De Belgische wetenschapper Bert Blocken verblijdt ons eens in de zoveel tijd met mooie onderzoeksdata over aerodynamica. Dit keer hebben hij en zijn team aan de TU Eindhoven en KU Leuven uitgezocht hoe groot het voordeel van een voor je rijdende motor is. Dat effect blijkt nog groter dan gedacht, Mollema klaagde dus niet ten onrechte in de afgelopen Giro d’Italia.

Foto: Bart van Overbeeke

Uit de studie blijkt dat een motor op 30 meter voor de wielrenner de luchtweerstand met 12 % reduceert. Een wielrenner die 1 minuut zo fietst, kan daardoor 2,6 seconden winnen.

Met alle motoren in de koers komt het tegenwoordig met regelmaat voor dat renners minutenlang een motor voor zich hebben op een meter of 20 en soms nog wel minder. Hoogleraar bouwfysica Bert Blocken is verbaasd over de enorme tijdswinst die uit zijn onderzoek naar voren komt: “Zelfs al rijdt een motorrijder maar gedurende enkele seconden vóór de renners, toch is er zelfs dan al een aanzienlijk tijdsvoordeel te behalen. Een wielrenner die 10 seconden lang op 2,5 m achter een motor rijdt, heeft al een tijdswinst van meer dan 2 seconden.

Blocken onderzocht de luchtweerstand met behulp van zowel de windtunnel als computersims. Die lieten onafhankelijk van elkaar dezelfde resultaten zien Het voordeel wordt kleiner als de motor verder weg rijdt. Als de snelheid toeneemt, neemt ook het effect toe. De resultaten zijn gebaseerd op metingen zonder wind. Met tegenwind is het voordeel nog groter, met wind mee en zijwind uiteraard wat kleiner.

In tabelvorm:

De UCI heeft nog niet op het onderzoek gereageerd. Maar het lijkt evident dat er betere regels moeten komen, of dat op z’n minst de huidige regels strenger gehandhaafd moeten worden.