In deze rubriek behandelen we historische wielershirts. Retro is hip, dus hebben wij de mooiste, opvallendste en bekendste wielershirts uit het heden en verleden op een rij gezet. Vandaag behandelen wij het shirt van T-Mobile.

Toegegeven: bij retro wielershirts denk je niet direct aan het shirt van T-Mobile, maar we bouwen de spanning op. Ik heb altijd een zwak gehad voor de kleding van T-Mobile. Niet omdat Lance Armstrong’s grootste rivaal Jan Ullrich voor de Duitse telecomgigant reed, maar ook omdat ik de kleuren erg mooi vind. Dat heeft een reden: mijn eerste échte racefiets was een T-Mobile replica van Giant. Ik was op slag verliefd; hij moest – als de fiets niet werd gebruikt – dagenlang pontificaal in de woonkamer staan.

Team Deutsche Telekom

Team Deutsche Telekom werd in 1991 opgericht en behaalde in de beginjaren mooie resultaten met renners als Udo Bölts en Erik Zabel. In 1996 werd het budget omhoog geschroefd en een absolute toprenner gecontracteerd: Bjarne Riis. De Deen moest voor successen in de grote rondes zorgen, want voor zijn komst deed Team Deutsche Telekom nooit echt mee om de absolute hoofdprijzen. In zijn eerste jaar voor zijn nieuwe ploeg maakte Riis direct alle verwachtingen waar: hij won de Tour de France. Ullrich, die op het allerlaatste moment aan de selectie werd toegevoegd en zijn debuut maakte, eindigde verrassend als tweede.

Een jaar later waren de rollen omgedraaid. Riis startte als kopman, maar Ullrich nam in de tiende etappe naar Andorra de gele leiderstrui over van Cédric Vasseur. De jonge Duitser stond de leiding niet meer af en won de Tour van 1997 met negen (!) minuten verschil. Daarna begon het grote kwakkelen. Ullrich liet in de wintermaanden de teugels vieren en begon steevast met overgewicht aan het wielerseizoen. Daarnaast keerden knieklachten regelmatig terug. Hij behaalde nog veel mooie ereplaatsen en legde Armstrong het vuur na aan de schenen, maar voor tweede keer de Tour winnen zat er niet meer in.

Bjarne Riis en Jan Ullrich
Jan Ullrich rijdt op kop voor Bjarne Riis. 

Denk je aan Ullrich, dan denk je ook aan Erik Zabel. De sprinter reed van 1993 tot en met 2005 voor de ploeg en moest het in de grote rondes meestal alleen uitzoeken. Waar een ploeg volledig om Ullrich of een andere kopman was gebouwd, moest Zabel in zijn eentje een weg naar voren zien te vinden in de sprintetappes. Met succes, want hij won van 1996 tot en met 2001 onafgebroken het puntenklassement in de grootste en meest prestigieuze wielerronde. Tot 2018 had niemand hem dat nog nagedaan, tot ene Sagan hem evenaarde om er in 2019 met zeven eindzeges overheen te gaan.

Maar Zabel was meer dan een sprinter. Hij won vier keer Milaan-San Remo, drie keer Parijs-Tours en kroonde zich in 1998 en 2003 tot Duits kampioen op de weg. In 2000 liet hij zien meer dan een standaard sprinter te zijn door de Amstel Gold Race te winnen. Michael Boogerd eindigde toen in de uitgedunde groep als tweede in de sprint.

T-Mobile
In 2004 veranderde Team Deutsche Telekom in T-Mobile. Ullrich maakte sinds 2003 geen deel meer uit van de ploeg en koos voor een lucratief avontuur elders. Dat dacht hij tenminste, want Team Coast kon niet aan haar financiële verplichtingen voldoen en hield al snel op met bestaan. Onder de naam Team Bianchi maakte de ploeg een doorstart. Ullrich reed er een jaartje voor, maar keerde met zijn vertrouwensman Rudy Pevenage in 2004 weer terug bij T-Mobile. De verhoudingen waren toen wel veranderd: Alexandre Vinokourov en Andreas Klöden ontpopten zich tot de grote mannen.

De toekomst van de ploeg zag er rooskleurig uit. T-Mobile had zich tot en met 2010 verbonden aan de ploeg, maar aan het goede huwelijk kwam een vroegtijdig einde. In 2007 biechtte Riis op dat hij de Tour van 1996 niet schoon had gewonnen. Daar werden al veel vraagtekens bij gezet, omdat Riis bekend stond om zijn hoge hematocrietwaarde. ‘Mister 60 percent’ was zijn bijnaam, maar zijn oud-Telekom-verzorger Jef d’Hont deed er een schepje bovenop: ‘Mister 64 percent’ zou hem beter staan.

Riis is tot op de dag van vandaag de officiële winnaar van de Tour de France 1996, want op moment van bekentenis was het al verjaard. De UCI heeft hem wel uit de boeken geschrapt. Niet alleen Riis bekende gedurende zijn Telekom-tijd doping te hebben gebruikt. Ook onder anderen Zabel (‘eenmalig’), Bölts, Andreas Klier, Matthias Kessler en Rolf Aldag maakten bekend uit de verkeerde snoeppot te hebben gepikt. Ook Ullrich werd betrapt. In 2006 werd hem – samen met Rudy Pevenage en ploeggenoot Oscar Sevilla – daags voor de Tourstart deelname ontzegd. Operacion Puerto, waar ook onder andere Ivan Basso bij was betrokken, zorgde voor een schokgolf in de wielerwereld. Vooral de Duitse media trok het zich hevig aan omdat troetelkind Ullrich door zijn banden met Eufemiano Fuentes van zijn troon viel. Hij bleek jaarlijks voor meer dan €35.000 aan verboden producten te kopen. De Duitse televisie besloot om de wielerwereld haar rug toe te keren. Duitsland was – ondanks de doorbraak van het ‘nieuwe’ toptalent Linus Gerdemann die dat jaar een rit won – geen wielerland meer.

