(Verslag van vrijdag 4 september 2015)
Terwijl mijn overbuurman en zijn zoon, samen met ruim 300 andere fietsers, vandaag vanaf Sault voor grootverzettegenkanker.nl de Mont Ventoux bedwongen
Mijn route voor vandaag: Montbrun-les-Bains - Col d'Aulan - St-Auban-sur Ouvèze - Col de Perty - Labouret - Col de St-Jean - Ballons - (Salérans) - Col d'Araud - Lachau - Séderon - Col de Macuègne - Montbrun-les-Bains.
Met armstukken, want het is om 9 uur nog fris, fiets ik onder een (nog) strakblauwe hemel het dorpje uit. Na l'Autin, de hoofdstraat van het lager gelegen deel van Montbrun, kom ik na een dubbele haakse bocht op la Condamine. Vanaf dat deel van de D542 kijk je op het hoger gelegen Village Médiéval (middeleeuwse dorpje), een prachtig gezicht!
Het Village Médiéval Montbrun-les-Bains:

Bij de volgende haakse bocht ben ik rechtsaf de D159 op gefietst voor de klim naar de eerste col van mijn trip. Gelukkig rijd ik hier nog even in de zon. Wanneer de weg de Gorges d'Aulan in duikt, is het voorlopig gedaan met de zonnewarmte, want de nauwe kloof ligt nog helemaal in de schaduw van de hoge rotswanden. Hoog, heel hoog boven mij zie ik wel hoe het zonlicht de geërodeerde steile rotswand aan de westzijde van de kloof prachtig beschijnt. En rechts van mij kijk ik op de nagenoeg geheel droge bedding van het riviertje le Toulourenc. Het is een schitterend traject, dit eerste deel van mijn fietstocht. Aan het einde van het meest nauwe deel van de kloof ligt het Château d'Aulan ook al helemaal in de zon, prachtig!. Voor nieuwe lezers zeg ik het nog maar eens, zolang ik aan het klimmen ben, stop ik niet voor het maken van foto's, dus zullen jullie het met een beschrijving van wat ik zie moeten doen
Ter hoogte van Aulan verlaat ik de kloof en is het nog maar 2 km naar de col. Het is een makkelijke klim, waar slechts heel even de 7 en 8 procent aangetikt worden. Voor de rest is het klimmen met 3 - 6 procent. In de buurt van de col verschijnt de Mont Ventoux ook al weer in beeld. Die laatste 2 km rijd ik gelukkig wel weer veel in de zon
Het bord...:

... en de col:

De D159 komt aan het einde van de afdaling uit op de D546, die ik in NW-richting volg. Het is een brede, maar niet erg druk bereden weg. Ik heb 't hier makkelijk, want de weg loopt licht af. Al snel kijk ik recht voor mij op het hoog op een rotspunt gelegen dorpje La Rochette-du-Buis.
La Rochette-du-Buis:

Na La Rochette loopt de weg door een soort kloof en daal ik, al genietend, door een schitterend landschap naar het volgende dorpje. Ik moet nog even de korte en niet steile helling naar St-Auban-sur-Ouvèze nemen, alvorens de afdaling verder gaat en ik de op D65 naar het oosten nog verder de binnenlanden in fiets. Het is hier prachtig en erg rustig, haast verlaten. Ik zit wat te mijmeren over hoe het is om hier te wonen. In de 'dorpjes' is vaak helemaal niets, geen bakker, geen supermarktje of winkeltje, geen Tabac en geen cafeetje. En hoe 'geïsoleerd' woon je hier 's winters, als er sneeuw ligt? Of zou het hier niet hoog genoeg zijn voor sneeuw?
De aanloop naar de volgende col begint met vals plat en kan ik nog gewoon op het buitenblad (50x21) doen. Hé, in het gehucht la Combe is een klein restaurant met daarbij ook een épicerie ('kruidenierswinkeltje') en aan de overzijde van de weg een bij het restaurant behorende aire naturelle de camping. Als je van rust houdt, graag midden in de natuur kampeert en niet veeleisend bent, is dit je plek
De klim naar de Col de Perty verloopt erg regelmatig. Met een aantal lange lussen klim je hier in een nagenoeg geheel open landschap tegen de berg op. Daardoor kijk ik voortdurend op het dal waar ik vandaan ben gekomen en daarmee is het ook een erg mooie klim om te doen. Eerst stijgt het met 6 à 7 procent, wat hoger vlakt de klim zelfs af naar 5 - 6 procent. Toch is het geloof ik een klim van 2e categorie (Tour de France). Tegen het einde van deze klim kom ik in een bos terecht en verdwijnt het zicht op de omgeving, nadat ik op ongeveer 1100 m eerst nog wel weer le Géant de Provence heb zien verschijnen. De berg was daarbij over zijn volle lengte (25 km) te zien.
Het bord...:

... het uitzicht op het begin van de afdaling, op een deel van de Alpen...:

...en op het departement Hautes-Alpes:

