Team Jumbo-Visma beleefde een droomstart tijdens de eerste week van de Tour de France. Met etappe-overwinningen van Mike Teunissen, Dylan Groenewegen, Wout van Aert, winst in de ploegentijdrit én als kers op de taart de gele trui was het er een om nooit meer te vergeten. In samenwerking met kledingpartner AGU ontwikkelden ze het ultieme pak dat werd gedragen tijdens de Tour de France. Benieuwd naar het verhaal? Dat lees je hieronder!

De renners van Jumbo-Visma presteren dit seizoen zeer goed in het racen tegen de klok. Zowel in de ploegentijdrit als in de individuele tijdrit. Dat is voor een aanzienlijk deel te danken aan de verbeterde kleding. Maar niet alleen de tijdritpakken zijn sneller en beter geworden, de volledige collectie heeft een upgrade gekregen. “Tien watt winst door een goed pak kan het verschil zijn tussen winnen of verliezen.”

Het was een mooi moment, die dinsdagmiddag in maart dit jaar. Een moment waarop alle inspanningen en investeringen van de voorgaande maanden werden beloond. Het was de laatste dag van Tirreno-Adriatico, een van de belangrijkste etappekoersen van het voorjaar die traditiegetrouw werd afgesloten met een tijdrit in het Italiaanse San Benedetto del Tronto. Primož Roglič, de kopman van Jumbo-Visma, stond tweede in het klassement en keek tegen een achterstand van 25 seconden aan ten opzichte van raceleider Adam Yates. Zo’n vijftienhonderd kilometer ten noorden van de badplaats aan de Adriatische kust had Mathieu Heijboer er een hard hoofd in dat Roglič dat gat nog ging dichten in de chronorace van slechts tien kilometer. De head of performance van de Nederlandse wielerploeg was aan het werk in de windtunnel van de Technische Universiteit Eindhoven, samen met onder meer Wesley Dominicus, productmanager van kledingpartner AGU. Terwijl ze op de computerschermen de prestaties konden zien van het tijdritpak dat ze in de windtunnel aan het testen waren, werden hun ogen steeds vaker naar het scherm van de laptop getrokken waarop de ontknoping van de Tirreno te zien was.

 

Heijboer: “Ik was niet zo blij dat de achterstand van Primož voorafgaand aan de tijdrit zo groot was, maar ik was wel blij dat hij in een AGU-pak reed. Het was het snelste pak dat we op dat moment hadden, volledig gepersonaliseerd. Yates moest in een pak van de organisatie rijden, dat niet custom made was.” Het duel tussen Roglič en Yates werd een zinderend secondenspel. De beslissing viel pas op de finish. Uiteindelijk was Roglič 26 seconden sneller dan zijn Britse opponent en dat was precies genoeg om Tirreno-Adriatico te winnen. En dat met slechts één luttele seconde verschil. Een te verwaarlozen marge waarbij elk detail telt en doorslaggevend is. Een van de belangrijkste details was het tijdritpak, dat aanzienlijk is verbeterd. Dominicus: “Het was mooi dat we in die setting bij elkaar zaten waardoor we de overwinning samen konden vieren. Ook met de jongens van de TU die ons bij alle windtunneltesten hadden geholpen. Alles wat we tot dan toe samen hadden gedaan, viel op zijn plek.”