Ivan Basso, Lance Armstrong en Jan Ullrich
Ivan Basso kijkt toe hoe Jan Ullrich en Lance Armstrong elkaar omhelzen. 

In november 2007 ontving T-Mobile de genadeklap. De hoofdsponsor trok de stekker uit het team na wederom positieve dopingtests. Ditmaal waren Lorenzo Bernucci en Patrik Sinkewitz de Sjaak. Hoewel telecomgigant T-Mobile in augustus nog volledig achter het team stond, veranderde dat standpunt drie maanden volledig nadat Sinkewitz met een beschuldigend vingertje wees naar de ploeg. Dopinggebruik zou structureel zijn en aangemoedigd worden vanuit de ploeg. Voor T-Mobile was de maat vol: in onderling overleg werd de samenwerking beëindigd. Ook sponsoren Adidas en Audi vonden het welletjes.

Hoe ging het verder? Ploegbaas Bob Stapleton hield de licentie en ging verder als HTC-HighRoad, met Columbia als hoofdsponsor en geldschieter. De ploeg behaalde grootse successen met renners als André Greipel en Mark Cavendish, maar slaagde er in 2012 niet in om een nieuwe hoofdsponsor te vinden. In 2003 werd er overigens ook een vrouwentak toegevoegd aan de ploeg. Tot 2015 waren zij (onder de naam Velocio-SRAM) actief.

Opkrabbelen
Het Duitse wielrennen kreeg in het begin van de 21ste eeuw flinke klappen te verwerken, maar is inmiddels aardig opgekrabbeld. In 2015 besloten de ARD en ZDF schoorvoetend om weer de Tour de France uit te zenden en in 2017 ging de Tour zelfs in Düsseldorf van start. Mede dankzij Marcel Kittel, die het vertrouwen van de Duitsers won door te verkondigen dat hij schoon koerste. Ook renners als Greipel, John Degenkolb en Pascal Ackermann tilden het Duitse wielrennen weer naar een hoger niveau. Er zijn zelfs weer Duitse ploegen op het hoogste WorldTour-niveau (Sunweb en BORA-hansgrohe), terwijl het jarenlang na de val van T-Mobile en later Gerolsteiner angstvallig stil bleef.

Erik Zabel en Jan UllrichEn hoe gaat het met de bekendste gezichten van Team Deutsche Telekom en T-Mobile, Erik Zabel en Jan Ullrich? Zabel werkte nog even als ploegleider bij Katusha, maar moest daar in 2013 vertrekken na een nieuwe dopingbekentenis, die daarmee zijn bijnaam Mr Clean ten grabbel gooide. Hij bleek toch wel wat vaker doping te hebben gebruikt dan hij in eerste instantie verkondigde. In 2018 keerde hij terug om er als performance coach aan de slag te gaan. Hij moest onder andere Marcel Kittel helpen, die niet veel later vroegtijdig een punt achter zijn carrière zette. Zabel werd in een boek van zijn oude Milram-baas Gerry van Gerwen nog weggezet als iemand met ‘losse handjes’. Verder bleef het stil rondom de Duitser, al hield zijn zoon Rick de familienaam nog wel hoog als profrenner.

Met Ullrich is het minder goed verlopen. Der Jan kwam na zijn actieve loopbaan met enige regelmaat slecht in het nieuws. Mishandelingen, drugs- en alcoholgebruik vielen hem ten deel. Op zijn slechtst was de Duitser toen hij een prostituee in zijn huis op Mallorca mishandelde. Zijn vrouw ging met zijn drie kinderen bij hem weg en financieel heeft hij weinig overgehouden aan zijn glansrijke wielercarrière. Fietsen doet hij nog wel, maar in verband met zijn oude knieblessure wel op een e-bike, zo laat Rudy Pevenage bij de lancering van diens boek ‘Der Rudy’ weten. “Jan kent nog mindere periodes, maar van zijn verslavingen is hij af.”

In Lance Armstrong’s nieuwe documentaire (binnenkort op FOX Sports te zien) geeft de Amerikaan aan regelmatig contact te hebben met Ullrich. Hij is in 2018 zelfs bij hem op bezoek geweest in een verslavingskliniek. “Jan was de belangrijkste persoon in mijn leven”, zegt Armstrong. “Niemand maakte me meer bang of gemotiveerd dan hij. Ullrich zorgde ervoor dat ik eerder uit mijn bed kwam. Ik houd van hem”, zegt hij met enig gevoel voor dramatiek.

Jens Heppner

Rund um Koln 2001
Gian-Matteo Fagnini wint in 2001 Rund üm Köln.


Andreas Klöden in 2004.


Alexandre Vinokourov wint in 2005 een Tourrit.


Jan Ullrich en zijn ploeggenoten tijdens de presentatie van de Giro (2006).

Jan Ullrich
Ullrich in actie tijdens de Giro-tijdrit.

Mathias Kessler 2006
Mathias Kessler wint een Touretappe in Valkenburg (2006).