Vorig jaar werd duidelijk dat de inzet van politie bij wielerwedstrijden flink moet worden teruggeschroefd, tot 50 procent (ten opzichte van 2018) in 2020. De grote vraag is: hoe staat het met dit plan, en wat betekent dit voor de Nederlandse koersen?

Politiebegeleiding bij wielerwedstrijden is al een paar jaar onderwerp van discussie. In antwoord op Kamervragen van Remco Dijkstra en Rudmer Heerema (beiden VVD) zei minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus op 20 februari 2019 het volgende: “Door de groeiende inzet van politie bij wielerrondes kwamen andere belangrijke taken op het gebied van verkeershandhaving steeds meer in het gedrang. (…) Het streven van de KNWU en de politie is om in 2020 alle lagere categorieën wielerrondes te laten rijden op afgesloten omlopen en de inzet van politie met 50 procent te reduceren.”

Die vermindering lijkt doorgang te vinden. Dat is geen kwestie van onwil, zegt Henk van Beusekom, manager Sport bij de KNWU. “De politie heeft te weinig mensen om bij alle wedstrijden voldoende motoragenten in te zetten om de weg te beveiligen. De Landelijke Eenheid, die de meeste meerdaagse internationale profkoersen begeleidt, heeft in totaal maar 26 motoragenten waarvan er 22 operationeel zijn. Andere wedstrijden werken samen met regionale corpsen. Als er bijvoorbeeld ook andere evenementen zijn waar politie-inzet gevraagd wordt, dan is er simpelweg niet voldoende capaciteit. Er moet dus iets veranderen.

Aan hand van een lijst met wedstrijden en de bijbehorende inzet van motoragenten zoals die in 2018 was, hebben we een herverdeling gemaakt. Met name nieuwelingen-, junioren- en amateurkoersen zullen het in de toekomst met minder politie-inzet moeten doen. Zij moeten overschakelen naar meer vrijwilligers om de weg af te zetten of naar andere, kleinere parcoursen. Hóe klein is afhankelijk van de locatie: in Groningen kun je met zes motoren alsnog de hele provincie door, in de regio Den Haag is dat een ander verhaal.”

Wegenverkeerswet

Kleinere parcoursen en meer eigen bemanning is dus het devies, maar ondertussen onderzoekt de KNWU samen met de politie en de ministeries ook andere mogelijkheden. “Er zijn twee dingen waaraan gewerkt wordt. Ten eerste willen we graag dat de wielerkaravaan in de Wegenverkeerswet wordt opgenomen. In België is het eerste al het geval: daar moet je aan de kant wanneer er zo’n auto met een driehoek op het dak langskomt en wachten tot de laatste politieagent is gepasseerd en de weg weer heeft vrijgegeven. De tweede optie is de verruiming van bevoegdheden van de vrijwillige motorrijders. Bij wet is het zo dat alleen politieagenten al rijdend in of op een voertuig verkeerstekens mogen geven, én bij hoge uitzondering beroepsverkeersregelaars die in opdracht werken van een officieel veiligheidstransport. Vrijwilligers bij een koers moeten nu dus eerst afstappen voor ze een signaal mogen geven. Als zij – natuurlijk met de juiste papieren – wél rijdend de weg zouden mogen beveiligen, dan zou dat heel veel politieagenten schelen.”

“Het zou mooi zijn als we dat in de loop van 2020 voor elkaar krijgen, want dat betekent dat verminder politie hoeft te worden ingezet.”

Natuurlijk is het de vraag of deze aanpassingen, waar de KNWU samen aan werkt met NOC*NSF, de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging en de Vereniging Organisatoren Wielerwedstrijden, daadwerkelijk vorm zullen krijgen. “De eerste aanpassing is lastig omdat die door de Tweede Kamer moet, de tweede is makkelijker omdat het daar om ministeriële regelgeving gaat. Deze maatregelen zullen niet voor vandaag of morgen zijn, maar het zou mooi zijn als we dat in de loop van 2020 voor elkaar krijgen, want dat betekent dat er minder politie hoeft te worden ingezet.”

Het feit dat eraan gewerkt wordt betekent wél dat er in 2020 in de praktijk geen sprake zal zijn van een halvering van de politie-inzet. “Daar zit veel meer ruimte. De Landelijke Eenheid heeft gezegd: laten we niet heel strak op die 50 procent te zitten, want als we dat doen vallen er mogelijk wedstrijden om die volgend jaar met een verruiming voor die motorrijders wél door zouden kunnen gaan. Zo hopen we in 2020 de meeste wedstrijden overeind kunnen te houden, en in 2021 écht met minder politieagenten te werken. En verder doen we vooral ons best, zeker ook voor de jeugd: we hebben bij de junioren-mannen en -vrouwen bijvoorbeeld een aantal topcompetitiewedstrijden op de kalender kunnen krijgen, mét motorpolitie, waardoor de rondjes toch wat groter zijn. Want op het gebied van opleiding zit er wel een nadeel aan alleen rijden op kleine rondjes: dat is toch heel anders dan de grote wedstrijden waar renners later mee te maken krijgen.”