Aangename verrassing
Drie maanden later zitten Heijboer en Dominicus weer naast elkaar, ditmaal op het middenterrein van de wielerbaan in Alkmaar. Ze hebben intensief contact sinds AGU vanaf dit seizoen de nieuwe kledingpartner is van Jumbo-Visma. Al begon voor hen de samenwerking al in de nazomer van 2018 toen de contracten
waren getekend en het partnerschap officieel was. Heijboer: “Het doel van onze samenwerking was en is om steeds beter te worden. Daarom hebben we in het contract vastgelegd dat de nieuwe kleding bij de start van het seizoen minimaal even goed moest zijn als de kleding van 2018. Onze eis was: we willen er nooit op achteruit gaan en uiteindelijk willen we beter.” Dominicus: “Een heel gave prestatie- indicator. We hebben niet tegen elkaar gezegd dat we een snel pak gingen maken, maar als partijen afgesproken hoe goed de aerodynamica moest zijn. Dat legde ons aan de ene kant druk op, maar druk geeft juist de ruimte om boven jezelf uit te stijgen. Met een grote delegatie van beide partijen hebben we een meeting gehad op de service course van het team en zijn we alle kledingartikelen stuk voor stuk langsgelopen.” Heijboer: “Dat ging over onze behoeften voor de kleding in de winter, het voorjaar en de zomer, en natuurlijk ook op het gebied van aerodynamica met tijdritpakken en sprintpakken.”

Dominicus: “Een van de belangrijkste conclusies uit dat gesprek was: als het maar snel is. Of het nu ging over een regenjas, aeroshirt of een bepaalde broek; bij elk artikel was er wel iemand bij Jumbo-Visma die zei: ‘Als het maar snel is!’” Met een karrenvracht aan ideeën en inspiratie gingen Dominicus en het team van AGU aan de slag met het maken van de eerste prototypes, daarbij gebruikmakend van de kennis die ze de afgelopen jaren hadden opgedaan in het baanwielrennen. Er werden een stuk of zeven, acht verschillende tijdritpakken gemaakt en die werden begin oktober getest in de windtunnel in Eindhoven. Dominicus: “We gingen ervan uit dat we er tijdens die eerste run nog niet zouden zijn, dachten dat we nog een verbeterslag zouden moeten maken. Maar in plaats daarvan bleken we bij die eerste test meteen een snel pak te hebben gemaakt. Vanaf dag één waren we op het niveau waarop we wilden zitten.” Heijboer: “Kleding is heel belangrijk voor de prestatie, want het is een van de eerste zaken die de lucht raakt. Het is moeilijk om dat in percentages uit te drukken, maar het verschil tussen een goed en slecht tijdritpak op een afstand van veertig kilometer is meerdere seconden tot zelfs meer dan tien seconden. Dat moet dus goed zijn. “In een windtunnel test je verschillende pakken. Dat gaat heel nauwkeurig en uitgebreid. Sommige stoffen werken bij een bepaalde snelheid wel, maar bij een andere snelheid niet. We testen alle snelheden meerdere keren en daar pakken we de gemiddelden van. Uiteindelijk draait alles om de CDA-waarde, de aerodynamica-waarde. Om precies te zijn: hoeveel watt heb je nodig om vijftig kilometer per uur te fietsen? Het was mooi dat bij het testen bleek dat de eerste pakken meteen goed waren. Dat had ik niet verwacht, het was een aangename verrassing.”

Geheim van de smid
De grote vraag is natuurlijk: waar zijn die snelle tijdritpakken precies van gemaakt? Wat maakt het verschil? De exacte samenstelling houdt Dominicus geheim. Hij wil de concurrentie in de wielerkledingbranche niet wijzer maker dan strikt noodzakelijk. Wel kan hij in hoofdlijnen het productieproces schetsen. “Het is een mix van verschillende materialen die we in een bepaalde richting plaatsen zodat ze voor een optimale prestatie zorgen. Er zijn legio mogelijkheden aan vormen en structuren. Het is een kwestie van uitzoeken welke stoffen tezamen het beste werken bij hoge snelheden. Daarbij letten we op welke plek van het pak een stof precies zit, waar de naad komt, waar de volgende stof begint…” Heijboer: “Het verschil met het tijdritpak van dit jaar vergeleken met eerdere pakken zit ’m in de stoffen die zijn gebruikt en de patronen. Ook is de positionering van het rugnummer wezenlijk anders.” Dominicus: “Zo’n rugnummer is een heel basaal ding, maar het heeft grote invloed op hoe snel het pak is. We hebben een verbetering gevonden om de rugnummers beter te plaatsen en daarmee het pak sneller te maken. Voor ons is het tijdritpak de basis. Dat proberen we wat betreft aerodynamica telkens te optimaliseren en dat vertalen we door naar het sprintpak, het aeroshirt en de broek. Bij een shirt voor in de bergen met warm weer gebruiken we andere stoffen en is het wel degelijk een ander artikel, maar daarin hebben we wel alles meegenomen wat we tijdens windtunneltests hebben geleerd qua patronen, lijnen en stofkeuze.