Omdat ik het in de klim aardig warm begon te krijgen, was ik van plan op de col de armstukken uit te doen. Doch het is er toch wat frisjes en de hemel begint te betrekken. Daarom besluit ik om de afdaling in elk geval nog met armstukken te doen. Juist als ik op wil stappen, komt er een racefietser met een mooie Litespeed naar boven. Zo staan er 'opeens' twee fietsers met een titanium racer op deze col
De afdaling naar Laborel is in het begin erg technisch, maar wel leuk om te doen. Laborel ligt ingesloten tussen drie cols. Naast de twee cols die ik vandaag zou 'doen', kun je nog over de erg steile Col de Pierre Vesce (max. 12%) naar Villebois-les-Pins. Alleen in de de weg van Laborel naar Orpierre ligt volgens mij geen col. Vanuit Laborel is het voor mij 5 km klimmen naar de derde col van de dag. Deze klim is van een iets ander kaliber dan de twee voorgaande en daarom kies ik hier voor 34x26 als verzet. Op het display van mijn Rox zie ik bijna voortdurend 8% verschijnen.
Het is toch een beetje een 'kuitenbijtertje', die Col de St-Jean. En dat geldt nog meer voor de klim vanuit Eygalayes. Op de col heb je naar het oosten wel een schitterend uitzicht over het departement Hautes-Alpes. Het gesloten wolkendek rukt steeds verder naar het noorden op, waardoor de zon het min of meer af laat weten. In het noorden zijn er nog wel grote vlakken 'blauw' zichtbaar. Ik laat die armstukken nog maar even aan
Het bord...:

...de col en...:

...uitzicht op de Alpen:

Ook de afdaling van deze col is behoorlijk technisch en een kolfje naar de hand voor mensen die tijdens het dalen graag remmen
Na 6 km door het dal van la Méouge gefietst te hebben, ben ik bij le Pont het riviertje overgestoken en bracht de D24 mij in een prachtig smal en enigszins afgelegen kleiner dal. De weg golft hier een beetje, maar echt klimmen is er vooralsnog niet bij. Via een stenen bruggetje kruist de weg een zijtak van de Travers du Serre. Pas als ik bij een volgend bruggetje het beekje opnieuw oversteek, begint de klim. Die valt nog tegen, want de weg stijgt met 8 en 9 procent naar de Col d'Araud. En ik heb vandaag toch al niet zo'n 'super dag'. Maar mooi is het hier wel, rustig ook. Vanaf de col zie ik hoe het ook erg afgelegen Éourres tegen de helling geplakt ligt. De grens van het bewolkte deel van de hemel en het stuk met de opklaringen ligt nu zo ongeveer boven mijn hoofd. Het lijkt er op alsof het wolkendek niet nog verder opschuift.
Het bord...:

...en het uitzicht naar het zuiden op Éourres:

Een makkelijke afdaling brengt mij in Lachau, waar de aanblik van het kerkje en het château voldoende zijn voor een 'fotomoment'. Verder is het ook weer zo'n verlaten bedoening hier. Ik zie nog wel een boulangerie, doch alles zit daar dicht en misschien zat er ooit wel een bakker, maar nu niet meer...
Lachau, het kerkje en 't château:

Het dorpje ligt dichtbij de D542 (ik ben inmiddels weer in de Drôme aanbeland), de weg waarover ik richting Séderon ga fietsen. Die 9 km vallen ook weer tegen. Het is vals plat en ik heb de wind min of meer recht van voren. Even flink doorbijten dus. En wat doen al die mannen met hun 'mega rugzakken' toch in de weilanden links en rechts van de weg? Als ik bij één van hen ook een valhelm zie, 'valt het kwartje'
Vanaf Séderon is het eerst 2 km vals plat, voordat linksaf de D546 je naar de Col de la Pigière brengt en rechtsaf de D542 mij 5 km laat klimmen naar de laatste col voor vandaag. Ik heb hier ook weer wind tegen, zodat de op zich makkelijke klim toch een beetje lastiger wordt dan gehoopt. De weg stijgt met slechts 5 - 7 procent. Ik haal een paar 'vakantiefietsers' in, die op hun volgeladen en oeroude fietsen de weg naar boven afleggen. 'Beulswerk', daar lijkt het haast op. Ik kan er zelf toch nog een redelijk klimtempo uit persen, ook al omdat ik deze klim wel ken en dus precies weet hoe hij loopt en waar de col ligt. Alleen om het verhaal compleet te maken, schiet ik de plichtmatige maar niet bijzondere foto van het naambord. Ik heb eerlijk gezegd niet veel zin meer om met m'n fiets te gaan 'slepen' en een punt te zoeken voor mooiere foto's. Sorry
Het laatste bord van vandaag:

Om toch te laten zien hoe mooi het hier is, plaats ik daarom maar twee (eigen) 'stock photos' van dit hoekje in de Drôme Provençale.
De D542 tussen Montbrun en de Col de Macuègne:
(De col zelf ligt midden boven, links om de hoek en is dus net niet zichtbaar)

Een van de haarspeldbochten in de D542 tussen Montbrun en Barret-de-Lioure:
(Op de achtergrond de...)

De zon is weer terug en ik geniet nog even volop van de 9 km lange afdaling. De weg is goed te overzien, het schitterende landschap is hier ook erg open en er is nauwelijks verkeer. Zodoende kan ik mijn gemiddelde, dat tijdens de klim weer tot net onder de 19,5 km/u was gezakt, opkrikken tot 20,4 km/u. Alleen een grote vrachtauto gooit in de laatste paar honderd meter, vlak bij m'n standplaats, nog een beetje roet in het eten. Daardoor kan ik die 20,4 km/u net niet vast houden.
Vandaag heb ik met uitgeschakelde snelheid- en cadanssensor gefietst, om te kijken hoe de afstandsmeting uit zou pakken. De ingetekende afstand was 100,68 km en de Sigma Rox heeft 100,45 km geregistreerd. Dat verschil van 0,2 procent valt natuurlijk binnen de toleranties, want je fietst uiteraard nooit exact de geladen route. Kennelijk hebben de veel te grote verschillen die ik telkens constateerde dus gelegen aan de onnauwkeurigheid van de sensor, of omdat er niet bij elke omwenteling van het achterwiel een impuls afgegeven werd (t.g.v. de afstand magneet - sensor). Het klimmen heeft vandaag 1941 hm opgeleverd, ook niet mis














































