Fietsen is voor jou waarschijnlijk geen probleem, maar als je de trap oploopt of een stukje gaat wandelen, lopen de benen snel vol. Hoe komt dat? Sportarts Edwin Achterberg geeft antwoord.

“In mijn vrije tijd zit ik minimaal twee keer per week op de racefiets, mountainbike of spinningfiets. Daarbij heb ik (bijna) nooit last van vollopende benen. Maar vraag je me een stukje te wandelen of de trap te nemen dan kan ik er de klok op gelijk zetten dat mijn benen in een mum van tijd vollopen. Hoe kan dit?”

Vollopende benen

Het is belangrijk om te beseffen dat de fysiologische belasting – hart en longen – van het lopen en het fietsen veel overeenkomsten vertonen. Tegelijkertijd zijn er grote verschillen in de biomechanische belasting – de verwerking van de krachten. Spieren, pezen en ge­wrichten krijgen flinke krachten te verwer­ken tijdens het lopen. Afhankelijk van de loopsnelheid is dat voor de voeten onge­veer 1,5 tot 3,5 keer het lichaamsgewicht. Dat is dus per stap.

Je kunt je voorstellen dat zich dat flink kan opbouwen, zeker als je langere afstanden wilt gaan lopen en zeker als daarbij ook nog sprake is van overgewicht. Traplopen is toch al een zware inspanning, zowel bio­mechanisch als fysiologisch, omdat je je lichaamsgewicht omhoog moet verplaat­sen. Zie het als een zeer steile klim bij het fietsen. Ook als je langzaam fietst, vliegt je hartslag al omhoog.

De spiercontractie zelf is ook anders bij het lopen dan bij het fietsen. Tijdens het fietsen is sprake van concentrische contracties. De spieren worden korter tijdens de samen­trekking. Bij het (hard)lopen is daarnaast sprake van excentrische spiercontracties. Dat is het aanspannen van een spier terwijl deze langer wordt. Laat nu vooral de ex­centrische contractie veel spierschade geven. We hebben dat ook allemaal wel eens ervaren. Dat is namelijk de spierpijn die je dan voelt.

“Traplopen is een zware inspanning omdat je je lichaamsgewicht omhoog moet verplaatsen.”

Weet daarnaast dat hart en longen zich sneller aanpassen aan training dan spieren, pezen en gewrichten. Dit is vaak ook de reden waarom fietsers geadviseerd wordt om niet te gaan (hard)lopen in de winter. Hart en longen zijn namelijk erg goed getraind waardoor fietsers de neiging hebben om meteen veel te snel en veel te lang te gaan lopen. Voor hart en longen is dat geen probleem. Je hartslag is mis­schien zelfs lager dan wat je gewend bent tijdens het fietsen, maar toch kan deze in­tensiteit al te hoog zijn.

Als je als fietser wilt gaan (hard)lopen dan is het belangrijk om je te realiseren dat er een verschil is in de fysiologische belasting en de biomechanische belasting. De bio­mechanische belasting moet dan vanaf de basis geleidelijk aan worden opgebouwd. Begin met het opbouwen van de frequentie van het aantal trainingen per week en bouw daarna pas de duur van de trainin­gen op en als laatste de intensiteit. Gebruik hiervoor bij voorkeur een beginnersschema, daarvan zijn er vele in omloop. Ook kun je ervoor kiezen om deel te nemen aan een startto­run programma via een vereniging. Daarbij wordt vaak ook aandacht besteed aan de looptechniek, wat ook een belang­rijke factor is om blessures te voorkomen. En als je het allemaal niet snel genoeg vindt gaan, dus als je de fysiologische belasting wilt prikkelen, leef je dan lekker uit op de fiets!