“Bij elke renner van Jumbo-Visma zijn we vanaf hetzelfde punt begonnen, maar eigenlijk is geen enkel pak of kledingstuk hetzelfde. Omdat de bouw van elke renner anders is. Het heeft ook met voorkeur te maken. De een heeft liever kleding die wat strakker zit, de ander wil meer kraag, of juist dat de broek wat strakker om de bovenbenen zit. Al die wensen hebben we toegepast en daardoor heeft iedere renner zijn eigen custom kleding. Onlangs hebben we het nieuwe sprintpak, dat we de afgelopen maanden ook hebben doorontwikkeld en sneller gemaakt, in de Sierra Nevada afgeleverd bij Dylan Groenewegen. Hij gaat daar de Tour mee rijden en was er super tevreden over.”

Schuurpapier
Tony Martin is een van de renners bij Jumbo-Visma voor wie zijn kleding heel belangrijk is. De viervoudig wereldkampioen tijdrijden kwam afgelopen winter over van Katusha-Alpecin en had duidelijke wensen, zeker voor zijn tijdritpak. “Ik had vooraf aangegeven wat ik prettig vind, dat het pak bijvoorbeeld niet te nauw bij mijn keel moest zijn om goed te kunnen ademen”, vertelt Martin telefonisch vanuit de Sierra Nevada waar hij op hoogtestage is. “Ook moet het bij mij wat oncomfortabel zitten als ik sta en moet het me juist in de goede tijdritpositie drukken als ik op de fiets ga zitten. De eerste keer dat ik het aandeed, was het meteen perfect. Het AGUpak voelt als een second skin.” Heijboer: “Op de een of andere manier had Tony de reputatie dat hij heel moeilijk en kritisch zou zijn. Ik ging er daarom ook even bijzitten toen hij zijn kleding kreeg aangemeten. Op dat moment wist Tony nog niet hoe snel het was, maar over de pasvorm was hij heel enthousiast. Wat hem erg aansprak, was dat hij een aantal wensen had waarvan AGU zei: ‘Dat gaan we doen!’ Daarmee hadden we Tony op kledinggebied al helemaal voor ons gewonnen.” Een van de belangrijkste wensen van Martin betrof de zeem van zijn tijdritpak. De Duitse specialist in het racen tegen de klok heeft al jaren de gewoonte om schuurpapier op het zadel van zijn tijdritfiets te doen zodat hij in de perfecte houding kan blijven zitten. Een zeem is echter lang niet altijd bestand tegen die weerstand, wat er in het verleden bij Der Panzerwagen weleens voor zorgde dat hij met een gescheurde broek en irritaties aan zijn zitvlak over de finish kwam.

