Dayenne leeft met een half hart en fietst zo vaak ze kan. Voor Pedala magazine zet ze tweewekelijks haar verhaal op papier. Over het overwinnen van angsten, doorzettingsvermogen, vertrouwen en fietsen. 

Als je teveel tegenwind hebt, fiets je misschien de verkeerde kant op. Wil je snel gaan, ga alleen. Wil je ver komen, ga dan samen. Wijze gezegden, afkomstig uit China en Kenia. In de minder spirituele en doorgaans Westerse cultuur spreken we liever van ‘omdenken’.

Omdenken is denken in termen van mogelijkheden en niet van problemen. Het is een manier van denken waarbij je kijkt naar de werkelijkheid, zoals die is en wat je daar mee zou kunnen. In feite gebruik je de energie van het probleem voor een heerlijke fles bubbels die op het moment van ontkurken staat.  

Omdenken is denken in termen van mogelijkheden en niet van problemen

Hartpatiënt

Dat deze beginselen van omdenken mij inmiddels vertrouwd zijn, zal je niet verbazen. Doet dit je dat wel, dan vertel ik je graag dat het dagelijkse leven van een hartpatiënt bestaat uit het aangaan van diverse uitdagingen, beperkingen of problemen. Natuurlijk heb ik het over de fysieke hartritmestoornissen en de daarbij behorende vermoeidheid. Maar denk ook aan kleinere dingen als, wat voor velen zo gewoon lijkt, het slikken van een pijnstiller bij een vervelende hoofdpijn. Ik slik enkel paracetamol, wat als enige pijnstiller geen wisselwerking met de antistolling geeft. Ik eet enkel superfoods en slik (niet chemische!) supplementen die mij niet nog zieker kunnen maken of laat staan mijn dood kunnen betekenen.  

Its not love at first ride

Voor mijn drie fietsseizoenen bestond beweging uit een wandeling van hoogstens een uur. Omdenken in het ‘gewone’ leven, waarin je mag genieten. De fietssport is dus relatief nieuw voor mij. Door schade en schande, niet perse door alleen te vallen, leerde ik gaandeweg op de fiets wat ik aankan en wat nog te hoog gegrepen is.

Na twee top fietsseizoenen waarbij ik mijzelf iedere keer overtrof, gaat het momenteel conditioneel stukken minder. Wandelen doe ik op slechte dagen, hardlopen als er teveel wind staat. Maar die fiets….er is absoluut geen sprake meer van love at first ride. Ruim 20 kilometer op een rustige ochtend in het weekend, waarbij ik de middag leeg laat. Of na het werk een fijn stukje fietsen, omdat ik me goed voel, het prachtig weer is en er weinig wind staat. Dat zijn de fijne momenten.

Ik beleef er met name daarna weinig lol meer aan, dat begrijp je wel als je de volgende zin leest (ik moest het een paar keer lezen, voordat het tot me doordrong). ”Een overeenkomst tussen goed omgaan met pijn of beperkingen en (top)sport is dat je naar naar je lichaam luistert en op je gevoel leert af te gaan”. Daar gaat het bij mij en de fiets nu juist mis. Zodra ik de pedalen van mijn stalen ros inklik voel ik mij – mits windstil – vrolijk. Knijp ik tijdens de rit met mijn ogen, lachen ze net zo blij als een Labrador puppy dat doet als hij de bal terug komt brengen. Onze beiden lichaamstaal spreekt voor zich; give me more, give me more.

Momenteel hang ik na een rit kotsend van vermoeidheid boven de wc met een onregelmatig hartritme

Ik ben mijn eigen ritmestoornis

Mijn valkuil is dat ik fietsen te leuk vind en ik geen grens aan mijn lichaam bemerk of (wil) zie(n). Vorig jaar kon ik het risico nemen mijn lichaam op een touw te laten balanceren. Momenteel hang ik na een rit kotsend van vermoeidheid boven de wc met een onregelmatig ritme. Om gewoon mijn leven te kunnen leiden kruip ik daarna weer achter mijn computer om mijn werk af te maken. Doorgaans duik ik als een slappe vaatdoek – die veel te lang op het aanrecht ongewassen liggen te rusten – zo snel mogelijk met bacteriën en al het bedje in. Al is het maar voor even. En huil ik mezelf, met groot verlangen morgen weer op te staan alsof er niets gebeurd is, in slaap.

Ziekmakend, levensgevaarlijk, dodelijk. Lichaam en geest zijn als ziekte en begeerte. Ik ben mijn eigen ritmestoornis. In mijn lichaam is geen bot gebroken. Mijn hart buigt zich in allerlei bochten om uit te voeren wat de drijfveer in mijn hoofd vertelt.

Oplossen, loslaten of omdenken

Al maanden staat mijn trots glanzend in de gang, we zijn beiden te porren voor een ritje. Toch loop ik er iedere dag met mijn volledige verstand langs. Zelfs met een groter boogje gevoel tussen haat en liefhebben. Deze ervaring benoemen en alles opschrijven maakt onderdeel uit van mijn helingproces. Mijn pijn van mijn onkunde. Het ‘nu even niet’ of wellicht zelfs nooit meer op de fiets willen springen, ten behoeve van mijn gezondheid. 

Iedere situatie geeft drie opties: oplossen, loslaten of omdenken.

Eenvoudig en snel op te lossen valt dit probleem niet. Loslaten kan ik (nog) niet, dus blijft de laatste optie over. Een grote uitdaging, waarbij ik nog steeds verlang naar die frisse lucht die ruimte in mijn hoofd komt scheppen.  

 

Bron: Omdenken