, terwijl er een compilatietje van dopingtreurnis werd vertoond, begreep ik het plots: Thomas Dekker heeft geen medelijden meer met zichzelf.
‘Wie het spel speelt, kan verliezen.’
Helder en kalm benadrukte hij dat er misschien heel veel mensen destijds samen met hem het slechte pad bewandelden, maar dat er minstens zoveel collega’s weigerden zich te drogeren en het ‘spel te spelen’ – collega’s die nu misschien geen huis in Lommel hebben, geen rozeachtige sjaal, collega’s die geen bezoek van Jeroen Pauw krijgen, omdat Jeroen Pauw geen weet heeft van hun bestaan.
Die wetenschap, dat vals spel altijd een eigen keuze is, dat ook een baardloos jongetje van 22 niet zelf z’n eigen glazen kan ingooien en daarna mag klagen dat het tocht; dat maakte het gesprek in 5 jaar later zo mooi.
De Tour gaat Thomas Dekker vermoedelijk niet meer winnen. Misschien is dat maar beter ook. Hij is van een indrukwekkende sportman getransformeerd in een bewonderenswaardig iemand.
‘Ik zou wel een jongetje willen blijven,’ giechelde hij.
Dat zouden we allemaal wel willen. Maar als je in vijf jaar dan toch volwassen moet worden, dan het toch liefste zo.
Liefst wel zonder binnenhuisarchitect.