Het liefst fietsen we alleen als het warmer is dan twintig graden en het zonnetje lekker schijnt, maar kom daar in Nederland maar eens om. Afgezien van de zomer is het in ons landje vaak fietsen in de kou geblazen.

Het is niet altijd gemakkelijk om te bepalen wat je aan moet bij lage temperaturen. Handig is om je kleding te baseren op onderstaand schema, ervan uitgaande dat je tijdens je rit stevig doortrapt en je aardig inspant.

  • 15-20°C: Korte broek, zweetshirt met korte mouwen en een wielershirt met lange mouwen of kort shirt met armstukken.
  • 10-15°C: Korte broek met beenstukken, zweetshirt met korte mouwen, wielershirt met lange mouwen en handschoentjes. Neem voor de zekerheid een windstoppertje mee.
  • 5-10°C: Korte broek met beenstukken, zweetshirt met lange mouwen, wielershirt met lange mouwen, windstopper, overschoenen en handschoenen.
  • 0-5°C: Collant of korte broek met beenstukken, zweetshirt met lange mouwen, dikke overschoenen, dikkere handschoenen, oorwarmers of dunne muts en mogelijk een buff voor om je nek.
  • -5-0°C: Collant of twee korte broeken met beenstukken, zweetshirt met lange mouw, thermojasje of twee wielershirts met lange mouwen en windstopper, dikke handschoenen en overschoenen. Daarbij een dikke muts die ook je oren bedekt en een buff om je nek. thermo-broek en shirt of twee wielershirts met lange mouwen.
  • Onder -5°C: Collant met kniestukken eronder, twee zweetshirts (een lange, een korte mouw) of een zweetshirt met windstopper, een thermojasje, extra dikke handschoenen, muts, buff en bril.

Het schema is gebaseerd op droog weer. Bij regen is het verstandig om je wat dikker te kleden of een regenjasje mee te nemen en bij uitbundige zonneschijn kan je met een laagje minder ook wel toe. Vaak zijn wedstrijdrenners wat kouwelijker en trekken zij bij meer dan twintig graden pas de beenstukken uit.