Fietsen door de bergen, dat doen onze bezoekers veel en graag. Wat zijn de rondjes die je absoluut gereden moet hebben? Wij zetten er 5 op een rij.

Marmotton

De route van de kleine Marmotte (de zogenaamde Marmotton) wordt traditiegetrouw gestart vanuit Bourg d’Oisans. Achtereenvolgens beklim je 3 cols: de Glandon, gevolgd door de monsterlijke combinatie Télégraphe – Galbier. Eventueel kan in plaats van de Glandon de Croix de Fer beklommen worden. Dat levert iets meer hoogtemeters op en iets minder kilometers door het dal. Aanrader dus. Ter afwisseling kun je hem ook omgekeerd (tegen de klok in) rijden of starten vanuit een andere plaats. Hoe je ‘m ook rijdt, het is en blijft een stevige uitdaging van ca. 160 km / 4000 hm. Iets minder inspirerend zijn het stuk door het Mauriennedal en de afdaling terug naar Bourg via de Lauraret, waar het druk kan zijn met auto’s. Vanwege een 4-tal tunnels zijn lampjes zeker aan te raden.

3 Cols

Het fameuze 3 Cols rondje begint traditiegetrouw vanuit Barcelonnette. Idealiter tegen de klok in gereden, dus beginnend met Col d’Allos. Met 120 km en 3400 hm een stevige, maar niet té stevige uitdaging. Wie vroeg vertrekt, kan dit prima combineren met een gezinsvakantie. De uitzichten zijn werkelijk fenomenaal en de route is doorgaans tamelijk rustig. In juli en augustus is de Col d’Allos autovrij tussen 8-11 uur ’s morgens, dus een beetje op tijd vertrekken is dan aan te raden.


Col d’Allos.

De Sella-ronde

Heel veel mooier dan de Dolomieten wordt het niet in Europa. Het Sella-rondje, bekend van de Dolomieten Marathon, is een absolute must do voor iedere fietser. Het leuke van dit rondje is dat het niet al te lastig is, want de 4 klimmen die dit rondje vormen zijn allemaal wat korter. Ook qua hoogtemeters valt het goed mee. In circa 50 km overbrug is ongeveer 1700 hoogtemeters. De uitzichten zijn fenomenaal, en er zijn genoeg restaurants waar jezelf kunt bevoorraden. Nog een voordeel is dat dit rondje in principe het hele jaar door geopend is. In de zomer kan het overigens wel druk zijn op de route, dus dat is wel iets om rekening mee houden. De geadviseerde rijrichting is met de klok mee, beginnen met de mooie kant van de Campolongo dus. Dan pak je namelijk ook de klassieke kant van de Pordoi mee. Overigens is het rondje de andere kant op ook zeker de moeite waard.


Sella Ronda.

Susten – Grimsel – Furka
Zwitserland komt qua natuurschoon wel heel dichtbij de Dolomieten. Dit rondje, dat we kennen van het Alpenbrevet Silber, is zonder twijfel één van de mooiste drieluiken ter wereld. De ideale rijrichting is tegen de klok in, dan pak je de mooiste kant van de Grimsel en de Furkapass mee. Bovendien kom je dan omhoog rijden langs het wereldberoemde hotel Bèlvedere. Ook die plek waar je geweest wil zijn (stop zeker even voor de foto). Net als het Sella-rondje kan deze route wel druk zijn met verkeer, want behalve op de Furkapas na zijn het belangrijke verbindingswegen. Wie vroeg start en begint met de Grimsel, heeft het minst last van verkeer. Het rondje telt zo’n 120 km met 3800 hm.

Bormio – Mortirolo – Gavia – Bormio
De gevreesde Mortirolo, dat is samen met de Zoncolan en de Angliru natuurlijk bucketlistmateriaal voor iedere serieuze fietser. Dit bekende rondje wordt meestal aangevangen vanuit Bormio. De rijrichting is altijd hetzelfde: tegen de klok in. Na een dalende strook moet je meteen aan de bak op de vreselijk steile Mortirolo. Dit monster kent een aantal startpunten, maar klassieke kant is vanuit Mazzo. Iets milder is de variant vanuit Monno en wie niet schrikt voor stukken tot 27% vangt de klim aan vanuit Tovo. De volgende hindernis is de Gavia vanuit de Ponte di Legno, de klassieke kant dus. Vooral de Gavia is ondanks het wat mindere wegdek de moeite waard. Snelle dalers kunnen hun hart ophalen in de heerlijke afdaling. Goed voor 105 km en 3100 hm.

Passo-Gavia

Hoeveel van deze wereldberoemde routes heb jij afgevinkt?


Dit artikel is tot stand gekomen met CycloWorld.cc.