bottecchia
29 okt 2009 23:39
Hier nog een leuk stukje over Locomotief (opgedoken door Andromeda). Daar komt de naam Locomotiev ook nog even ter sprake:
LOCOMOTIEF
De broers Jan, Theo en Bertus Slesker uit Amsterdam deden in fietsen. "Ome Jan"was samen met Theo de stuwende kracht in het geheel, Joop dreef de winkel en Bertus was de framebouwer. De "fabriek" was gevestigd in alerlei pandjes in de binnenstad, o.a. in de 3e Nieuwstraat, de 2e Helmerstraat en de Huidenstraat en de trots van de Sleskers, de winkel, lag pal naast de Bijenkorf aan de Dam. Reeds lang voor de oorlog droegen de fietsen een plaatje met het opschrift: TH. SLESKER AMSTERDAM met als logo een locomotiefje. Dat zou ontleend zijn aan één van de bijnamen van Jaap Eden; de Nederlandse Locomotief. De naam Slesker is trouwens het resultaat van een naamsverandering, voordien was die Slisser geweest, en dat zou op zijn beurt afkomstig zijn van Schlösser of Schlosser, slotenmaker dus. Hebben de Sleskers/Slissers/Schlössers ook al voor Jaap Eden fietsen gemaakt? De gedachte dringt zich in elk geval op: voor de Eerste wereldoorlog was er in Amsterdam een toonaangevende racefiets te krijgen van het merk SLOUQUI, die, net als later locomotief, over verschilende pandjes door de stad versnipperd zijn werkplaatsen en magazijnen had, en één van die adressen op zijn minst in dezelfde straat. Maar niemand kan hier nu nog zekerheid over verschaffen.
De Sleskers, en in het bijzonder Bertus, verstonden de kunst van het aanmeten en bouwen van frames voor de racerij. Toen dan ook in 1945 de zaak onder leiding kwam van de zoon Ome Jan, ook Jan geheten, en officieel met aandelen en dergelijke Rijwielfafriek DE LOCOMOTIEF ging heten, lag het voor de hand dat naast de fabricage van burgerrijwielen ook zeker de racefiets aandacht zou krijgen. En dat gebeurde ook, er kwam een bescheide renstal onder leiding van Piet van Ierlant. En in 1951 kon Locomotief het zich permitteren de Nederlandse Tourploeg (onder leiding van Pellenaars/Van Ierlant) met materiaal te steunen. Overigens reden maar enkele renners op een locomotief-fiets, menig renner van de nationale Tourploeg had nu eenmaal al een contract met een ander merk. Zo reden er in de Nederlandse équipe naast Locomotieven ook fietsen van Peugeot, Garin, Wevo en Eroba mee.
Opvallend is, dat het woord Locomotef voor de Franse wedstrijden steeds als LOCOMOTIEV gespeld wordt, dat leek kennelijk nog meer op het Franse "locomotive". In latere jaren reden o.a. Piet Rentmeester, Wim van Est, Peter Post, Gerben Karstens en Jan Janssen (in zijn eerste prof jaar) in het Locomotief-tricot.
Locomotief deed het goed en kreeg behoorlijke bekendheid bij het publiek. Ondanks een ambitieus dealernet door het hele land en omzetten van ca. 20.000 fietsen per jaar bleek "De Locomotief" met zijn verspreid liggende "fabrieken" financieel op den duur niet solide. De fietsen waren dat trouwens wel, de naam geniet nog altijd na van zijn onverwoestbare reputatie. Locomotief had al eerder toenadering gezocht tot een andere, veel grotere Amsterdamse fietsenfabriek, Simplex ( lange tijd de grootste van Nederland) en zo kwam men tot de oprichting van de VNR, Verenigde Nederlanse Rijwielenfabrieken. Later kwam daar Juncker bij. Met deze fabriek uit Apeldoorn erbij, sprak men van de JLS-combinatie en omstreeks 1964 werd de hele VNR ingelijfd door Gazelle, die nu nog altijd Juncker, Locomotief en Simplex fietsen maakt. (1984 dus, opm.Daan)
Gazelle begon omstreeks die tijd zelf met racefietsen, en daar kon men de kennis en ervaring van Bertus Slesker goed bij gebruiken. Die heeft dan ook , jaren heen en weer reizend tussen zijn woonplaats Amsterdam en Dieren, geholpen de race-afdeling van Gazelle op te zetten.
Geschreven door Otto Beaujon in zijn rubriek Fiets Historiek.
Uit: Wielerrevue Nr 17 van 24 aug 1984.