Als wielrenner ben je vaak afhankelijk van het weer. Vooral in de winter ben je minder geneigd om naar buiten te gaan als de temperatuur rond het vriespunt ligt, dan wanneer het hartje zomer is en de zon volop schijnt. Toch moet je doortrainen en als je geen Tacx of een Zwift thuis hebt, dan is er soms geen ontkomen aan: je moet fietsen in de regen.

Zes tips!

Waar moet je op letten als je gaat fietsen in de regen? Allereerst de kleding: zorg dat je voldoende kleding aan hebt en werk met ‘laagjes’. Doe -als de temperatuur dusdanig laag is- een thermoshirt aan en daaroverheen een koersshirt en (winddichte) -jas. Mocht het heel hard regenen dan kun je een regenjas aandoen, maar mocht het lichtjes miezeren dan is het een optie om de jas op te rollen in je zak en eventueel later te gebruiken.

Monteer voor het trainen een ‘ass-saver‘ op je fiets. Voor minder dan €10 koop je bij de bekende (online) fietsenwinkels al een mini-spatbord waardoor je geen last hebt van opspattend water én je broek dus redelijk schoon blijft.

Pomp je banden niet tot het maximale op, maar doe er iets minder bar in dan normaal. Zo creëer je een groter rijoppervlakte. Ook kun je bredere banden monteren, maar voor veel mensen is dat geen optie en kiezen ze voor minder bar.

Geen risico’s

Vermijd witte strepen. Zorg ervoor dat je niet onnodig over witte strepen op de weg rijdt. De witte strepen zijn vaak gladder en zorgen (zie de profwedstrijden) vaak voor valpartijen. Neem daarnaast minder risico in de bochten. Kom niet aan je remmen ín de bocht, maar minder voor de bocht al wat vaart.

Nog een tip: blijf eten en drinken. Als het regent vergeet je vaak te drinken, maar je lichaam heeft toch vocht en energie nodig. Blijf daarom eten en drinken, óók als het stortregent!