Waar komt het vandaan en heeft iedereen er last van of alleen ik?  Inmiddels ben ik er door de reacties op mijn blog en van de fietssters die ik spreek achter dat ik niet de enige ben. Ik heb het over prestatiedrang en mijn snelheidsobsessie.

Zoals ik in mijn vorige blog al zei, ik heb er niets mee te winnen, krijg er niet voor betaald, heb ook niet de beste conditie en ik laat er mijn glas wijn niet voor staan. Maar ik wil wel altijd meer! Ik geloof dat ik in mijn tweede ritje al voor een QOM ging. Voor de niet Strava kenner/gebruiker, dat betekent Queen Of the Mountain. Dan ben je de snelste (van alle Strava-gebruiksters) op een bepaald stukje/segment van je route. Dat ik daar nu gedeeld eerste ben, staat leuk maar dat ik de rest van mijn rondje aan het bijkomen ben geweest heeft vast niet bijgedragen aan een betere conditie 🙂 .

Is het nou anders bij mannen dan bij vrouwen? Haantjes-gedrag, hebben vrouwen dat ook?

Ik merk dat ik soms meer bezig ben met hoe snel ik fiets, dan met hoe lekker ik fiets. Laatst had ik bijvoorbeeld zo’n ritje. Heerlijk weer en ik had er echt zin in. Maar het ging gewoon voor geen meter; die teller kwam maar met moeite op de 25 en gemiddeld zat ik daar dus onder. Alleen, harder ging niet want mijn hartslag (ik rij tegenwoordig ook met een hartslagmeter) was al sky high! En dan kan ik niet gewoon ‘lekker’ gaan fietsen en bijvoorbeeld 23 gaan rijden, nee dan fiets ik me liever over de kop om toch maar die snelheid te halen waardoor het geplande rondje ook met 15 kilometer is ingekort. Zonde van het mooie weer!

Daar wil ik wel aan gaan werken, want plezier moet voorop staan vind ik. Vandaag ging ik daarom voor een rustig rondje met een hartslag die ik gemiddeld onder de 150 wilde houden. Dat is verder niet onderbouwd, maar ik denk dat ik dan iets van conditie opbouw. Of dat werkt? Geen idee, manlief vraagt ook hoe ik er bij kom, misschien kan ik ook makkelijk een uur fietsen op een hogere hartslag. Want ook met een hogere hartslag kan ik gewoon praten en ik denk ook ‘als je nog gewoon kunt praten, zal het wel goed zijn’. Ik moet me er dus echt eens meer in gaan verdiepen, in het opbouwen van mijn kunnen, hoe ik sneller en langer kan. Want dat gaat denk ik uiteindelijk ook vast nog meer mijn plezier verhogen.

Maar vandaag heb ik dus heerlijk relaxed gefietst in een lekker zonnetje, rustig aan en me (met een beetje moeite) best vermaakt met die voor mij rustige hartslag. Maar als ik dan thuis de Strava resultaten bekijk en zie dat ik ergens 8e in het algemeen (vrouwen-) klassement ben, op een stuk waar ik wind mee had. Dan baal ik toch als een stekker dat ik me daar niet het snot voor de ogen heb gefietst om misschien die QOM te pakken.

Tegen jezelf fietsen

Waar komt het vandaan? Ik heb het altijd gehad. Ook met basketbal. Daar was ik geen groot talent, maar ik had wel een sterke wil om te winnen en aan inzet en vechtlust ontbrak het me niet. Daardoor heb ik een leuk jaar in de eerste divisie kunnen spelen. Hetzelfde met golfen. Ik ging vaak met collega’s een rondje lopen en dan wilde ik, omdat dat allemaal mannen waren, ook gewoon van de heren-tee (die een stuk naar achter ligt ten opzichte van de dames-tee) afslaan. En natuurlijk meedoen voor de eerste plaats.

Snelheid motiveert!

Is het bij mannen dan anders als bij vrouwen. Ik hoor wel vaak over ‘haantjes-gedrag’ bij de mannen, in een groepje of peloton. In ieder geval sprinten bij de plaatsnaambordjes. Doen vrouwen dat ook? Of fietsen die meer tegen zichzelf? Hoewel ik het leuk vind als ik ergens een QOM zou hebben, fiets ik vooral toch ook tegen mezelf.

Ik weet heus wel dat het raar is om met fietsen alles aan je snelheid op te hangen, want het maakt nogal een verschil of je een rondje gunstige wind hebt. Of het windstil is of je juist je rondje verkeerd hebt ingedeeld en vooral last hebt van de wind. Maar ik word toch meer gemotiveerd door een hoge snelheid onderweg, dan door een lage met een hoge hartslag. En het kost me best moeite om te accepteren dat ik niet zo snel kan als ik wil. Ik weet met mijn verstand ook wel dat ik niet zo hard kan fietsen als manlief. Mannen zijn helaas nou eenmaal beter in de meeste sporten (en hij maakt gewoon ook veel meer kilometers). Maar in mijn hart blijf ik het lastig vinden.

Eigen tegenstander

Misschien ook omdat fietsen als duursport nou eenmaal heel anders is dan basketbal. Met basketbal kun je gewoon heel hard werken en je tegenstander proberen uit de wedstrijd te spelen. Op de fiets ben je je eigen tegenstander (en moet je altijd nog energie overhouden om thuis te komen 🙂 ). En ik weet ook niet of het goed zou zijn om de hele rit tot het uiterste te gaan. Ook al fiets ik de meeste rondjes echt wel lekker, ik moet nog steeds de juiste modus vinden. Hard genoeg kunnen werken (naar mijn idee), maar toch opbouwen en niet afbreken. En dan het gevoel hebben dat je lekker hebt gefietst….… en dit ook in je resultaten terugzien. Komt vast wel goed!……… ooit 😉