Ook gelouterde oud-profs als Léon hebben soms nostalgische gevoelens. De Ridley Noah Fast voerde hem terug naar de tijd dat hij op hetzelfde merk Nederlands kampioen werd in misschien wel zijn sterkste wedstrijd ooit. Zou hij dezelfde warme gevoelens hebben voor deze Noah?

Er staat weer een pareltje bij mij in de gang. De Ridley Noah Fast ziet er chique uit en is erg mooi van vorm en kleur. Hij oogt strak en snel, precies zoals een echte aero fiets hoort te zijn. Ridley en ik gaan al heel wat jaren terug. In 2005 deed het merk zijn intrede in het profpeloton op de weg. Het werden de nieuwe fietsen van Lotto Davitamon, de ploeg waar ik toentertijd voor reed.

Torenhoge ambitie

Ridley is opgericht in 1997 door Jochim Aerts. Het is het grootste racefietsenmerk van België en staat al jaren aan de top. Het verhaal hoe het merk van een kleine speler een grote werd is wel bijzonder. Ik woonde toen nog in Hasselt, wat om de hoek is van de vestiging van Ridley. Op een gegeven moment deed onder renners uit de buurt het verhaal de ronde dat de Belgisch Limburgse bouwmagnaat Paul Kumpen op bezoek zou komen bij Ridley. Kumpen kwam fietsen kopen voor de mensen van zijn eigen autoraceteam omdat hij vond dat zijn team fitter moest zijn. Maar toen hij weer naar buiten kwam, was hij mede-eigenaar. Het was een belangrijk moment omdat nu de financiële middelen aanwezig waren om de torenhoge ambitie van Ridley te realiseren.

Toen Ridley in 2005 sponsor werd van de ploeg waar ik voor reed, ging dat niet zonder opstartproblemen. De frames waren nog niet optimaal en braken regelmatig. De kwaliteit was ronduit matig te noemen, maar dat werd al gauw beter. Het proces van frames bouwen werd verfijnd en de controle werd opgeschroefd. Dat was ook wel nodig omdat het proces van frames bouwen in Azië niet eenvoudig is. In de zomer werd ik op een Ridley Nederlands kampioen in Rotterdam in wat misschien wel mijn sterkste wedstrijd ooit was. Sinds die tijd is er bij de fietsenfabrikant veel gebeurd en heeft het merk een goede naam opgebouwd. Ik heb de indruk dat ze high-end fietsen bouwen van een zeer hoge kwaliteit. Ik ben dan ook heel benieuwd hoe de Noah gaat bevallen. De fiets is trouwens vernoemd naar de oudste zoon van CEO Jochim, maar Noah heeft ook een Bijbelse betekenis: ‘rust’ of ‘troost’.

F-tubing

Bij de Ridley Noah Fast zijn de ontwerpers uitgegaan van het geheel en niet van alle onderdelen apart. Het hele systeem bepaalt natuurlijk ook of een fiets aerodynamisch is of niet en of hij goed bevalt. Het frame heeft een mooie grijze kleur die in de schaduw donkerder oogt dan bij zonlicht. Dit geeft een fraai effect en het donkerrood past daar heel goed bij. Heel opvallend is de gorilla van André Greipel met een gorilla op het balhoofd. Het carbon frame heeft vloeiende lijnen en oogt doordacht. De aansluiting van de vork op het frame is erg mooi gedaan. De kabels lopen, met uitzondering van de voorremkabel, door het stuur, via de stuurpen naar het frame. De lijnen zijn strak en er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van F-tubing, wat volgens mij hetzelfde is als Kammtail. Veel buizen hebben deze afgekorte druppelvorm. F-tubing profielen creëren een stuk minder turbulentie dan de traditionele druppelvorm wanneer de wind onder een hoek aansnijdt.

Daarnaast zie je ook groeven op de meeste staande buizen. Dit noemt Ridley F-Surface Plus. Het zou ervoor zorgen dat de lucht langer aan de buis blijft plakken en daardoor zou er minder turbulentie ontstaan en dus minder luchtweerstand creëren. Opvallend vind ik dat de opening in de voorvork helemaal is verdwenen. De vorm die lijkt op een autovleugel was typisch voor Ridley. De voorvork heeft wel een uitloper ter hoogte van de naaf. Het zou de turbulentie rond de naaf verminderen. De keuze van de DT Swiss uitvalnaaf snap ik in dit opzicht niet echt. Deze is verre van aerodynamisch, een andere keuze zou mooier zijn geweest voor het geheel.

Het stuur oogt glad en erg aero. De spacers sluiten naadloos aan op het frame en het stuur en bevatten ook de F-Surface Plus groeven. Het bijpassende stuurlint met rode puntjes is een leuk detail die een fiets echt afmaakt. De zadelpenbevestiging is weggewerkt onder een rubberen afdichting. Het pas allemaal goed op elkaar en ook van dichtbij is het allemaal netjes gedaan.