Dominicus: “Tony wilde een oplossing voor de zeem zodat het pak het zou overleven tot het einde van de tijdrit. Doordat de stof aan het schuurpapier blijft plakken, ontstaat er beweging tussen de buitenkant van zijn pak – zijn broek als het ware – en de zeem. Omdat het materiaal van de broek zo vastzit, gaat dat over elkaar heen schuiven. Hij legde ons uit dat hij daar last van had. Zijn broek zat wel vast, maar hij zat alsnog op zijn zeem over het zadel te schuiven waardoor hij niet in dezelfde positie kon blijven zitten. Met het volledig en redelijk rigoureus doorstikken van de zeem hebben we ervoor gezorgd dat die zeem hem net voldoende comfort geeft en dat de lagen niet meer over elkaar bewegen. Tony kan nu stil blijven zitten op het schuurpapier zonder dat hij over het zadel schuift en optimale kracht leveren om vooruit te komen. Daarnaast hebben we ook andere materialen in de zeem verwerkt zodat het niet gaat slijten.” Martin: “Ik was positief verrast dat AGU alles mogelijk had gemaakt waar ik om had gevraagd. Wat betreft materiaal is kleding bij een tijdrit net zo belangrijk als het frame of de wielen. Je kunt er veel mee winnen of verliezen.

Alles draait om aerodynamica. Op dit moment zijn er veel topspecialisten in het tijdrijden. We zitten allemaal op hetzelfde niveau en dus maken de details het verschil. Een goed pak kan je een voordeel opleveren van tien tot vijftien watt. Hoeveel tijdwinst dat is weet ik niet precies. Het kan drie seconden zijn, of tien seconden. Wat ik wel weet is dat als je twee tijdrijders hebt die hetzelfde wattage trappen, die tien watt winst door een goed pak het verschil kan zijn tussen winnen of verliezen. Daarnaast heeft het ook invloed op je mindset. Het maakt een groot verschil als je weet dat je een van de beste pakken hebt of dat je een slecht pak draagt. Voelt het niet goed, dan ga jij je irriteren. De kleding van AGU vind ik erg goed en mooi. Ik fiets er graag in.” Heijboer: “Een renner moet zich prettig voelen in de kleding die hij aanheeft. Dat is erg belangrijk. Een voorbeeld: Jos van Emden is Nederlands kampioen tijdrijden geweest. Hij krijgt echt buikpijn als hij in een pak zonder kampioensmouwtjes moet rijden, wat weleens is voorgekomen. Hij heeft toen allerlei toeren uitgehaald om zelf maar kampioensmouwtjes te fabriceren. Jos wordt er blij van als dat allemaal goed is geregeld. Dat is een mentaal ding wat voor hem heel belangrijk is.”

Race tegen de klok
Martin en Van Emden waren op 24 februari dit jaar de grote motoren van de zevenkoppige Jumbo-Visma formatie die op de openingsdag van de UAE Tour de ploegentijdrit van en naar Al Hudayriat Island won. Na de positieve uitslagen in de windtunneltests werd het voor zowel Dominicus als Heijboer ook voor het eerst in koers duidelijk dat ze de zaakjes goed op orde hadden. Dominicus: “Een paar weken voor de UAE Tour hadden we tijdens een windtunneltest een verbetering gevonden op het pak. Het ging om een snellere stof, maar die was niet zomaar beschikbaar. Het was spannend of het op tijd klaar zou zijn.” Heijboer: “De ploegentijdrit is een fantastisch onderdeel. Daar staat geen renner maar een heel team op het podium als er wordt gewonnen. Het is echt een teamprestatie. Niet alleen van de renners en de staf, ook van de partners. Daarom hadden we flink gepusht dat de nieuwe pakken er op tijd moesten zijn.” Het lukte, op de valreep. Jumbo-Visma reed een geweldige ploegentijdrit en won het teamspel met zeven seconden voorsprong op Team Sunweb. Heijboer: “Dat gaf een supergaaf gevoel. Als je met dat verschil wint, kun je zeggen: als we niet in de windtunnel waren geweest en als het niet was gelukt om de nieuwe pakken op tijd af te hebben, dan hadden we misschien wel achter het net gevist en hadden we niet gewonnen.” Dominicus: “Ik denk dat het in mentaal opzicht ook een bevestiging was voor de renners. Dat ze zagen dat we op de goede weg zijn met elkaar.”

Martin: “Die zege in de UAE Tour was een mooie verrassing. Hoewel we met de staf en de renners veel aan de ploegentijdrit hebben gewerkt, had ik niet verwacht dat we zouden winnen. Het was een van de mooiste momenten van het voorjaar. Ik ben erg blij met mijn keuze voor Jumbo-Visma, tot nu toe is alles uitgekomen wat ik ervan had verwacht. Ons volgende doel is om in de ploegentijdrit in de Tour de France een basis te leggen voor kopman Steven Kruijswijk. Daarna ga ik me richten op mijn persoonlijke doel van dit jaar: de individuele tijdrit op de WK in Yorkshire.” Heijboer: “Tony wilde zijn tijdritten nieuw leven inblazen. De laatste jaren was dat een beetje gestokt. Hij heeft nog geen tijdrit gewonnen, maar hij voelt wel dat het eraan zit te komen. In de ploegentijdrit is hij enorm belangrijk voor ons. Echt een missing link die we vorig jaar niet hadden. Het vertrouwen dat hij zich goed voelt, komt ook door het feit dat er echt iets is gedaan met de input die hij heeft gegeven.”

Identieke mindset
Naast de zege in de ploegentijdrit van de UAE Tour en de eindoverwinning in Tirreno-Adriatico wist Primož Roglič in de afsluitende tijdrit in de Giro d’Italia ook de eerste podiumplaats voor Jumbo-Visma in een grote ronde te bemachtigen. Ditmaal betrof het verschil acht seconden met nummer vier Mikel Landa. Roglič reed die chronorace al niet meer in hetzelfde tijdritpak als tijdens de Tirreno. AGU had dankzij nieuwe windtunneltesten alweer een verbeterde versie voor hem gemaakt. Heijboer: “Terwijl Primož de Tirreno won met het snelste pak dat we toen hadden, waren wij tegelijkertijd alweer in de windtunnel in Eindhoven bezig om het nog beter te maken. Ik was zoals gezegd aangenaam verrast door het eerste pak afgelopen winter, maar ik werd nog blijer toen ik bij AGU voelde dat ze er heel veel tijd en energie in wilden steken. We wilden niet dat het snelste pak van februari in juli nog steeds hetzelfde pak was. Dat is ook niet gebeurd. Na de UAE Tour was AGU al bezig om de volgende windtunneltest te plannen. Bij Jumbo-Visma willen we op alle facetten blijven groeien. Het is mooi om te zien dat de mensen bij AGU dezelfde mindset hebben.” Dominicus: “Ook van onze kant bevalt de samenwerking erg goed. Wat betreft het tijdritpak gebruiken de renners inmiddels de vijfde uitvoering.De grap is dat je met vier, vijf, zes variaties van een mogelijk nieuw pak naar de windtunnel gaat, maar na afloop van de test heb je weer 28 nieuwe ideeën die je wilt uitzoeken. Daarin blijven we elkaar prikkelen.” Heijboer: “We werken nu al met heel goede pakken. De marges om te verbeteren zijn kleiner, maar we blijven er wel naar zoeken. Het is nooit af.” Dominicus: “Het is net als in de autosport. In de Formule 1 is het zo dat de auto waarmee ze het seizoen starten niet de auto is waarmee ze het seizoen eindigen. Daar staat de ontwikkeling ook nooit stil. Voor ons als kledingpartner van Jumbo-Visma is dat niet anders.”

Over AGU
AGU heeft een rijke historie in de top van de wielersport als sponsor van de legendarische Panasonic-formatie en de succesvolle Rabobank-wielerploeg. Dit jaar is AGU weer terug in het profpeloton als kledingpartner van World Tour-team Jumbo-Visma. Samen met het team ontwikkelen ze de meest hoogwaardige, innovatieve en aerodynamische kleding. AGU innoveert niet exclusief voor Team Jumbo-Visma, de innovatieve features vinden hun weg naar verschillende AGU-collecties. Benieuwd naar de kleding? Check het op de website.