De fiets is afgemonteerd met Shimano Ultegra Di2. Een heerlijke groep, die door gebruik te maken van direct mount-remmen nog iets beter is dan de standaard groep. Ook mooi dat de junction box waarmee je de Di2 regelt en oplaadt in het stuur zit en niet onder aan het aero stuur hangt. Het crankstel komt van Rotor. Dat zou niet mijn keuze zijn, zeker niet op een aero frame. Hoewel het hier om het type Flow gaat lijkt het toch een stuk minder aero dan die van Shimano zelf. Of dit in praktijk iets uitmaakt weet ik niet. Het zadel is van Selle Italia. De Forza R45 19C-wielen met DT Swiss 350 straight pull naven komen uit de eigen stal van Ridley. De 25 millimeter Vittoria Corsa-banden ogen traditioneel en dat blijft toch simpelweg prachtig.

Zakkend zadel

Hoogste tijd om eens te fietsen. Banden oppompen. Batterij van de Di2 checken. Zadel op hoogte zetten. Hmm, hoe stevig je de zadelbout moet aandraaien staat niet vermeld. Dat doe ik dan maar op de gok. Jammer dat ik het stuur niet makkelijk lager kan zetten om even te testen. Door de aero spacers kan ik die niet boven op het stuur plaatsten. Het oog wel veel vetter als het stuur op zijn laagste positie zit en volgens mij had ik dat best kunnen hebben. Niet getreurd zo lukt het ook wel.

Het is guur en nat. Het ‘heerlijk genieten van de zon’ zit er vandaag niet in. Het is grijs en het regent een heel klein beetje. Ik spring op mijn nieuwe fiets. Ik merk meteen dat ik moet wennen aan de velgremmen. Ze remmen niet zo direct als schijfremmen. Aan de andere kant is het ook niet zo dat het gelijk gevaarlijk is. Ik rijd de stad uit en langs de Vliet. Ik fiets lekker door maar ben nog niet echt aan het knallen. Het gevoel op de fiets is goed. Hij voelt lekker strak en het is duidelijk een echte racer. Ik heb het idee dat mijn zadel iets gezakt is. Ik pak een stukje tape vanonder mijn fietscomputerhouder en plak dit op de zadelpen. Ik rij verder en hou het tape goed in de gaten. Het duurt niet lang voordat het duidelijk is dat de pen zakt. Toch niet vast genoeg aangedraaid. Ik zet de zadelpen op het gevoel weer op hoogte gezet en deze keer wat vaster.

Wereldbenen

Veel comfort hoef je niet te verwachten van de Noah, maar toch is het geen nerveuze fiets. Hij wil vooral vooruit en dan het liefst snel. Ik kan de verleiding niet weerstaan en Ik gooi me door de bochten en trek door het klimmetje op. Elke aanzet komt terecht waar het zou moeten en ik heb plezier. Hoewel de fiets in niks meer lijkt op de Ridley van het NK 2005 brengt hij me toch even terug naar die tijd. Ik zit weer in de koers en knal het gat dicht naar de kopgroep. Ik hoor Karsten Kroon weer kreunen in mijn wiel en ik denk alleen maar: wereldbenen. Ik leg me plat op mijn Noah en zie in gedachten het gat naar de kopgroep slinken. Hijgend sluit ik aan. “Niet normaal.” hoor ik Karsten weer zeggen tegen Erik Dekker. Het peloton sluit weer aan. Ik baal en realiseer me dat wegspringen op deze wegen moeilijk wordt. Het duinpad lijkt in de verste verte niet op de boulevards van Rotterdam, maar dat boeit niet. Ik koers. In de finale dook ik vol door de bochten, nu doe ik hetzelfde. Ik denk: ik val of ik win. Ik zet aan, kijk achterom en zie vooral een gat. De handen gaan de lucht in. Nederlands kampioen!

Op het klinkerpaadje kan ik me nog net beheersen en houd mijn handen aan het stuur. Het triomfantelijk gevoel is er wel. Mijn glimlach doet de regen warm aanvoelen. Het was een mooie tijd. Even later besef ik dat ik wel erg hard door die bocht ging en dat ik maar een paar centimeter van het mulle duinzand verwijderd was… Ik lijk wel gek, maar lekker was het wel.

De Noah van nu bevalt me prima. Het stuur had van mij wel iets onderuit gedraaid gemogen, maar aangezien het één geheel is met de stuurpen kan dat niet. Ik zou er wel aan kunnen wennen denk ik. Alles voor de aerodynamica.

De Gorilla

Ridley werkt nauw samen met de Lotto Soudal-ploeg. De laatste test van deze Noah Fast is gedaan door André Greipel op het Circuit van Zolder. Als de fiets heel blijft, dan is hij zeker supersterk. De krachten die De Gorilla kan produceren zijn zeldzaam in het wegwielrennen. Hij was zeer enthousiast en ik snap hem wel. En als je hem dan ook nog gepersonaliseerd krijgt met een mooie gorilla op het balhoofd, dan ben je toch spekkoper.

De Noah is een prachtige fiets, die doet wat hij moet doen. Hard gaan en strak zijn. Het is een mooi geheel en prima afgewerkt. Hij rijdt lekker en voelt als een echte racer. Met zijn 7,7 kilogram inclusief pedalen is hij ook qua gewicht in lijn met concurrerende aero fietsen. Voor 7399 euro mag je deze beauty in de schuur hangen of misschien nog beter boven de bank in de woonkamer. Daar zal hij zeker niet misstaan. Of de fiets ook ‘rust en troost’ gaat bieden zoals de naam belooft hangt vooral van jezelf af denk ik.